In deze zaak verzoekt de moeder van een drie maanden oude baby, die slachtoffer is geworden van het Shaken Baby Syndroom, om een verklaring voor recht dat de vader aansprakelijk is voor de door de baby geleden schade. De vader is eerder strafrechtelijk veroordeeld voor het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan zijn zoon. De moeder vraagt ook om een verklaring dat de aansprakelijkheidsverzekeraar van het gezin, ASR, gehouden is de schade te vergoeden. ASR beroept zich op een opzetclausule in de verzekeringsvoorwaarden, die stelt dat er geen dekking is voor schade die is veroorzaakt door opzettelijk handelen. De rechtbank oordeelt echter dat de opzetclausule niet van toepassing is, omdat het handelen van de vader niet kan worden gekwalificeerd als opzettelijk in de civielrechtelijke zin. De rechtbank wijst erop dat er een verschil is tussen de strafrechtelijke en civielrechtelijke beoordeling van opzet. De rechtbank concludeert dat ASR dekking moet verlenen voor de schade en veroordeelt ASR tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding van € 10.000,00, alsook in de kosten van de deelgeschilprocedure.