ECLI:NL:RBNNE:2021:3254

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
29 juli 2021
Publicatiedatum
30 juli 2021
Zaaknummer
18/750017-20
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Criminele organisatie betrokken bij internationale wapenhandel, geweldsdelicten en mensenhandel

In deze zaak heeft de rechtbank zich gebogen over de activiteiten van een criminele organisatie die zich bezighield met internationale wapenhandel, geweldsdelicten en mensenhandel. De verdachte, die als leider van deze organisatie wordt beschouwd, heeft samen met medeverdachten diverse misdrijven gepleegd, waaronder het invoeren van wapens vanuit Kroatië naar Nederland en het uitvoeren van wapens naar België. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij het verhandelen van handgranaten, explosieven en vuurwapens, en dat hij ook geweld heeft gebruikt tegen medeverdachten die in een kwetsbare positie verkeerden. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 jaar, waarbij de rechtbank rekening heeft gehouden met de ernst van de feiten en de rol van de verdachte binnen de organisatie. Daarnaast is er een schadevergoeding toegewezen aan een benadeelde partij die slachtoffer is geworden van de geweldsdelicten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer: 18/750017-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 29 juli 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd in de [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het inhoudelijke onderzoek ter terechtzitting van 27 mei 2021, 28 mei 2021, 2 juni 2021, 4 juni 2021 en 15 juli 2021. De strafzaak tegen de verdachte is eerder behandeld op de zittingen van 2 juni 2020, 24 augustus 2020, 19 oktober 2020, 12 januari 2021 en 1 april 2021.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman mr. P.P. van Rhijn, advocaat te Doorn. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door (onder meer)
mr. G. Wilbrink.
Tenlastelegging
De officieren van justitie hebben de verdenkingen beschreven in de tenlastelegging. Na nadere omschrijving d.d. 19 oktober 2020 komt de tenlastelegging samengevat erop neer dat de verdachte:
Feit 1:in de periode van 1 juni 2018 tot en met 27 februari 2020 in diverse plaatsen in Nederland, samen met de medeverdachten [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 8] en/og [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 10] en/of [medeverdachte 11] en/of [medeverdachte 12] en/of een of meer andere personen, als leider en/of oprichter en/of bestuurder, heeft deelgenomen aan een criminele organisatie met als oogmerk het plegen van de volgende misdrijven:
- internationale wapenhandel;
- wapenhandel;
- wapenbezit;
- fraude;
- geweldsdelicten;
- mensenhandel;
Feit 2:in de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 in diverse plaatsen in Nederland en/of Kroatië en/of Servië en/of Bosnië en/of Duitsland en/of België, samen met anderen,
- wapens, munitie, explosieven en handgranaten uit Kroatië en/of Servië en/of Bosnië en/of Duitsland heeft ingevoerd in Nederland
- wapens, munitie, explosieven en handgranaten heeft uitgevoerd naar België, te weten Genk, Zwijndrecht en Antwerpen;
Feit 3:in de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 in diverse plaatsen in Nederland, samen met anderen, een gewoonte heeft gemaakt van het verhandelen van wapens, munitie en explosieven;
Feit 4:in de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 in diverse plaatsen in Nederland, samen met anderen, een gewoonte heeft gemaakt van het overdragen van wapens, munitie en explosieven;
Feit 5:op 27 februari 2020 in [woonplaats] en/of Drachten, samen met anderen, wapens en munitie voorhanden heeft gehad;
Feit 6:op 20 augustus 2018 te Appelscha, samen met anderen, [benadeelde partij 2] heeft mishandeld en bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling;
Feit 7:in de periode van 31 juli 2019 tot en met 1 augustus 2019 te Oss, samen met anderen, drie auto’s, een woning en een brievenbus/hekwerk, heeft vernield/beschadigd;
Feit 8:in de periode van 1 juni 2018 tot en met 12 augustus 2019 in diverse plaatsen in Nederland, ten aanzien van [medeverdachte 12] zich, samen met anderen, schuldig heeft gemaakt aan verschillende vormen van mensenhandel;
Feit 9:in de periode van 11 oktober 2018 tot en met 5 november 2019 in diverse plaatsen in Nederland, ten aanzien van [medeverdachte 7] zich, samen met anderen, schuldig heeft gemaakt aan verschillende vormen van mensenhandel;
Feit 10:op 27 februari 2020 te [woonplaats] , samen met anderen, schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van 2888,66 gram amfetamine.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in bijlage 1 bij dit vonnis.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair bepleit de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren, vanwege onherstelbare vormverzuimen ex artikel 359a Sv. Blijkens de recente ‘Prokuratuur’-uitspraak van het Hof van Justitie EU had voorafgaand aan het vorderen van historische telefoon- en locatiegegevens een onafhankelijke rechterlijke toetsing moeten plaatsvinden, maar die ontbreekt. Voorts is een deel van de afgeluisterde tap- en ovc-gesprekken niet op de juiste wijze uitgeluisterd en/of uitgetypt. Door deze selectieve wijze van bewijsvergaring is sprake van tunnelvisie. Subsidiair heeft de raadsman bepleit om, wegens de onherstelbare vormverzuimen, te komen tot bewijsuitsluiting.
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie achten zich ontvankelijk in de vervolging. Ten aanzien van het ‘Prokuratuur’-verweer stellen de officieren van justitie dat sprake is van een onherstelbaar vormverzuim. Eerst achteraf is door deze uitspraak gebleken dat de Nederlandse wet niet in overeenstemming is met het Europese recht. Er kan worden volstaan met de enkele vaststelling van dit vormverzuim, omdat achteraf beredeneerd de rechter-commissaris wel toestemming zou hebben gegeven voor het opvragen van historische verkeersgegevens. De rechter-commissaris heeft immers ook toestemming gegeven voor ingrijpendere opsporingsmiddelen.
