Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte 1] ,
[verdachte 2] ,
[verdachte 3] ,
[verdachte 4] ,
[verdachte 5] ,
[verdachte 6] ,
[verdachte 7] ,
Inleiding
Het kader voor toewijzing van de onderzoekswensen
wijst toena te noemen personen te horen als getuige in de zaak van:
houdthaar beslissingen ten aanzien van de met betrekking tot zaakdossier 9 ingediende onderzoekswensen
aan. Indien en voor zover de rechtbank daartoe aanleiding ziet, zal een nadere regiezitting met betrekking tot dit zaaksdossier worden ingepland.
verwijstvoornoemde zaken naar de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, teneinde de hiervoor toegewezen getuigen in de desbetreffende zaken te horen;
bepaaltdat mrs. Boorsma en Aalmoes als toehoorder aanwezig mogen zijn bij de verhoren van de niet in de zaak van hun cliënt toegewezen getuigen. De bevoegdheid tot het stellen van vragen aan een getuige waarvan het horen niet is toegewezen in de zaak van de verdachte namens wie de raadsvrouw/-man het verhoor bijwoont, is steeds beperkt tot het geval dat de inhoud van de verklaring van de getuige tijdens het verhoor relevant is voor de uit hoofde van de artikelen 348 en 350 Sv te beantwoorden vragen in de zaak tegen de verdachte voor wie de raadsvrouw/-man het verhoor bijwoont. De rechter-commissaris beoordeelt deze relevantie;
wijst afde overige verzoeken voorzover deze niet zijn toegewezen, danwel toegezegd door de officieren van justitie, één en ander zoals hiervoor is overwogen.