De raadsman heeft gepleit voor een taakstraf in combinatie met een ontzegging van de rijbevoegdheid indien de rechtbank tot een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde zou komen.
Oordeel van de rechtbank
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft (mede) een dodelijk verkeersongeval veroorzaakt door in het kader van een protestactie zijn tankwagen stil te zetten in het midden van de autosnelweg, de [snelweg] . Met deze ernstige verkeersfout heeft hij niet alleen laakbaar gehandeld en daarmee zijn demonstratierecht misbruikt, maar ook dramatische gevolgen teweeggebracht voor het slachtoffer [slachtoffer] , en groot onherstelbaar leed voor zijn nabestaanden en alle overige betrokkenen. Uit een ter terechtzitting uitgesproken slachtofferverklaring komt het verdriet van de nabestaanden en het gemis van hun dierbare duidelijk naar voren. Daarnaast is gebleken dat het ongeval en de gevolgen daarvan ook verdachte zeer hebben aangegrepen.
Verdachte is een nu 57-jarige man met jarenlange ervaring als vrachtwagenchauffeur, die per jaar duizenden kilometers rijdt. Uit een uitdraai van zijn strafblad van 12 december 2023 blijkt dat hij niet eerder voor verkeersdelicten is veroordeeld. Van bijzondere omstandigheden of problematiek die bij het bepalen van de straf zou moeten worden meegewogen is niet gebleken.
De rechtbank houdt er bij het bepalen van de straf rekening mee dat, hoewel verdachte wel een ernstige verkeersfout heeft begaan die zeer ernstige gevolgen heeft gehad, ook de bestuurder van de witte bestelbus een fors verwijt kan worden gemaakt voor het ongeval en hij uiteindelijk degene is geweest die door onoplettendheid het slachtoffer [slachtoffer] heeft aangereden. Om die redenen zal de rechtbank aan verdachte geen gevangenisstraf opleggen.
De rechtbank acht daarom het opleggen van een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, passend en geboden. Daarnaast zal de rechtbank een deels voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid opleggen met een proeftijd van drie jaren, om verdachte ervan te doordringen ook in de toekomst voorzichtigheid te betrachten in het verkeer. Met een geheel voorwaardelijke rijontzegging kan vanwege de aard en ernst van het feit niet worden volstaan, maar de rechtbank zal het onvoorwaardelijke deel beperken tot de periode waarin het rijbewijs ingenomen is geweest.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht, alsmede de artikelen 6, 175 en 179 van de WVW1994.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Verklaart het primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte primair meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag inverzekeringstelling.