De officieren van justitie concluderen dat bij de uitwerking van geluidsfragmenten geen valse voorstelling van zaken is gegeven. De door medeverdachte [medeverdachte 1] schriftelijk ingediende verweren zijn onderzocht, waarna een uitvoerig aanvullend proces-verbaal is opgesteld. Hieruit blijkt dat eventuele aanvankelijke fouten niet opzettelijk door de politie zijn begaan.

Het oordeel van de rechtbank

Het ‘Prokuratuur’-verweer
Uit de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 2 maart 2021 in de zaak Prokuratuur (ECLI:EU:C:2021:152) volgt – kort gezegd – dat voor het opvragen van historische verkeersgegevens een voorafgaande onafhankelijke rechterlijke toetsing nodig is. De historische verkeersgegevens zijn in dit geval echter opgevraagd op last van de officier van justitie, overeenkomstig het geldende voorschrift uit het Nederlandse Wetboek van Strafvordering, aangezien toen niet voorzienbaar was dat het Unierecht hieraan in de weg zou staan. De rechtbank stelt vast dat sprake is van een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek ex artikel 359a Sv.
Volgens vaste rechtspraak kan van niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie slechts sprake zijn in uitzonderlijke gevallen, namelijk als het verzuim daarin bestaat dat met de opsporing of vervolging belaste ambtenaren een ernstige inbreuk hebben gemaakt op de beginselen van een behoorlijke procesorde, waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van verdachte tekort is gedaan aan zijn recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak. [1] Hiervan is niets gebleken.
De rechtbank ziet ook geen redenen om te komen tot bewijsuitsluiting, omdat hier ook geen sprake is van een situatie waarbij uitsluiting van de resultaten van het opsporingsonderzoek noodzakelijk is om een schending van artikel 6 EVRM (een eerlijk proces) te voorkomen.
Voorts overweegt de Hoge Raad in het arrest van 1 december 2020 [2] dat het rechtsgevolg in verhouding moet staan tot de aard en de ernst van het vormverzuim en het door verdachte geleden nadeel. Waar mogelijk moet de rechter daarom volstaan met het minst verstrekkende rechtsgevolg, bezien vanuit het belang van de vervolging en berechting.
De rechtbank overweegt dat aannemelijk is dat de rechter-commissaris, indien haar was verzocht deze vorderingen vooraf te toetsen, deze zou hebben toegewezen. De rechter-commissaris had immers al toestemming gegeven voor verdergaande opsporingsmiddelen. Het eventuele nadeel van de schending, veroorzaakt door het vormverzuim, is dus zeer beperkt. De rechtbank volstaat daarom met de constatering dat sprake is van een vormverzuim, zonder daaraan een rechtsgevolg te verbinden.
Verweer over uitwerking van de geluidsfragmenten
De rechtbank heeft bij tussenbeslissing van 18 maart 2021 in de strafzaak tegen medeverdachte [medeverdachte 1] geoordeeld dat incidenteel zaken zijn misgegaan in de vastlegging van tap- en ovc-geluidsfragmenten en dat de verdediging hierop terecht heeft gewezen. De rechtbank heeft in die zaak echter niet geconstateerd dat de politie structureel fouten heeft gemaakt bij de schriftelijke uitwerking van geluidsfragmenten, laat staan dat dit opzettelijk zou zijn gedaan. De algemene stelling zijdens de verdediging dat de politie in de zaak van een medeverdachte fouten heeft gemaakt bij deze schriftelijke uitwerking, is onvoldoende om te concluderen tot een onherstelbaar vormverzuim in de zaak tegen verdachte.
Voor zover het verweer ziet op algehele vooringenomenheid van politie en openbaar ministerie overweegt de rechtbank dat de samenstelling van het dossier in beginsel is voorbehouden aan het openbaar ministerie. Bij opname van een zo groot aantal gesprekken is het ondoenlijk – en ook niet nodig – om alle gesprekken woordelijk uit te werken. De beslissing om uitsluitend relevant geachte gesprekken uit te werken, valt daarom te billijken. De rechtbank kan de verdediging niet volgen in haar stelling dat deze werkwijze is ingegeven door tunnelvisie.
De verdediging heeft de beschikking gekregen over alle geluidsfragmenten. De raadsman van medeverdachte [medeverdachte 1] heeft hierop aanknopingspunten gegeven voor nader ontlastend onderzoek, hetgeen leidde tot een omvangrijk aanvullend proces-verbaal met verbeteringen van omissies en gebreken. Zulke aanknopingspunten zijn door de verdediging van verdachte niet gegeven, terwijl verdachte veelal verkoos te zwijgen op vragen over verdenkingen die oprezen uit bepaalde geluidsfragmenten. De verdediging heeft in de zaak van verdachte voorts niet aangegeven welke passages verkeerd zijn weergegeven of ten onrechte zijn achterwege gelaten. Nu er bovendien geen alternatieve scenario’s zijn aangevoerd, kan de politie niet worden verweten dat er sprake zou zijn van tunnelvisie. Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat de werkwijze ten aanzien van tap- en ovc-geluidsfragmenten in het onderzoek Ultegra voldoende zorgvuldig is geweest, zodat geen sprake is van enig vormverzuim.
Beoordeling van het bewijs
Het standpunt van de officieren van justitie
Algemeen
De officieren van justitie hebben medeverdachte [medeverdachte 2] aangemerkt als gebruiker van de telefoon BQ Aquarius. Deze telefoon lag ontgrendeld in de Volkswagen T-ROC waarin [medeverdachte 2] bij aanhouding als enige aanwezig was. Ook de gesprekken uit die telefoon geven geen reden om daaraan te twijfelen. De officieren van justitie hebben [medeverdachte 1] aangemerkt als gebruiker van het Telegram-account [naam 1] (verder ook: [naam 1] ), zodat alle gesprekken via het account [naam 1] worden toegeschreven aan [medeverdachte 1] .
