Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
- een verzoekschrift van de raadsman van 6 maart 2021 om zes in dat verzoekschrift genoemde personen als getuige te horen over het gebruik van een PGP-toestel;
- een schrijven van advocatenkantoor De Leon van 27 april met verzoeken/onderzoekwensen voor de zitting van 4 mei 202 inzake 26Houille in het kader van onder meer de Encrochathack en de identificatie van de gebruiker van het PGP-toestel met gebruikersnaam “ [nickname] ”;
- een ongedateerde schriftelijke reactie van het openbaar ministerie op de verzoeken/onderzoekwensen van de verdediging;
- pleitaantekeningen van advocatenkantoor De Leon van 4 mei 2021 waarin de verdediging bij wijze van repliek een nadere invulling geeft ten aanzien van de onderbouwing van de onderzoekwensen.
[verdachte] ,
Toepassing EU-recht
Verzoeken ziende op de Frans-Nederlandse samenwerking
Stukken en getuigen met betrekking tot onderzoek 26Lemont
Betrouwbaarheidstoets Encrochatdata
- De in deze zaak aan de orde zijnde informatie van gebruikers van Encrochat crypto telefoons is in Frankrijk verzameld op basis van Franse strafvorderlijke bevoegdheden waarvoor een Franse rechter een machtiging heeft verleend.
- Voormelde informatie is in Frankrijk verzameld in het strafrechtelijk onderzoek naar het bedrijf Encrochat en daaraan gelieerde (natuurlijke) personen.
- In het kader van het onderzoek naar het bedrijf Encrochat is samengewerkt tussen Franse en Nederlandse opsporingsdiensten. Ten behoeve van die samenwerking is een JIT-overeenkomst gesloten.
- Omdat reeds tevoren bekend was dat binnen de georganiseerde criminaliteit in Nederland op grote schaal gebruik werd gemaakt van crypto-telefoons en daarbij behorende e-mailadressen, waaronder die van Encrochat, is als extra waarborg aan de Nederlandse rechter-commissaris een machtiging gevraagd om de informatie betreffende de Nederlandse gebruikers van cryptotelefoons of e-mailadressen van Encrochat te mogen analyseren en gebruiken in individuele strafzaken tegen gebruikers van Encrochat. De wettelijke basis daarvoor betreft artikel 126uba, lid 1 sub a, b, c en d van het Wetboek van Strafvordering. De rechter-commissaris heeft, na toetsing aan dat artikel en de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit, die (algemene) machtiging verleend met daarin bepaalde nadere kaders met waarborgen ten aanzien van de personen van wie en waarover data ontvangen zou worden. Met inachtneming van die kaders zijn de verzamelde gegevens door Nederlandse opsporingsambtenaren geanalyseerd. Indien daaruit informatie naar voren kwam die de onderzoekers wilden delen met een ander strafrechtelijk onderzoek, is daarvoor eerst toestemming gevraagd aan de rechter-commissaris.
