In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, een varkensfokbedrijf, tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel. De heffingsambtenaar van de gemeente Dinkelland had leges in rekening gebracht voor de behandeling van omgevingsvergunningen. Belanghebbende had eerder leges betaald voor een aanvraag in 2010, maar de vergunningen werden later geweigerd. De rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, waarna hij in hoger beroep ging. Tijdens de zitting op 11 juli 2017 werd de zaak behandeld. Belanghebbende betwistte de hoogte van de leges en de verbindende kracht van de Legesverordening 2013, die volgens hem niet correct was gepubliceerd. Het hof oordeelde dat de legesnota terecht was vastgesteld en dat de heffingsambtenaar de juiste procedure had gevolgd. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het hoger beroep werd ongegrond verklaard. De beslissing werd op 22 augustus 2017 openbaar uitgesproken.