Feit 1 – crimineel samenwerkingsverband
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor feit 1. Verdachte is deelnemer aan een criminele organisatie die het plegen van de genoemde misdrijven tot oogmerk had.
Het bestaan van deze organisatie blijkt onder meer uit het hebben van een uitvalsbasis (het [straatnaam] en later de Kringloopwinkel), het dagelijks contact tussen de deelnemers, de afgeschermde communicatiemiddelen, de interne regels en hiërarchie, en de coördinatie en aansturing. Er is geen sprake van een legale onderneming; de Kringloopwinkel is slechts als dekmantel gebruikt. Het oogmerk van de organisatie was wapenhandel in allerlei varianten, fraude, geweld, en uitbuiting. Uit de telefoons van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] blijkt van actieve acquisitie met betrekking tot wapen- en drugshandel en fraude. Verdachte vormde met [medeverdachte 1] de vaste kern. In veel gevallen treedt verdachte op de voorgrond bij de wapentransacties. Tijdens de wapentransacties wordt verdachte veelal bijgestaan door andere leden, en had verdachte een leidende rol.
Feit 2 – invoer van wapens vanuit Kroatië
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor het invoeren in Nederland van handgranaten, explosieven en automatische vuurwapens vanuit Kroatië. Medeverdachte
[medeverdachte 11] komt vanaf de zomer van 2018 in beeld bij verdachte en [medeverdachte 1] . Voorafgaand aan de eerste reis naar Kroatië heeft [medeverdachte 11] met [naam 2] (wonend in Kroatië) contact over de aankoop van wapens. Op foto’s in de telefoon van [medeverdachte 11] zijn handgranaten en vuurwapens te zien, en poseert verdachte met handgranaten en een geweer. Dezelfde foto’s zijn ook op de telefoon van [medeverdachte 1] aangetroffen. [medeverdachte 12] heeft in die periode geld overgemaakt aan verdachte en [medeverdachte 11] , volgens diens zeggen in opdracht van [medeverdachte 1] . Uit vergelijkend onderzoek blijkt dat de handgranaten en vuurwapens op de foto’s, gemaakt in Kroatië, overeenkomen met handgranaten en vuurwapens op foto’s die nadien in Nederland zijn gemaakt. Ondertussen hield [medeverdachte 11] contact met [naam 15] (wonend in Kroatië) over de aankoop van nog meer wapens, hetgeen leidt tot een tweede reis naar Kroatië vanaf 15 oktober 2018 met verdachte en [medeverdachte 1] . Hieruit blijkt van het benodigde opzet van verdachte als medepleger.
Feit 2 – uitvoer van wapens naar België
Onderdeel Genk
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor het medeplegen van het uitvoeren van wapens, explosieven en munitie naar Genk (België). Op 24 december 2018 zijn [medeverdachte 12] en verdachte naar Genk gereden. Voorafgaand zijn zij via de loods aan de [straatnaam] te Groningen geweest waar de wapens werden opgeslagen; daarna zijn zij doorgereden naar de woning van [medeverdachte 1] aan het [straatnaam] in [woonplaats] (verder ook: het [straatnaam] ). Ook blijkt dat [medeverdachte 1] op 25 december 2018 telefonisch informeert hoe lang verdachte en [medeverdachte 12] nog moeten rijden. De verklaring van [medeverdachte 12] is betrouwbaar en vindt ondersteuning in overige bewijsmiddelen. Voorts blijkt dat verdachte nadien nog een aantal keer in Genk is geweest. De rol van [medeverdachte 1] was sturend; zo zijn de ontstekers voor explosieven op zijn verzoek gemaakt door [medeverdachte 3] .
Onderdeel Zwijndrecht
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor de uitvoer van wapens naar Zwijndrecht, in de vorm van medeplegen. Op 20 april 2019 zijn wapens en munitie aangetroffen aan de [straatnaam] in Zwijndrecht. Op diverse voorwerpen is het DNA aangetroffen van verdachte, en van [medeverdachte 1] , [medeverdachte 11] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] . Ook op andere manieren – via foto’s, plastic zakken, telefoongegevens, vingerafdrukken en de verklaring van [medeverdachte 3] – kunnen deze wapens in verband worden gebracht met de criminele organisatie. Voorts blijkt dat er meerdere ritten naar België zijn gemaakt, waarbij ook verdachte aanwezig was.
Onderdeel [straatnaam]
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd van dit onderdeel, in de vorm van medeplegen, nu op het aangetroffen wapen DNA van verdachte is aangetroffen. Uit het dossier blijkt dat verdachte altijd in opdracht van [medeverdachte 1] werkt.
Onderdeel [straatnaam]
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd van het onderdeel in de vorm van medeplegen. Uit het dossier blijkt allereerst dat [medeverdachte 3] ontstekers met TPU heeft gemaakt voor de criminele organisatie op verzoek van [medeverdachte 1] . [naam 3] is een contact van [medeverdachte 1] en staat in zijn telefoon onder ‘patatteke”. Vervolgens zijn verdachte en [medeverdachte 7] op 4 juni 2019 naar de [straatnaam] te Antwerpen gegaan. Uit het ovc-gesprek blijkt evident dat beiden spreken met anderen over de ontstekers met TPU en dat er ook explosieven aanwezig waren. Op vraag van [naam 3] om een en ander uit te proberen is nadrukkelijk gesteld dit niet te doen vanwege “boem”.
