Uitspraak
4 mei 2021 te 08:45uur hervat de rechtbank het onderzoek in de zaak tegen de veertien hiervoor genoemde verdachten.
allereerst ingaan op de verschillende onderzoekswensen die zijn ingediend met betrekking tot Encrochat. Dit doet de rechtbank aan de hand van een aantal onderwerpen:
Toepassing EU-recht
Verzoeken ziende op de Frans-Nederlandse samenwerking
Stukken en getuigen met betrekking tot onderzoek 26Lemont
Betrouwbaarheidstoets Encrochatdata
Nog niet in het dossier bevindende Encrochatgesprekken
- De in deze zaak aan de orde zijnde informatie van gebruikers van Encrochat crypto telefoons is in Frankrijk verzameld op basis van Franse strafvorderlijke bevoegdheden waarvoor een Franse rechter een machtiging heeft verleend.
- Voormelde informatie is in Frankrijk verzameld in het strafrechtelijk onderzoek naar het bedrijf Encrochat en daaraan gelieerde (natuurlijke) personen.
- In het kader van het onderzoek naar het bedrijf Encrochat is samengewerkt tussen Franse en Nederlandse opsporingsdiensten. Ten behoeve van die samenwerking is een JIT-overeenkomst gesloten.
- Omdat reeds tevoren bekend was dat binnen de georganiseerde criminaliteit in Nederland op grote schaal gebruik werd gemaakt van crypto-telefoons en daarbij behorende e-mailadressen, waaronder die van Encrochat, is als extra waarborg aan de Nederlandse rechter-commissaris een machtiging gevraagd om de informatie betreffende de Nederlandse gebruikers van cryptotelefoons of e-mailadressen van Encrochat te mogen analyseren en gebruiken in individuele strafzaken tegen klanten van Encrochat. De wettelijke basis daarvoor betreft artikel 126uba, lid 1 sub a, b, c en d Sv. De rechter-commissaris heeft, na toetsing aan dat artikel en de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit, die (algemene) machtiging verleend met daarin bepaalde nadere kaders met waarborgen ten aanzien van de personen van wie en waarover data ontvangen zouden worden. Met inachtneming van die kaders zijn de verzamelde gegevens door de Nederlandse opsporingsambtenaren geanalyseerd. Indien daaruit informatie naar voren kwam die is gedeeld met een ander strafrechtelijk onderzoek is daarvoor eerst toestemming gevraagd aan de rechter-commissaris.
Toepassing EU-recht
wijstde rechtbank dit verzoek op dit moment
af. De rechtbank kan pas na het inhoudelijke debat aan de hand van de feiten beslissen of het stellen van vragen noodzakelijk is als bedoeld in artikel 267 VWEU. Op dit moment is het stellen van deze vragen dan ook prematuur.
wijstde rechtbank het verzoek ter inzage en/of voeging van de volgende stukken
af:
wijstde rechtbank tevens
afhet verzoek tot horen van de getuigen:
- Franse officier van justitie Antione Berthelot;
- Nederlandse officier van justitie [officier van justitie 1];
- Nederlandse officier van justitie [officier van justitie 2];
- [getuige 1] ;
- [getuige 2] ;
- [getuige 3] ;
- [getuige 4] ;
- [getuige 5] ;
- De Franse
- [getuige 6] .
- een proces-verbaal waarin zal worden uitgelegd wanneer en op welke manier men is gestuit op de verdachten van onderzoek 26Parkcity;
- een proces-verbaal van de rechter-commissaris waarin staat dat hij 26Parkcity aan de lijst van zaken had toegevoegd die mogen putten uit de 26Lemont-data.
draagtde officier van justitie
opdeze processen-verbaal (ziende op beide onderzoeken, met betrekking tot 26Woodland zo nodig in aangepaste versie nu de rechtbank niet weet op welke wijze een en ander in dat onderzoek heeft vorm gekregen) toe te voegen aan het dossier.
