Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Graag verneem ik van u allen een antwoord op deze email waarin u expliciet verklaart akkoord te gaan met het niet vervangen van de sloten van de woning van uw moeder, zodat u allen toegang tot de woning behoudt. Tevens neemt u daarmee allen tezamen het risico voor uw rekening dat eventuele anderen die een sleutel hebben, eveneens nog in de woning kunnen komen. Wanneer u allen hiermee instemt, dan is daarmee het risico dat er spullen verdwijnen, voor uw rekening. Graag lees ik of u hiermee akkoord gaat.
Sieraden niet gezien wat er uit ging, dus niet kunnen checken dat teruggave correct is”.
2.Sieraden: Inmiddels heeft u allen uw voorkeur aan mij doorgegeven voor wat betreft de waardevolle sieraden. Hierin zitten doublures in die zin dat [klaagster] heeft aangegevenallesieraden te willen hebben. Dat betekent dat u van mijn voor bepaalde sieraden, namelijk daar waar meerderen een item zouden willen hebben, het verzoek ontvangt om een bod uit te brengen. Het betreffende item zal dan gaan naar degene met het hoogste bod. Het bedrag dat daarmee gemoeid gaat, zal verrekend worden met het betreffende erfdeel van degene aan wie het item wordt toegekend. De sieraden zijn thans gewaardeerd op EUR 6.108,50, maar dit zal dus nog toenemen;
Vanaf 2010 is er door [G] en [D] gebruik gemaakt van de volmacht welke aan hen in 2008 is verstrekt, zowel door uw vader als door uw moeder. Sinds het verlenen van de volmacht zijn de schenkingen aan u allen voortgezet. Soms heeft uw vader zelf nog getekend, soms uw moeder en soms is de volmacht gebruikt. Daar is geen consistente lijn in te vinden, wel in het feit dat aan u alleen dezelfde schenkingen zijn gedaan, te weten een bedrag ter grootte van de vrijstelling. Doordat in de volmacht van zowel uw moeder als uw vader het selbsteintritt verbod niet is uitgesloten kan ik niet anders dan tot de conclusie komen dat de schenkingen aan [G] van 2010 tot en met 2013 en aan [D] van 2012 tot en met 2018 nietig zijn. Dat zou betekenen dat deze voor niet geschonken worden gehouden en derhalve terug vloeien in de nalatenschap. (…)