Feit 3, 4 en 5 – verhandelen, overdragen en bezit van wapens in Nederland
Onderdeel [naam 4]
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor het medeplegen van het verhandelen, overdragen en bezitten van het aan [naam 4] geleverde kogelgeweer. Uit de geluidsfragmenten en de verklaringen van [medeverdachte 7] en [medeverdachte 12] blijkt dat [medeverdachte 7] hierbij als chauffeur heeft gereden. Het wapen is eerst door verdachte opgehaald uit de loods aan de [straatnaam] , en vervolgens hebben [medeverdachte 7] en [medeverdachte 12] met het wapen geschoten. Daarna is het wapen door verdachte en [medeverdachte 12] afgeleverd bij [naam 4] . Voorts blijkt dat verdachte heeft bemiddeld bij de levering van het wapen met munitie.
Onderdeel [naam 6]
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd van het feit. Uit de inhoud van de tussen [naam 6] en verdachte afgeluisterde (telefoon)gesprekken blijkt van versluierd taalgebruik duidend op wapenhandel. De vermoedens omtrent wapenhandel worden versterkt door bezoeken van verdachte aan de loods aan de [straatnaam] in Groningen voorafgaand aan ontmoetingen met [naam 6] . Voorts blijkt dat verdachte ook daadwerkelijk de beschikking had over dergelijke wapens in de ten laste gelegde periode. Gelet op geldende Murray-jurisprudentie mag uit het uitblijven van een verklaring uitgegaan worden dat de gesprekken inderdaad zien op wapenhandel.
Onderdeel Soesterberg
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor het medeplegen van het verhandelen, overdragen en bezitten van explosieven. Uit afgeluisterde gesprekken, observaties, het aangetoonde DNA van verdachte en [medeverdachte 12] , de aangetroffen vingerafdrukken van [medeverdachte 7] , de baken- en telefoongegevens en de verklaring van [medeverdachte 3] blijkt overtuigend dat [medeverdachte 3] , in opdracht van [medeverdachte 1] , een Samsung-telefoon heeft omgebouwd tot een ontsteker ten behoeve van deze explosieven. Verdachte en [medeverdachte 7] hebben die telefoon eerst bij [medeverdachte 3] afgeleverd en hebben deze telefoon - na de ombouw tot ontsteker – met explosieven in Soesterberg afgeleverd.
Onderdeel pseudokoop I
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor de feiten die voortvloeien uit het incidentendossier ‘pseudokoop I’. Uit de Telegram-chats blijkt dat [medeverdachte 1] de koopovereenkomst met de pseudokopers heeft geïnitieerd. Vervolgens blijkt uit het proces-verbaal van de pseudokopers, de camerabeelden, de WhatsApp-berichten tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] , en de telecomgegevens dat verdachte en [medeverdachte 4] het vuurwapen met munitie bij het [naam hotel] aan de pseudokopers hebben geleverd. Op de telefoon van [medeverdachte 1] is een foto aangetroffen van de bankbiljetten waarmee de pseudokopers hebben betaald. Bovendien zijn enkele van die bankbiljetten in de kluis van de Kringloopwinkel aangetroffen.
Onderdeel Amersfoort
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor het incident ‘Amersfoort’ dat in diverse varianten is tenlastegelegd. Via Telegram sluiten [medeverdachte 1] en ‘ [naam 5] ’ (ook: [naam 5] ) een koopovereenkomst van een Uzi-machinepistool en een pistool Tokarev TT33. Op 24 februari 2020 haalt [medeverdachte 2] [medeverdachte 1] op, en vertrekken zij naar Amersfoort. Daar volgt een ontmoeting tussen [medeverdachte 1] en [naam 5] , waarbij [naam 5] de wapens aan [naam 1] overhandigt. [naam 5] heeft [medeverdachte 1] herkend als de persoon achter het account [naam 1] . Volgens [naam 5] was er nog een getinte tweede man bij [medeverdachte 1] . Uit de chats tussen [medeverdachte 2] en “ [naam 7] ”, die inhouden dat [medeverdachte 2] zojuist een Uzi met demper heeft gekocht, is aannemelijk dat hij de getinte man bij [medeverdachte 1] was. Voorts blijkt dat verdachte de wapens terug naar [woonplaats] heeft gebracht. Het medeplegen tussen verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] van deze feiten is bewezen te achten.
Onderdeel pseudokoop II en Opel Combo
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor de (wapen)feiten die voortvloeien uit de incidentdossiers ‘pseudokoop II’ en ‘Opel Combo’. Uit de Telegram-chats blijkt dat [medeverdachte 1] de koopovereenkomst met de pseudokopers heeft geïnitieerd. [medeverdachte 2] is op 27 februari 2020 in de middag in de Kringloopwinkel en bekijkt met verdachte de zeven binnengekomen wapens; daarvan zijn twee wapens meegenomen voor de pseudokoop op die dag, één wapen is door [medeverdachte 2] meegenomen naar de woning in [plaats] , de overige wapens zijn aangetroffen in de Opel Combo. [medeverdachte 1] inspecteert daarna met verdachte ook de binnengekomen wapens en geeft opdracht over waar de wapens heen moeten. Er is sprake van een nauwe en bewust samenwerking tussen verdachte, [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] , zodat telkens voor alle varianten sprake is van medeplegen.
Feit 6 – mishandeling en bedreiging van [benadeelde partij 2]
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor het medeplegen met [medeverdachte 1] van zowel de mishandeling als de bedreiging. De aangifte van [benadeelde partij 2] vindt ondersteuning in de getuigenverklaringen van [naam 32] en [naam 33] en in de camerabeelden.
Feit 7 – vernieling te Oss
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd. Uit de melding, de aangifte, de observaties, de OVC-gesprekken en de peilbakengegevens blijkt dat verdachte met [medeverdachte 5] en [naam 8] in de nacht van 30 op 31 juli 2019 richting Oss rijdt. Op 1 augustus 2019 is het drietal weer in Oss en gooit [medeverdachte 5] een handgranaat/explosief. In de OVC-gesprekken, waaraan ook verdachte deelneemt, spreekt [medeverdachte 5] hier meermalen over. Daarbij komt dat verdachte toen over handgranaten beschikte. Ondanks het ontbreken van forensisch onderzoek is naar objectieve maatstaven sprake van het gooien van een explosief. Uit de aangifte blijkt immers van een harde knal die binnen een aanzienlijke straal schade heeft veroorzaakt.
