ECLI:NL:RBNNE:2022:2766
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vastgestelde WOZ-waarden van zorginstellingen met betrekking tot onroerende zaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 29 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de vastgestelde WOZ-waarden van twee onroerende zaken, eigendom van eiseres, een zorginstelling. De waarden zijn vastgesteld door de heffingsambtenaar van de gemeente De Wolden op respectievelijk € 4.310.000 en € 953.000 per waardepeildatum 1 januari 2019. Eiseres heeft tegen deze vaststellingen beroep ingesteld, waarbij zij lagere waarden bepleit van € 3.730.000 voor de eerste onroerende zaak en € 782.000 voor de tweede. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de vastgestelde waarden niet te hoog zijn. Eiseres heeft geen voldoende onderbouwing gegeven voor haar voorgestelde waarden en de rechtbank heeft geoordeeld dat de beroepsgrond van eiseres niet slaagt. Daarnaast heeft eiseres verzocht om immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn van berechting, wat door de rechtbank is toegewezen tot een bedrag van € 500. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en verweerder veroordeeld tot betaling van de immateriële schadevergoeding en de proceskosten.