ECLI:NL:RBNNE:2023:1407
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf op grond van gezinsleven en belangenafweging
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiseres, een Iraakse vrouw, tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor het verblijfsdoel familie of gezin. De aanvraag, ingediend op 30 december 2020, werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen op 7 juli 2021 en het bezwaar hiertegen werd op 15 december 2022 eveneens afgewezen. Eiseres heeft beroep ingesteld, waarbij zij stelt dat er sprake is van bijzondere afhankelijkheid van haar gezin, met name van haar zoon en kleinkinderen, en dat de staatssecretaris ten onrechte heeft geoordeeld dat er geen 'more than the normal emotional ties' bestaan.
De rechtbank heeft op 20 januari 2023 de zaak behandeld, waarbij ook de referente (kleindochter van eiseres) en haar vader aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de belangenafweging correct heeft uitgevoerd. Hoewel er hechte persoonlijke banden zijn tussen eiseres en haar kleinkinderen, is de rechtbank van oordeel dat de staatssecretaris terecht heeft vastgesteld dat de belangen van de Nederlandse staat bij het controleren van immigratie zwaarder wegen. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd dat er geen sprake is van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheid tussen eiseres en haar gezin, en dat de afwijzing van de mvv-aanvraag terecht is.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Eiseres kan binnen vier weken na de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.