Feit 8 en 9 – uitbuiting [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7]
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor mensenhandel jegens zowel [medeverdachte 12] als [medeverdachte 7] . Beiden bevonden zich in een kwetsbare positie en hun is economisch voordeel voorgespiegeld. Zij hebben langdurig onbetaald gewerkt voor de criminele organisatie, bijvoorbeeld in het huishouden. Verder is tegen hen grensoverschrijdend geweld gebruikt en zijn zij vernederd. Zowel verdachte als [medeverdachte 1] hebben gebruik gemaakt van dwang, terwijl zij bekend waren met de afhankelijke posities van [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] .
Feit 10 – amfetamine in de Opel Combo
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor het - met [medeverdachte 4] - voorhanden hebben van amfetamine in de Opel Combo, die voor de Kringloopwinkel was geparkeerd. Uit feiten 3 tot en met 5 blijkt reeds dat verdachte wetenschap had van de wapens in de tas in de Opel Combo. In deze tas is ook de amfetamine aangetroffen.
Het standpunt van de verdediging
Feit 1 – crimineel samenwerkingsverband
De raadsman heeft vrijspraak bepleit; hij voert aan dat elk bewijs ontbreekt voor het bestaan van een organisatie, voor een crimineel oogmerk en voor deelname door verdachte. Er was hoogstens sprake van een vriendengroep, niet van een samenwerkingsverband met structuur of bestendigheid. Gelet op de bepleite vrijspraken voor de meeste onderdelen van de feiten 2 tot en met 10, is eveneens vrijspraak bepleit van elk crimineel oogmerk. Deelname als leider veronderstelt een hiërarchische structuur, maar ook daarvan blijkt niets. De verklaring van [medeverdachte 5] moet gezien worden in de context van zijn drugsgebruik; die van [medeverdachte 8] in de context van zijn jeugdige leeftijd.
Feit 2 – invoer uit Kroatië & uitvoer naar België
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het invoeren van wapens. De verklaring van [medeverdachte 11] is onbetrouwbaar en kan daarom niet als bewijsmiddel worden gebruikt. [medeverdachte 11] stelt bijvoorbeeld geen Nederlands te spreken, terwijl hij desondanks gesprekken tussen Nederlandse verdachten zou hebben verstaan. De stelling van [medeverdachte 11] dat hij namens verdachte handelde, is niet onderbouwd. Ook [naam 2] heeft verklaard dat hij verdachte niet kent. Bovendien blijkt uit het dossier dat de handgranaten ook via alternatieve routes in Nederland konden worden ingevoerd.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het uitvoeren van wapens naar België, omdat verdachte deze handelingen ontkent. De verklaringen van [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] zijn onbetrouwbaar en moeten uitgesloten worden van het bewijs.
Feit 3, 4 en 5 – verhandelen, overdragen, bezit van wapens in Nederland
Onderdeel [naam 4]
De raadsman bepleit vrijspraak van feit 3 en 4 (handel en overdragen), omdat de rol van verdachte te beperkt is geweest. Het enkele meerijden en de woning binnengaan is onvoldoende. Hoogstens zou het voorhanden hebben van het wapen met munitie eventueel kunnen worden bewezen, maar dat is verdachte niet ten laste gelegd.
Onderdeel [naam 6]
De raadsman heeft vrijspraak bepleit wegens het ontbreken van bewijs. Er blijkt niet van wapengerelateerde gesprekken of van overdracht, levering of betaling van wapens. Er is twijfel over de precieze betekenis van de afgeluisterde telefoongesprekken.
Onderdeel Soesterberg
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van alle varianten. Niet blijkt dat er daadwerkelijk een overdracht heeft plaatsgevonden in Soesterberg en hoe verdachte hierbij betrokken zou zijn geweest. Subsidiair heeft de raadsman bepleit rekening te houden met het NFI-rapport, dat aantoont dat hier geen sprake was van een goed functionerend explosief.
Onderdeel Amersfoort
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van alle varianten. Er is geen bewijs voor medeplegen. Verdachte is in Amersfoort geweest, maar hij was niet aanwezig bij de aankoop van wapens en wist daar ook niets van.
Onderdeel Pseudokoop I, Pseudokoop II en Opel Combo
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Feit 6 – mishandeling en bedreiging van [benadeelde partij 2]
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Verdachte was met [medeverdachte 1] bij de woning van [benadeelde partij 2] op 20 augustus 2018 in Appelscha, maar hij ontkent de mishandeling en bedreigende woorden. De verklaring van aangever is onbetrouwbaar; de getuigen ondersteunen zijn verklaring evenmin.
Feit 7 – vernieling te Oss
De raadsman heeft vrijspraak bepleit, nu er onvoldoende bewijs is voor het gooien van een explosief in de zin van de Wet wapens en munitie. Elk forensisch (sporen)onderzoek ontbreekt. Daarnaast is onduidelijk waaruit de schade bestaat, omdat er maar één aangifte is gedaan.
Feit 8 en 9 – uitbuiting [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7]
De raadsman heeft vrijspraak bepleit wegens het ontbreken van bewijs. De persoonlijke omstandigheden van [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] waren niet zodanig dat zij vatbaar waren voor uitbuiting. De omgangsvormen waren wellicht ruw, maar dat kan niet worden beschouwd als symptoom van uitbuiting. Het bieden van onderdak en het laten verrichten van huishoudelijke taken is ook geen vorm van uitbuiting. Verdachte heeft geen enkele (bepalende) bemoeienis gehad bij de (bank)fraude. [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] hebben niet eens aangifte van uitbuiting gedaan. Verdachte had geen opzet op uitbuiting, laat staan het oogmerk daartoe.
