ECLI:NL:RBOBR:2017:6703
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van legesheffing bij aanvraag omgevingsvergunning en bekendmaking van NEN-normen
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 28 december 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap (eiseres) en de heffingsambtenaar van de gemeente 's-Hertogenbosch (verweerder) over een legesaanslag die aan eiseres was opgelegd naar aanleiding van haar aanvraag voor een omgevingsvergunning. De aanslag, gedateerd op 20 juni 2016, bedroeg in totaal € 11.026,39. Eiseres betwistte de legesheffing, stellende dat de toepasselijke legesverordening onverbindend was omdat de NEN-norm 2631 en de Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV) 2012 niet waren gepubliceerd en niet ter inzage waren gelegd. De rechtbank oordeelde dat verweerder bij de bepaling van de hoogte van de leges niet is uitgegaan van de NEN-norm of de UAV, maar van de door eiseres zelf geschatte bouwkosten van € 1.000.000. De rechtbank concludeerde dat eiseres voldoende op de hoogte was van de maatstaven voor de legesheffing, aangezien verweerder de leges had berekend op basis van de door eiseres opgegeven bouwkosten en het tarief uit de Legesverordening 2014 van de gemeente Maasdonk volgde. De rechtbank wees het beroep van eiseres ongegrond, omdat de bekendmaking van de NEN-normen niet relevant was voor de legesheffing in dit geval. De rechtbank concludeerde dat de legesverordening niet onverbindend was en dat verweerder bevoegd was om leges te heffen in verband met de aanvraag omgevingsvergunning.