Toepassing EU-recht
wijstde rechtbank het verzoek ter inzage en/of voeging van de volgende stukken
af:
wijstde rechtbank tevens
afhet verzoek tot horen van de volgende getuigen:
Juges des libertés et de la détention[namen Franse rechters] ;
wijstde rechtbank het verzoek ter inzage en/of voeging van de volgende stukken
af:
- De schriftelijke vastlegging van het doel van het verwerken, bewaren en gebruiken van de bulk Encrochatdata als genoemd in art. 9 lid 2 Wet persoonsgegevens (Wpg), en waarin zich ook alle Encrochatdata bevond die onderdeel uitmaakten van onderhavig dossier, ook voordat deze formeel aan het onderhavig dossier werd toegevoegd, waaronder alle Encrochatdata die worden toegeschreven aan verdachte,;
- De gegevensbeschermingseffectbeoordeling(en) die ex art. 4c Wpg is/zijn opgemaakt, betreffende de data als genoemd onder 1;
- Het/de register(s) dat/die ex. art. 31d lid 1 Wpg is/zijn opgemaakt door de verwerkingsverantwoordelijke in verband met de onder het eerste gedachtestreepje genoemde data;
- Alle registers die ex art. 31d lid 2 Wpg zijn opgemaakt, in verband met de onder het eerste gedachtestreepje genoemde data;
- Alle documentatie als genoemd in art. 32 Wpg, in verband met de onder het eerste gedachtestreepje genoemde data;
- Alle verslagen van eventuele audits die ex art. 33 lid 1 Wpg hebben plaatsgevonden, waaronder de afschriften van de controleresultaten die zijn verstuurd aan de Autoriteit Persoonsgegevens ex. art. 33 lid 2 Wpg, in verband met de onder het eerste gedachtestreepje genoemde data;
- Een volledig verslag van de voorafgaande raadpleging van de Autoriteit Persoonsgegevens, ex. art. 33b Wpg, in verband met de onder het eerste gedachtestreepje genoemde data, vergezeld van alle stukken die in dit verband aan de Autoriteit Persoonsgegevens zijn gestuurd en de schriftelijke reacties c.q. adviezen die de Autoriteit Persoonsgegevens heeft gegeven;
- Een volledig verslag van de Autoriteit Persoonsgegevens, vergezeld van onderliggende stukken, over de wijze waarop het toezicht en de bevoegdheden ex. art. 35b en 35c Wpg zijn aangewend in verband met de data als genoemd onder het eerste gedachtestreepje, waarbij de verdediging ook wenst te worden geïnformeerd of verdachte op enigerlei wijze vooraf om toestemming is gevraagd om de onderhavige data te verwerken, bewaren en/of gebruiken en zo ja, hoe dat plaatsvond en op welke wijze daarop is gereageerd;
wijstde rechtbank tevens
afhet verzoek tot horen van de getuigen:
- Rechter-commissaris mr. [naam RC] .
- De officieren van justitie van het Landelijk Parket LAP0796, LAP0797 en LAP0798;
- Politiechef [naam chef] .
wijstde rechtbank deze aldus
af.
De rechtbank:
schorsthet onderzoek voor onbepaalde tijd teneinde de zaak op de nader te bepalen terechtzitting gelijktijdig te behandelen met de zaak met parketnummer 01-993221-21 tegen medeverdachte [medeverdachte] ;
draagtde officier van justitie
optoe te voegen aan het dossier rapportages van het NFI over de betrouwbaarheid van de inhoud van de chats zoals afkomstig uit het onderzoek 26Lemont en over wat er in Hansken allemaal inzichtelijk is van de informatie die door de interceptietool is verkregen, een en ander zoals door de officier van justitie is toegezegd in haar schriftelijke reactie op de ingediende onderzoekwensen;
beveeltde oproeping van de verdachte tegen het tijdstip van de nadere terechtzitting met kennisgeving van dat tijdstip aan zijn raadsman;
- een verzoek van de raadsman van 6 maart 2021 om 6 in dat verzoek genoemde personen als getuige te horen over het gebruik van een PGP-toestel;
- een schrijven van advocatenkantoor De Leon van 27 april 2021 met verzoeken/onderzoekwensen voor de zitting van 4 mei 2021 te 14.05 uur inzake 26Houille in het kader van onder meer de Encrochathack en de identificatie van de gebruiker van het PGP-toestel [nickname] ;
- een ongedateerde schriftelijke reactie van het openbaar ministerie op de verzoeken/onderzoekwensen van de verdediging;
- pleitaantekeningen van advocatenkantoor De Leon van 4 mei 2021 waarin de verdediging bij wijze van repliek een nadere invulling geeft ten aanzien van de onderbouwing van de onderzoekwensen.
- een e-mail van de officier van justitie van 21 mei 2021 ‘FW: regiezitting 26 Houille dd 4 mei 2021’