Feit 10 – amfetamine in de Opel Combo
De raadsman heeft vrijspraak bepleit, nu niet blijkt dat verdachte opzettelijk amfetamine aanwezig heeft gehad. Verdachte had hier geen enkele wetenschap van, en dus ook geen beschikkingsmacht. Uit het dossier blijkt dat anderen de Opel Combo gebruikten.
Het oordeel van de rechtbank [3]

Algemeen

De rechtbank buigt zich allereerst over de vraag wie gebruik maakten van de telefoon BQ Aquarius en het Telegram-account [naam 1] , omdat deze vaststellingen voor het vervolg niet gemist kunnen worden.
De gebruiker van het account [naam 1]
Op 27 februari 2020 is [medeverdachte 1] aangehouden voor zijn woning aan het [straatnaam] te [woonplaats] . Gezien is dat hij een telefoon weggooide; naar later blijkt een iPhone X. [4]
Uit onderzoek blijkt dat deze iPhone X door [medeverdachte 1] is gebruikt vanaf 10 oktober 2017 tot en met zijn aanhouding. Het Apple-ID omvat het mailadres [emailadres] , gelinkt aan het bedrijf [bedrijf 1] dat door [medeverdachte 1] is opgericht. De geregistreerde eigenaar van de iPhone X is “ [naam 1] ”. [medeverdachte 1] heeft een tatoeage op zijn arm met een Italiaanse tekst, die wordt afgekort tot [naam 1] . [5] Het IMEI-nummer van de iPhone is enkel gebruikt in combinatie met het bij [medeverdachte 1] in gebruik zijnde telefoonnummer + [telefoonnummer] . [6]
Op de iPhone X zijn twee Telegram-accounts aangetroffen, te weten [naam 1] (verder: [naam 1] ) en [naam 9] . Van de circa 301 chatberichten tussen januari 2020 en 27 februari 2020 [7] gaan er 39 specifiek over wapenhandel. Voornamelijk het account [naam 1] blijkt wapens, munitie en explosieven aan te bieden. De gebruiker van account [naam 1] blijkt hiervan gedegen kennis te hebben. In de chats wordt regelmatig gezegd dat het aanpassen van wapens en het maken van ontstekers en dempers in eigen beheer wordt gedaan door een wapenmaker van defensie. In meerdere chats beschrijft de gebruiker de modus operandi van de import van wapens; hij heeft ook een vaste exportlijn naar België. [8] Ook het WhatsApp-account op deze iPhone is geregistreerd onder de naam [naam 1] ; dit account toont de profielfoto van [medeverdachte 1] die poseert met een automatisch wapen. [9]
Aanvankelijk heeft [medeverdachte 1] gesteld dat dit Telegram-account [naam 1] in gebruik was bij [naam 10] , die op die momenten gebruik maakte van deze iPhone van [medeverdachte 1] . De politie heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar dit verweer, maar heeft dit niet kunnen staven. Vast staat dat [naam 10] op 31 januari 2020 is overleden. Uit onderzoek blijkt dat deze iPhone X in de maand januari 2020 niet in Leeuwarden, de woonplaats van [naam 10] , is geweest. De telefoon van [naam 10] is enkel op 9 januari 2020 in [woonplaats] geweest, maar uit taps blijkt dat hij die dag enkel contact heeft gehad met verdachte. Op camerabeelden van het [straatnaam] en de Kringloop in [woonplaats] is [naam 10] op 9 januari 2020 omstreeks 19.21 uur niet te zien. Met een tweetal voorbeelden heeft de politie voor 21 en 24 januari 2020 vastgesteld dat [naam 10] niet het Telegram-account [naam 1] heeft gebruikt. [10]
Later wijst [medeverdachte 1] naar ene “ [naam 11] ” (
fonetisch).Deze “ [naam 11] ” zou dwingende instructies hebben gegeven, die [medeverdachte 1] opvolgde uit angst voor represailles. [medeverdachte 1] heeft pas in een laat stadium deze “ [naam 11] ” geïntroduceerd. Het had op zijn weg gelegen hierover eerder te verklaren, zodat onderzoek naar deze persoon mogelijk was geweest. De aanwezigheid van “ [naam 11] ” had dan wellicht uit camerabeelden kunnen blijken.
Ook de chats en afgeluisterde gesprekken geven de rechtbank geen reden te denken dat [medeverdachte 1] in opdracht van een ander heeft gehandeld. Zo blijkt uit het ovc-gesprek in de Kringloopwinkel op 27 februari 2020 dat juist [medeverdachte 1] degene is die instrueert [11] en nadrukkelijk stelt dat hij de CZ al heeft verkocht [12] . Van aanwezigheid of instructies van een “ [naam 11] ” blijkt op dat moment niets.
De rechtbank acht de verklaring van [medeverdachte 1] , inhoudend dat een ander het Telegram-account [naam 1] beheerde, dan ook ongeloofwaardig. Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 1] de gebruiker is van het Telegram-account [naam 1] op zijn iPhone X. De rechtbank zal alle aangetroffen chats op dit account daarom toeschrijven aan [medeverdachte 1] .
De gebruiker van de telefoon BQ Aquarius
Op 27 februari 2020 rijdt [medeverdachte 2] als bestuurder alleen in een VW T-ROC in Drachten. [13] Hij is daar aangehouden. Bij de aanhouding is in die auto een ontgrendelde telefoon BQ Aquarius aangetroffen. [14] Dat de telefoon ontgrendeld was terwijl alleen verdachte zich in de auto bevond, acht de rechtbank een zeer sterke indicatie dat [medeverdachte 2] de gebruiker was van deze telefoon.
