In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland op 7 september 2023, in de zaak LEE 19/3258, staat de handhaving van omgevingsvergunningen centraal. Achter enkele woningen aan een singel in Groningen zijn vlonders en terrassen gebouwd zonder de vereiste omgevingsvergunning. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen heeft de bewoners opgedragen deze bouwwerken te verwijderen, omdat deze zijn gebouwd op grond met een openbare groenbestemming. De bewoners hebben hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft zeven gelijktijdige zaken behandeld en oordeelt dat het college terecht handhavend optreedt. De rechtbank stelt vast dat de vlonders en terrassen zijn gebouwd in openbaar groen, wat niet is toegestaan voor privégebruik. De rechtbank benadrukt dat het algemeen belang van een groene uitstraling zwaarder weegt dan het belang van de bewoners bij het behoud van hun bouwwerken. In één van de zaken kreeg een bewoner gedeeltelijk gelijk, waarbij de vlonder moest worden verwijderd, maar de gemetselde grondkering mocht blijven staan.
De rechtbank concludeert dat de last onder dwangsom in stand blijft en dat de eisers binnen zes weken na de uitspraak het bouwwerk moeten verwijderen. De rechtbank wijst ook op de beginselplicht tot handhaving en de vrees voor precedentwerking, gezien de wildgroei van bouwwerken in de groenstrook in de afgelopen jaren. De uitspraak benadrukt de noodzaak van omgevingsvergunningen en de strikte handhaving daarvan in het belang van het openbaar groen.