Uitspraak
[naam verdachte 1] ,
[naam verdachte 2] ,
[naam verdachte 3] ,
- In het kader van het onderzoek naar het bedrijf Encrochat is vanaf een zeker moment samengewerkt tussen Franse en Nederlandse opsporingsdiensten. Ten behoeve van die (verdere) samenwerking is een JIT-overeenkomst gesloten in april 2020.
- Omdat reeds tevoren bekend was dat binnen de georganiseerde criminaliteit in Nederland op grote schaal gebruik werd gemaakt van crypto-telefoons en daarbij behorende e-mailadressen, waaronder die van Encrochat, is als extra waarborg aan de Nederlandse rechter-commissaris een machtiging gevraagd om de informatie betreffende de Nederlandse gebruikers van cryptotelefoons of emailadressen van Encrochat te mogen analyseren en gebruiken in individuele strafzaken tegen klanten van Encrochat. De wettelijke basis daarvoor betreft artikel 126uba, lid 1 sub a, b, c en d van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv). De rechter-commissaris heeft, na toetsing aan dat artikel en de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit, die (algemene) machtiging verleend met daarin bepaalde nadere kaders met waarborgen ten aanzien van de personen van wie en waarover data ontvangen zouden worden. Met inachtneming van die kaders zijn de verzamelde gegevens door de Nederlandse opsporingsambtenaren geanalyseerd. Indien daaruit informatie naar voren kwam die is gedeeld met een ander strafrechtelijk onderzoek is daarvoor eerst toestemming gevraagd aan de rechter-commissaris.
Unierecht
wijstde rechtbank de verzoeken ter verstrekking dan wel het op laten maken van de volgende stukken
af:
- het verstrekken van de machtiging artikel 26ubs Sv van de rechter-commissaris inzake het onderzoek 26Lemont, inclusief de vordering en de onderliggende processen-verbaal;
- het verstrekken van de machtigingen tot verlenging zoals beschreven in het kaderproces-verbaal, inclusief de vorderingen en de onderliggende processen-verbaal;
- het verstrekken van de Franse machtigingen die hebben geleid tot de hack bij Encrochat, alsmede de verlengingen en de machtigingen tot het verwerken/opslaan van de informatie;
- het verstrekken van de JIT-overeenkomst van de samenwerking tussen Frankrijk en Nederland;
- het verstrekken van de hack server data, inclusief de machtigingen, vorderingen en onderliggende processen-verbaal;
- het verstrekken van een overzicht van de toegevoegde server data;
- het op laten maken van een proces-verbaal waaruit blijkt op welke wijze er live mee werd gekeken en op welke wijze de informatie vervolgens op werd geslagen;
- het op laten maken van een proces-verbaal met betrekking tot de technische specificaties van de hack;
- het ontvangen van een lijst met Nederlandse strafrechtelijke onderzoeken naar georganiseerde verbanden;
- het ontvangen van een overzicht met betrekking tot welke woordenlijsten/zoeksleutels zijn gebruikt;
- het op laten maken van een schrijven waaruit blijkt hoe er compensatie is geboden voor het niet voldoen aan de voorwaarden die door de rechter-commissaris waren gesteld.
wijstde rechtbank tevens
afhet verzoek tot horen van de getuigen:
- [code ovj 1] , officier van justitie werkzaam bij het Landelijk Parket;
- [code ovj 2] , officier van justitie werkzaam bij het Landelijk Parket;
- [code ovj 3] , officier van justitie werkzaam bij het Landelijk Parket;
- verbalisant [code verbalisant] , werkzaam bij de Dienst Landelijke Recherche;
- rechercheur [code rechercheur 1] , inspecteur bij de Landelijke Eenheid;
- rechercheur [code rechercheur 2] , inspecteur bij de Landelijke Eenheid;
- rechercheur [code rechercheur 3] , inspecteur bij de Landelijke Eenheid;
- rechercheur [code rechercheur 4] , werkzaam bij de Landelijke Eenheid;
- mr. [naam rechter-commissaris] , werkzaam als rechter-commissaris bij de Rechtbank Rotterdam;
- [naam politiechef] , politiechef.