In de BQ Aquarius zijn chatgesprekken aangetroffen [15] . Op 22 februari 2020 benoemt de gebruiker van de BQ Aquarius tegenover “ [naam 7] ” dat zijn maat een shotgun ophaalt. [16] Onderdelen van deze chat komen terug in het gesprek tussen [medeverdachte 2] en verdachte in de Kringloopwinkel. [17]
Later op 22 februari 2020 zegt de gebruiker van de BQ Aquarius tegen [naam 7] dat hij en zijn “
[naam 12] ”denken dat een informant bij hen is binnengekomen. Verder zegt de gebruiker dat hij een zaak heeft met een Hollandse compagnon [18] . Deze Hollandse compagnon konden ze nooit pakken voor BV shit en wapenhandel. [19] De rechtbank leidt hieruit af dat de gebruiker van BQ Aquarius met ‘Hollandse compagnon’ kennelijk [medeverdachte 1] bedoelt, want [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn aandeelhouders in de Kringloopwinkel voor 51% respectievelijk 49%. Met ‘
[naam 12]’ zal verdachte zijn bedoeld. Een van hen zal tevens de maat zijn die verstand heeft van wapens.
Op 26 februari 2020 zegt de gebruiker van de BQ Aquarius: “
ben weg moest spoed naar Swalmen”.Swalmen behoort tot de gemeente Roermond. Het bij [medeverdachte 2] in gebruik zijnde telefoonnummer [telefoonnummer] was die dag blijkens gegevens van de zendmasten in Roermond.
Uit een chat van 26 februari 2020 blijkt dat de gebruiker van de BQ Aquarius met een ander buiten de stad is, en dat daar een ‘stille’ rondloopt. Dit spoort met observaties van de politie, die inhouden dat [medeverdachte 2] met [medeverdachte 1] in Rotterdam is wanneer een lid van het observatieteam (OT) twee keer bij hen voorbij loopt. [medeverdachte 1] is daarop een stuk achter dit OT-lid aangelopen.
Op 27 februari 2020 omstreeks 10.48 uur zegt de gebruiker van de BQ Aquarius: “
ben net pas thuis. Was met mijn [naam 12] in club Duitsland”.Ook meldt hij dat een wapen kan worden opgehaald in [plaats] . [20] De rechtbank overweegt dat [medeverdachte 1] zegt dat hij die nacht met [medeverdachte 2] naar Duitsland is geweest, en dat [medeverdachte 2] in [plaats] woont.
Ook is meermalen een ontmoeting afgesproken tussen de gebruiker van de BQ Aquarius en de gebruikers “ [naam 13] ” en “ [naam 7] ” in [plaats] . [21] De ontmoeting met “ [naam 13] ” op 27-2-2020 omstreeks 20.20 uur in de [straatnaam] te [plaats] [22] komt dan ook overeen met de locatie van de VW T-ROC, in gebruik bij [medeverdachte 2] [23] .
De rechtbank constateert dat [medeverdachte 2] geen verklaring heeft willen afleggen over het gebruik van de BQ Aquarius en de inhoud van genoemde chatberichten. Een aannemelijk en controleerbaar alternatief scenario is uitgebleven. Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 2] de gebruiker is van de BQ Aquarius, en zal zij de chats uit die telefoon aan [medeverdachte 2] toeschrijven.

Feit 2 – invoer van wapens vanuit Kroatië

Eerste reis naar Kroatië
Verdachte maakt van 15 mei 2018 tot en met 23 juli 2018 gebruik van nummer [telefoonnummer] . Uit historische gegevens blijkt dat dit nummer vanaf 10 juni 2018 een mast aanstraalt in Smilde, de verblijfplaats van [medeverdachte 1] . Dit nummer van verdachte heeft op 8 juli 2018 voor het eerst telefonisch contact met [medeverdachte 11] via diens nummer + [telefoonnummer] . De telefoon van [medeverdachte 11] straalt vanaf 15 september 2018 vrijwel dagelijks [24] een mast aan in Smilde. [25]
Uit SMS-chats, aangetroffen op de telefoon van [medeverdachte 11] , blijkt dat [medeverdachte 11] vanaf 4 september 2018 contact heeft met ene Nicola [naam 2] , die in Kroatië woont. Op 6 september 2018 schrijft [naam 2] aan [medeverdachte 11] : “
Er is één … halfautomaat lang 9 … geweldig ding”. [medeverdachte 11] antwoordt: “
Maar ik heb 10 stuks nodig, maar alles is welkom, hoeveel geld”. [naam 2] stelt dat nader contact zal volgen, maar dat hij dit alvast heeft voor 300 euro, en genoeg munitie. [medeverdachte 11] heeft meer nodig en dringt aan dat dit te weinig is. Op 7 september 2018 meldt [naam 2] : “
Dit is geregeld … wanneer het jou uitkomt, dat is hier. 500 €”. [26]
Vanaf 21 september 2018 reizen verdachte en [medeverdachte 11] via Duitsland naar Valpovo in Kroatië. [27] Op 23 september 2018 vraagt [medeverdachte 11] : “
Zien we elkaar vandaag”, waarop [naam 2] bevestigend antwoordt. [28]
Op 25 en 27 september 2018 maakt [medeverdachte 11] foto’s in Sag (Kroatië). De foto’s zijn aangetroffen op zijn telefoon. Een van de foto’s toont een witte ronde tafel met 28 handgranaten, een groen blok met nummer 8826 en twee leren tasjes. Deze foto is ook aangetroffen op de telefoon van [medeverdachte 1] . [29] Een andere foto toont een witte emmer met handgranaten met granaatkokers. [medeverdachte 11] heeft verklaard dat de foto’s bij [naam 2] zijn gemaakt, dat verdachte geweren wilde kopen en dat zijn collega [naam 2] ook nog granaten had. [30] Er zaten 20 tot 25 handgranaten in een emmer; [naam 2] heeft granaten op tafel gelegd om deze aan verdachte te laten zien.