wijstde rechtbank het verzoek ter inzage en/of voeging van de volgende stukken
af:
- Het dossier van onderzoek 26Lemont;
- Alle informatie vanuit 26Lemont met betrekking tot de gebruikersnamen die gekoppeld worden aan deze verdachten;
- Een aanvullend proces-verbaal van de verantwoordelijke officier van justitie (26Lemont) waarin wordt ingegaan op vragen van de verdediging over wat heeft plaatsgevonden voorafgaand en gedurende het onderzoek 26Lemont;
- Alle (schriftelijke en mondelinge) informatieverstrekking vanuit het Openbaar Ministerie aan de rechter-commissaris aangaande onderzoek 26ParkCity of (een van) de medeverdachte(n);
- Het proces-verbaal van verdenking jegens Encrochat en daaraan gelieerde personen dat is gebruikt ter onderbouwing van de aanvraag d.d. 13 maart 2020 aan de Rotterdamse rechter-commissaris om een machtiging ex artikel 126uba Wetboek van Strafvordering af te geven;
- Een afschrift van de aan de rechter-commissaris overhandigde lijst van onderzoeken;
- De vordering en onderliggende processen-verbaal, machtiging of verlenging van de rechter-commissaris en bevelen met betrekking tot de artikelen 126t en/of 126uba Wetboek van Strafvordering in 26Lemont;
- Alle vorderingen, afwijzingen en bevelen ex 126uba of anderszins welke in het kader van de Encrochatzaak voorhanden zijn bij het Openbaar Ministerie;
- Aanvullend proces-verbaal opgemaakt door de zaaksofficieren uit onderzoek 26Lemont aangaande de analyse van informatie die gedeeld is met het onderzoeksteam in onderzoek 26ParkCity;
- Een (aanvullend) proces-verbaal met betrekking tot de vragen wie, waarom, op welke wijze en met welke zoektermen heeft gezocht naar de betreffende informatie in de Encrochatdata en op grond waarvan men meende bepaalde personen of stukken informatie aan elkaar te mogen koppelen;
- De schriftelijke vastlegging van het doel van het verwerken, bewaren en gebruiken van de bulk Encrochatdata, waarin zich ook alle Encrochatdata bevond die onderdeel uitmaakt van onderhavig dossier, ook voordat deze formeel aan het onderhavig dossier werd toegevoegd, waaronder alle Encrochatdata die wordt toegeschreven aan cliënt, als genoemd in art. 9 lid 2 Wpg;
- De gegevensbeschermingseffectbeoordeling(en) die ex art. 4c Wpg is/zijn opgemaakt, betreffende de data als genoemd onder 1;
- Het/de register(s) dat/die ex. art. 31d lid 1 Wpg is/zijn opgemaakt door de verwerkingsverantwoordelijke in verband met de onder 1 genoemde data;
- Alle registers die ex art. 31d lid 2 Wpg zijn opgemaakt, in verband met de onder 1 genoemde data;
- Alle documentatie als genoemd in art. 32 Wpg, in verband met de onder 1 genoemde data;
- Alle verslagen van eventuele audits die ex art. 33 lid 1 Wpg hebben plaatsgevonden, waaronder de afschriften van de controleresultaten die zijn verstuurd aan de Autoriteit Persoonsgegevens ex. art. 33 lid 2 Wpg, in verband met de onder 1 genoemde data;
- Een volledig verslag van de voorafgaande raadpleging van de Autoriteit Persoonsgegevens, ex. art. 33b Wpg, in verband met de onder 1 genoemde data, vergezeld van alle stukken die in dit verband aan de Autoriteit Persoonsgegevens zijn gestuurd en de schriftelijke reacties c.q. adviezen die de Autoriteit Persoonsgegevens heeft gegeven;
- Een volledig verslag van de Autoriteit Persoonsgegevens, vergezeld van onderliggende stukken, over de wijze waarop het toezicht en de bevoegdheden ex. art. 35b en 35c Wpg zijn aangewend in verband met de data als genoemd onder 1, waarbij de verdediging ook wenst te worden geïnformeerd of zij op enigerlei wijze vooraf om toestemming is gevraagd, om de onderhavige data te verwerken, bewaren en/of gebruiken en zo ja, hoe dat plaatsvond en op welke wijze daarop is gereageerd;
- een logbestand dat voldoet aan alle vereisten die de wetgever daaraan in de artikelen 5 t/m 7 van het Besluit onderzoek in geautomatiseerde werken heeft gesteld;
- de op basis van dat Besluit vereiste goedkeuringen, testrapporten of daarmee conform de regelgeving overeenkomende Franse documenten ten aanzien van het ingezette technische hulpmiddel.
