Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[eiseres] B.V., te [vestigingsplaats] , eiseres
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Enschede, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
a. wanneer een partij surseance van betaling aanvraagt, dan wel in staat van faillissement wordt verklaard;
Conform artikel 6 van de ontwikkelingsovereenkomst d.d. 2 juni 2009 vorderen wij bij deze de directe schade, nu geraamd op EUR 3.750.000.000 (drie driekwart miljard Euro) (25.000 – 35.000 kavels à € 125.000 per kavel). Wij beraden ons op nadere onderbouwing van de schadevordering.”
Voorziening BRM/WRM.” Die dotatie is niet zichtbaar vermeld in de fiscale resultatenrekening in de aangifte vpb 2010. De voorziening is wel opgenomen op de fiscale balans.
Voorziening BRM/WRM.” De stand van deze voorziening bedroeg ultimo 2011 € 19.532.149. In de aangifte vpb 2011 en de jaarrekening 2011 is geen melding gemaakt van deze voorziening.
Advieskosten inzake instandhouding familiekapitaal.”
Schade parts” en “
AGN BVBA naar RC.” Uit de administratie van [X] blijkt dat dit betrekking heeft op werkzaamheden aan de [voertuig 5] van [X] door AGN BVBA ten bedrage van € 25.250.
bijdr. in derving rente”.
parklasten 2014” en “
bijdrage zwembad”. Inclusief omzetbelasting gaat het in totaal om € 192.793.
A/ Crediteuren ( [E BV] )”.
Resultaat 2015”.
Verrekening werk en ontwikkelkosten inzake [project 3]”. Op 17 mei 2016 is deze factuur door [naam 2] Projecten voldaan. [C BV] heeft deze omzet in haar aangifte vpb 2017 verantwoord.
Op 17 september 2014 hebben wij telefonisch contact gehad over de aangifte vennootschapsbelasting 2010 ten name van [eiseres] . Ik heb gevraagd nadere informatie te verschaffen over het verschijnen van een voorziening groot € 9.130.811 op de balans per 31 december 2010.
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar, met uitzondering van de beslissingen over de proceskostenvergoedingen;
- vermindert de navorderingsaanslag vpb 2011 tot een navorderingsaanslag berekend naar een belastbaar bedrag van € 1.586.177;
- vermindert de navorderingsaanslag vpb 2012 tot een navorderingsaanslag berekend naar een belastbaar bedrag van € 3.259.280;
- vermindert de navorderingsaanslag vpb 2013 tot een navorderingsaanslag berekend naar een belastbaar bedrag van € 2.406.370;
- vermindert de aanslag vpb 2014 tot een aanslag berekend naar een belastbaar bedrag van € 188.102;
- vermindert de aanslag vpb 2015 tot een aanslag berekend naar een belastbaar bedrag van € 577.059;
- vermindert de aanslag vpb 2016 tot een aanslag berekend naar een belastbaar bedrag van € 3.017.745;
- vermindert de aanslag vpb 2017 tot een aanslag berekend naar een belastbaar bedrag van € 2.602.283;
- vermindert de beschikkingen belasting- en heffingsrente dienovereenkomstig;
- vernietigt de boetebeschikking bij de aanslag vpb 2017;
- bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde uitspraken op bezwaar;
- draagt verweerder op de betaalde griffierechten van in totaal € 692 aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.258,06.