Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 1 november 2017 in de zaak tussen
[eiseres] B.V., te [vestigingsplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 1 november 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de heffing van leges voor een omgevingsvergunning. Eiseres, een B.V., had een omgevingsvergunning aangevraagd voor een bouwproject en kreeg te maken met een legesbedrag van € 1.103.019,02. Na bezwaar werd dit bedrag verlaagd tot € 1.018.019,02, maar eiseres ging in beroep tegen deze beslissing. De rechtbank heeft onderzocht of de beslissing tot heffing van leges bevoegd was genomen en of de Wabo-Legesverordening onverbindend was wegens strijd met de Gemeentewet.
De rechtbank oordeelde dat de heffing van leges bevoegd was, omdat de directeur van de Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen het mandaat had verleend aan het Hoofd Vergunningen. Eiseres betoogde dat de beslissing tot heffing onbevoegd was genomen, maar de rechtbank concludeerde dat het bevoegdheidsgebrek was hersteld door de uitspraak op bezwaar. Daarnaast werd het betoog van eiseres dat de Wabo-Legesverordening onverbindend was omdat de opbrengstlimiet was overschreden, verworpen. De rechtbank stelde vast dat de geraamde baten niet uitgingen boven de geraamde lasten, waardoor de verordening geldig bleef.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de aanslag terecht was opgelegd. Eiseres had geen recht op proceskostenvergoeding, omdat er geen aanleiding voor was. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.