wijstde rechtbank tevens
afhet verzoek tot horen van de getuigen:
- [getuige 7] ;
- [getuige 8] ;
- De officieren van justitie van het Landelijk Parket LAP0796, LAP0797 en LAP0798;
- Rechter-commissaris [rechter-commissaris].
wijstde rechtbank deze aldus
af.
wijstzij dit verzoek
af. De verdediging kan een gemotiveerd verzoek doen voor de voeging van specifieke gesprekken wanneer zij de noodzaak hiertoe zien.
Het horen van de medeverdachten als getuige
wijst toehet verzoek tot horen van de getuigen (niet als getuige in eigen strafzaak):
- [verdachte 1]
- [verdachte 2]
- [verdachte 3]
- [verdachte 4]
- [verdachte 5]
- [verdachte 6]
- [verdachte 7]
- [verdachte 8]
- [verdachte 9]
- [verdachte 10]
- [verdachte 11]
- [verdachte 12]
- [verdachte 13]
- [verdachte 14]
wijstde rechtbank dan ook
af.
Verstrekken van digitaal dossier aan verdachte in de P.I.
wijsthet verzoek tot het verstrekken van een digitaal dossier aan verdachte in de P.I.
af. Zij overweegt hiertoe dat dit verzoek onvoldoende is onderbouwd, nu niet is gebleken dat het niet mogelijk is het fysieke dossier in de P.I. in te voeren.
Verstrekken van geluidsopnames OVC
draagtde officier van justitie
opom een reclasseringsrapportage op te laten stellen met betrekking tot de mogelijkheid van elektronische controle.
voorgelichtdoor de officier van justitie omtrent welke schorsingsvoorwaarden te formuleren zijn die passen bij het recidivegevaar in deze zaak, waarbij bijvoorbeeld (en niet uitputtend) gedacht kan worden aan de mogelijkheid van borgsommen, het inleveren van reisdocumenten of andere bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft deze informatie nodig teneinde te onderzoeken of een schorsing van de voorlopige hechtenis tot de mogelijkheden behoort. Het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis zal gelet op het bovenstaande worden afgewezen.
Verstrekken van digitaal dossier aan verdachte in de P.I.
wijsthet verzoek tot het verstrekken van een digitaal dossier aan verdachte in de P.I.
af. Zij overweegt hiertoe dat dit verzoek onvoldoende is onderbouwd, nu niet is gebleken dat het niet mogelijk is het fysieke dossier in de P.I. in te voeren.
- uit de uitwerking OVC Porsche [kenteken] van donderdag 26 maart 2020 blijkt dat verdachte die dag onderweg is met medeverdachte [verdachte 2] en later ook [verdachte 1] . Die dag wordt meermalen tussen hen gesproken over ‘lijnen’, zo zegt verdachte dat hij een hasj-lijn met [naam 1] had (p. 6-3370). Verdachte verdient soms ook met de verkoop van wiet (p. 6-3371). Er wordt gesproken over ‘blokken’, een gangbare term voor verdovende middelen in sommige kringen. Verdachte heeft twee blokken verkocht aan iemand uit Estonia (p. 6-3371). Ook op p. 6-3375 wordt gesproken over blokken en lijnen opzetten. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte kennelijk met medeverdachten [verdachte 2] en [verdachte 1] uitgebreid spreekt over de handel in verdovende middelen. Het lijkt er niet op dat dit de eerste keer is dat hij dit doet;
- na politieacties bij beide veronderstelde transporten ‘ [naam 2] ’ op de hoogte wordt gesteld, dan wel zelf actief vraagt naar wat er is gebeurd (18 mei 2020: p. 6-020 en 6-021, 4 juni 2020 p. 6-133). Op 4 juni 2020 wordt door hem gevraagd of alleen ‘ [naam 3] ’ en ‘ [naam 4] ’ zijn gepakt;
- ‘ [naam 2] ’ zich op 4 juni 2020 inspant enkele cryptotelefoons van die dag opgepakte verdachten op afstand te laten wissen, waarbij het gaat om zowel telefoons met het systeem Encrochat als het systeem van Sky ECC (PV 19002-2233);
- (ook met betrekking tot feit 2) in elk geval in één van de bij verdachte thuis aangetroffen telefoons gebruik lijkt te zijn gemaakt van een andere manier van encryptie, te weten Sky ECC (p. 4-538). Dat betekent dat verdachte door de politie in verband wordt gebracht met het gebruik van twee verschillende soorten cryptosystemen, welke systemen kennelijk gelinkt worden aan meerdere verdachten in dit onderzoek, en waarover ook met verdachte werd gesproken (p. 6-1116).
