Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
deelvraag b)
deelvraag c)
deelvraag d)
deelvraag e)
deelvraag f)
geensprake van een behoorlijke verzekering voor verkeersongevallen van werknemers van [gedaagde]. [gedaagde] heeft daarmee destijds niet voldaan aan de op de haar als goed werkgever rustende verzekeringsverplichting voor verkeersongevallen. De eisen van goed werkgeverschap vergden van [gedaagde] als werkgever dat schade van een werknemer ten gevolge van een verkeersongeval als het onderhavige wordt gedekt, ongeacht of sprake is van blijvende invaliditeit van de werknemer. Hiervoor bestonden, zo volgt uit het deskundigenrapport, diverse aanvullende verzekeringsmogelijkheden, waarbij met name de SVI in het oog springt. Uit het deskundigenrapport leidt de kantonrechter af dat dergelijke verzekeringen een dekkingsgrens van 1 tot 2,5 miljoen euro kennen. Volgens de deskundige kan een dekking van maximaal 1 miljoen euro als een behoorlijke dekking worden beschouwd. Met een dergelijke verzekering zou de schade van [eiser] in dit geval tot een veel hoger bedrag zijn gedekt. [4]
medische kosten:[eiser] heeft vanaf 11 oktober tot en met 6 november 2017 in het ziekenhuis verbleven. Bij de waardering van deze schadepost kan aansluiting worden gezocht bij de richtlijn Ziekenhuis- en Revalidatiedaggeldvergoeding van de Letselschade Raad. Voor iedere dag verblijf in het ziekenhuis kan een vergoeding worden genoteerd van € 28,00. In het geval van [eiser] komt deze vergoeding uit op een bedrag van (26 dagen x € 28,00 =) € 728,00. De overige medische kosten bestaan uit het eigen risico over 2017, 2018 en 2019 van € 812,89, de eigen bijdrage voor fysiotherapiebehandelingen van € 378,57 en de eigen bijdrage voor de aanschaf van medicijnen van € 60,93, alles tezamen een bedrag van € 1.980,39.
studievertraging:Uit de door [eiser] overgelegde verklaring van een studieadviseur blijkt dat [eiser] als gevolg van het ongeval een extra collegejaar heeft moeten volgen. Zonder het ongeval zou [eiser] zijn bachelor bedrijfskunde in 2018 hebben afgerond. De vergoeding voor schade door studievertraging bedraagt volgens de richtlijn Studievertraging van de Letselschade Raad
immateriële schade:Er is sprake van 20% blijvende invaliditeit voor de gehele persoon. [eiser] wordt nog dagelijks geconfronteerd met de gevolgen van zijn letsel. [eiser] moet er rekenschap mee houden dat hij een aantal ernstige intra-articulaire letsels heeft opgelopen, die op termijn zonder twijfel pijnklachten, progressieve beperkingen en vervolgoperaties zullen opleveren. Ten tijde van de zitting was [eiser] recent opnieuw geopereerd. Gelet op de smartengeldvergoedingen die in vergelijkbare gevallen zijn toegekend zal de immateriële schade van [eiser] waarschijnlijk uitkomen op een bedrag tussen € 31.925,00 en € 45.824,00. [eiser] verwijst in dit verband naar de uitspraaknummers 108, 111, 115 en 117 uit de ANWB Smartengeldgids.
medische kosten:Deze kosten worden door [gedaagde] niet betwist.
studievertraging:Dat sprake is van ongeval gerelateerde studievertraging staat volgens [gedaagde] niet vast. De verklaring van de studieadviseur zegt niets over door [eiser] na het ongeval opgelopen studievertraging. Sterker, de studieadviseur verklaart zelf dat zij niet kan verklaren dat [eiser] specifiek door het ongeval vertraging heeft opgelopen. Bovendien heeft [eiser] kort na het ongeval zijn studie weer opgepakt en nagenoeg het gehele programma van het derde studiejaar gevolgd. [eiser] heeft vijf studiejaren ingeschreven gestaan voor zijn bachelor Bedrijfskunde van drie jaar en twee studiejaren voor zijn Masterprogramma van twee jaar. Als andere oorzaken voor studievertraging dan het ongeval geldt dat [eiser] een jaar in het bestuur van de studentenvereniging Albertus Magnus heeft gezeten, hetgeen een intensieve en tijdrovende functie is, waardoor er minder tijd voor de studie overblijft. Hierdoor zou [eiser] hoe dan ook studievertraging hebben opgelopen.
immateriële schade:[gedaagde] erkent dat [eiser] als gevolg van het ongeval enige letselschade heeft geleden. Niet aangetoond is dat [eiser] in dit kader schade heeft geleden althans zal lijden tot de door hem genoemde bedragen. [gedaagde] wijst er in dit kader op dat [eiser] goed hersteld is van zijn letsel. Uit het expertiserapport van Heeg blijkt dat er op nagenoeg alle fronten sprake is van een medische eindsituatie en dat (verder) herstel nog te verwachten is. Ook geeft Heeg aan dat niet in te schatten is welke effecten in de toekomst nog zullen optreden. Na het ongeval heeft [eiser] vooral tijdelijke klachten en beperkingen ervaren. Er zijn geen medische gegevens voorhanden van de situatie na oktober 2019, waardoor een actueel beeld van de medische situatie van [eiser] ontbreekt aangaande het aan het ongeval gerelateerde letsel, het herstelbeeld, de blijvende aard van de beperkingen, toekomstige risico's enzovoorts. Tegen die achtergrond acht [gedaagde] de door [eiser] genoemde smartengeldvergoedingen in dit geval niet passend. Daarbij komt dat [eiser] zijn studie met succes heeft afgerond en een goede baan bij Nationale Nederlanden heeft gevonden. Gelet op het voorgaande kan het smartengeld volgens [gedaagde] niet meer dan € 10.000,00 bedragen.
de schade die optreedt doordat een benadeelde later op de arbeidsmarkt actief zal zijn als gevolg van een door een ongeval onderbroken opleiding, voor welke studievertraging een derde aansprakelijk is te houden.