draagtde officier van justitie
opom een reclasseringsrapportage op te laten stellen met betrekking tot de mogelijkheid van elektronische controle.
voorgelichtdoor de officier van justitie omtrent welke schorsingsvoorwaarden te formuleren zijn die passen bij het recidivegevaar in deze zaak, waarbij bijvoorbeeld (en niet uitputtend) gedacht kan worden aan de mogelijkheid van borgsommen, het inleveren van reisdocumenten of andere bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft deze informatie nodig teneinde te onderzoeken of een schorsing van de voorlopige hechtenis tot de mogelijkheden behoort.
Voorlopige hechtenis
- in de dagen voorafgaand aan 4 juni 2020 door ‘ [accountnaam 1] ’ (het account dat aan verdachte wordt gelinkt) dagelijks wordt gecommuniceerd met anderen over voorraden en logistiek (p. 6-555 en 6-556);
- op 4 juni ‘ [accountnaam 2] ’ (account waarvan gezegd wordt dat dat van medeverdachte [verdachte 1] is) en ‘ [accountnaam 1] ’ communiceren over de aanhoudingen die dag, uit die berichten kan worden afgeleid dat verdachte voorafgaande aan de aanhouding nog rechtstreeks contact gehad heeft met medeverdachte [verdachte 10] en dat hij precies weet waar het over gaat (p. 6-189);
- het Encrochat-account van [accountnaam 1] is actief tot 4 juni 2020 en vanaf 6 juni 2020 wordt verdachte gelinkt aan een nieuw Encrochat-account, te weten [accountnaam 3] (p. 6-441)
draagtde officier van justitie
opom een reclasseringsrapportage op te laten stellen met betrekking tot de mogelijkheid van elektronische controle.
voorgelichtdoor de officier van justitie omtrent welke schorsingsvoorwaarden te formuleren zijn die passen bij het recidivegevaar in deze zaak, waarbij bijvoorbeeld (en niet uitputtend) gedacht kan worden aan de mogelijkheid van borgsommen, het inleveren van reisdocumenten of andere bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft deze informatie nodig teneinde te onderzoeken of een schorsing van de voorlopige hechtenis tot de mogelijkheden behoort.
Getuigen
De rechtbank wijst toe het verzoek tot horen van de getuigen:
- [getuige 9], geboren op [geboortedag 1] 1971 te [geboorteplaats 1] , thans gedetineerd te Groot-Brittannië, ingeschreven aan de [adres 1] ;
- [getuige 10], geboren op [geboortedag 2] 1975 te [geboorteplaats 2] , wonende aan de [adres 2] .
wijstdit verzoek
toe.
Verstrekken van originele histo’s van KPN
wijst toehet verzoek tot horen van de getuige
[getuige 11], geboren op [geboortedag 3] 1960, wonende aan de [adres 3] . Dit verzoek is naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd en het Openbaar Ministerie verzet zich hier niet tegen.
wijst afhet verzoek tot horen van de getuige [getuige 12] . De verdediging heeft nog niet het ondervragingsrecht kunnen uitoefenen, maar [getuige 12] heeft niet als getuige – in het vooronderzoek of anderszins – een verklaring afgelegd met een belastende strekking. Het gaat om een bericht dat aan hem wordt toegeschreven, waarover de verdediging hem zou willen horen. De rechtbank is van oordeel dat, naar de stand waarin het onderzoek zich op dit moment bevindt, onvoldoende grond bestaat om het verzoek tot het horen van [getuige 12] toe te wijzen. Hierin speelt mee dat verdachte zelf heeft verklaard dat zijn bijnaam ‘ [naam 5] ’ is (pag. 5-529). Het verzoek tot het horen van deze getuige zal dan ook worden afgewezen.
Voorlopige hechtenis
wijstdit verzoek
toe, omdat zij van oordeel is dat het belang dat verdachte heeft bij schorsing van de voorlopige hechtenis moet prevaleren boven het belang van de strafvordering en het belang dat de maatschappij heeft bij het voortduren van de voorlopige hechtenis van verdachte. De schorsing van de voorlopige hechtenis zal ingaan op 4 mei 2021 te 15:00 uur en duurt tot aan de einduitspraak in deze zaak. Deze beschikking is apart geminuteerd.
Beantwoording vragen met betrekking tot geheimhoudersgesprekken
Voorlopige hechtenis
draagtde officier van justitie
opom een reclasseringsrapportage op te laten stellen met betrekking tot de mogelijkheid van elektronische controle.
voorgelichtdoor de officier van justitie omtrent welke schorsingsvoorwaarden te formuleren zijn die passen bij het recidivegevaar in deze zaak, waarbij bijvoorbeeld (en niet uitputtend) gedacht kan worden aan de mogelijkheid van borgsommen, het inleveren van reisdocumenten of andere bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft deze informatie nodig teneinde te onderzoeken of een schorsing van de voorlopige hechtenis tot de mogelijkheden behoort.
Verstrekken van digitaal dossier aan verdachte in de P.I.
De rechtbank wijst af het verzoek tot horen van de getuigen:
- [getuige 13] , hoofdagent politie;
- [getuige 14] , aspirant politie.
draagtde officier van justitie
opom een reclasseringsrapportage op te laten stellen met betrekking tot de mogelijkheid van elektronische controle.
voorgelichtdoor de officier van justitie omtrent welke schorsingsvoorwaarden te formuleren zijn die passen bij het recidivegevaar in deze zaak, waarbij bijvoorbeeld (en niet uitputtend) gedacht kan worden aan de mogelijkheid van borgsommen, het inleveren van reisdocumenten of andere bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft deze informatie nodig teneinde te onderzoeken of een schorsing van de voorlopige hechtenis tot de mogelijkheden behoort.
Opmaken reclasseringsrapportage ten behoeve van de inhoudelijke behandeling
De rechtbank:
schorsthet onderzoek in de zaken met de parketnummers 01/993265-19 en 01/993227-21 [verdachte [verdachte 1] ], 01/993303-19 [verdachte [verdachte 2] ], 01/993307-20 [verdachte [verdachte 3] ], 01/993308-20 [verdachte [verdachte 4] ], 01/993207-20 [verdachte [verdachte 5] ], 01/993279-20 en 01/993334-20 [verdachte [verdachte 9] ], 01/993280-20 en 01/993335-20 [verdachte [verdachte 10] ] tot de terechtzitting van
6 juli 2021(tijdstip vooralsnog niet bekend).
schorsthet onderzoek in de zaken met de parketnummers 01/993323-20 [verdachte [verdachte 6] ], 01/993365-20 [verdachte [verdachte 7] ], 01/993218-20 [verdachte [verdachte 8] ], 01/993281-20 [verdachte [verdachte 11] ], 01/993309-20 [verdachte [verdachte 12] ], 01/993316-20 [verdachte [verdachte 13] ] en 01/993324-20 [verdachte [verdachte 14] ] voor onbepaalde tijd.
draagtde officier van justitie
optoe te voegen aan het dossier:
draagtde officier van justitie voor de verdachten [verdachte 2] , [verdachte 3] , [verdachte 4] , [verdachte 9] en [verdachte 10]
opom voor 6 juli 2021
draagtde officier van justitie voor de verdachte [verdachte 5]
opom voor 6 juli 2021 een reclasseringsrapportage op te laten stellen waarin naar voren komt welke voorwaarden de reclassering noodzakelijk acht voor een schorsing;
beveeltde oproeping van de verdachten tegen het tijdstip van de nadere terechtzitting met kennisgeving van dat tijdstip aan hun raadsvrouw/raadsman.
nietvoor de regiezitting van september/oktober 2021.