Er zijn ook nog drie andere foto’s op de telefoon van [medeverdachte 11] aangetroffen. Foto 8 (of 3; date last modified: 26-9-2018) toont verdachte met 2 handgranaten. Foto’s 9 (of 4, date last modified: 27-9-2018) en 10 (of 5, date last modified: 27-9-2018) tonen verdachte met een shotgun. [31] [medeverdachte 11] heeft verklaard dat hij die foto’s heeft gemaakt bij [naam 2] in Sag. [32] Deze drie foto’s zijn via WhatsApp naar verdachte gestuurd. [33]
Op 28 september 2018 heeft [medeverdachte 12] € 1.445,00 overgemaakt aan [medeverdachte 11] . Ook op 2 oktober 2018 heeft [medeverdachte 12] geld overgemaakt, te weten € 665,00 aan [medeverdachte 11] en
€ 755,00 aan verdachte. [34] [medeverdachte 12] heeft verklaard dat hij deze geldbedragen telkens in opdracht van [medeverdachte 1] via Western Union heeft overgemaakt. [35] [medeverdachte 1] beheerde het geld, en ook het ontvangen geld moest [medeverdachte 12] afdragen aan [medeverdachte 1] . [36]
Uit verkeersgegevens van de telefoons van verdachte en [medeverdachte 11] blijkt dat zij vanaf 6 oktober 2018 gezamenlijk terugreizen. Op 7 oktober 2018 zijn zij weer in Nederland. [37]
Op 8 oktober 2018 zijn met het toestel van [medeverdachte 1] foto’s gemaakt in Smilde. [38] De foto’s van [medeverdachte 11] uit Kroatië zijn vergeleken met de foto’s van [medeverdachte 1] uit Smilde. [39] Op foto’s 1 [40] en 6 [41] staat een vrijwel identiek aantal handgranaten (28 stuks versus 29 stuks), een identiek groen blok met het opschrift 8826 en dezelfde leren etuis met handgranaten. Op foto’s 4 [42] , 5 [43] en 7 [44] staat een identiek vuurwapen. Op foto’s 3 [45] – verdachte met handgranaat – en 8 [46] staat een foto van dezelfde handgranaat. [medeverdachte 11] herkent op de foto’s uit de telefoon van [medeverdachte 1] dezelfde wapens die hij eerder had gefotografeerd in Kroatië. [47]
Na vergelijking van de foto’s concludeert de politie dat er de volgende overeenkomsten zijn:
- 8 groene ronde handgranaten waarvan de nummers op de veiligheidslepels overeenkomen, namelijk 2 x het nummer 8946 en 1 x het nummer 8830;
- 1 groene ronde handgranaat met een soort draaidop;
- 3 goud- of koperkleurige handgranaten;
- 1 groen blok met nummer 8826;
- 16 zwarte handgranaten in Smilde versus 17 zwarte handgranaten in Kroatië;
- twee lederen hoesjes. [48]
Eenzelfde groen blok met nummer 8826 is op 27 februari 2020 bij doorzoeking aangetroffen in de loods aan de [straatnaam] in Groningen. [49] Dit is een explosief dat 500 gram TNT bevat en valt onder artikel 2, lid 1, categorie II onder 7 van de WWM. [50]
Op 25 november 2018 zijn foto’s gemaakt in Smilde, waarop onder andere [medeverdachte 12] te zien is met een wapen. [medeverdachte 11] heeft verklaard dat hij deze foto heeft gemaakt en dat hij dit wapen ook heeft gezien toen hij in oktober in Smilde terugkwam. [medeverdachte 12] had nog nooit een wapen in handen gehad, waarop verdachte zei dat hij [medeverdachte 12] zou leren omgaan met een wapen. [51]
Vervolg: de tweede reis naar Kroatië
Op 23 september 2018 is [medeverdachte 11] nog in Kroatië met verdachte. Hij heeft dan ook contact met ene [naam 15] . [naam 15] zegt tegen [medeverdachte 11] : “
Ik heb tot gistermiddag op jouw komst gewacht, samen met een man die dat ene en ook dat andere voor je kon regelen. Hij is één uur geleden vertrokken. Ik heb ook het hotel voor hem betaald om hem hier te houden. [52]
[medeverdachte 11] vraagt [naam 15] op 27 september 2018 om ene [naam 14] te bellen. [naam 15] zegt op 29 september 2018: “
Ik heb hem net gesproken. (…) Maximum is 15 stuks, Russische originele TT. Per stuk 70 euro. Als je wil, kan ik dat nu met hem regelen en jij brengt mij morgen in de loop van de dag het geld(…)”. [medeverdachte 11] antwoordt: “
Als dat mogelijk is 7 Beretta 9 m., en 8 TT(…)
Als dat niet kan, dan TT 15 stuks”. [53] Uit nadere berichten blijkt dat zij een overeenkomst sluiten.
De rechtbank begrijpt uit deze samenhang, in het licht van dit dossier, dat met “Russische originele TT” een Russisch pistool Tokarev TT-30 of TT-33 is bedoeld en met “Beretta 9 m” een Italiaans handwapen van het merk Beretta, kaliber 9 mm.
Op 15 oktober 2018 vertrekt [medeverdachte 11] met verdachte en [medeverdachte 1] naar Kroatië. [54] Op 16 oktober 2018 heeft [medeverdachte 11] weer contact met [naam 15] . [55] Op 17 oktober 2018 omstreeks 14.00 uur straalt de telefoon van [medeverdachte 11] weer aan in Smilde. [56]
Uit de inhoud van de berichten tussen [medeverdachte 11] en [naam 15] , in samenhang met het storten van geld (€ 966,65) van [naam 15] aan [medeverdachte 12] op 17 oktober 2018 via Western Union, volgt dat er kennelijk is betaald voor wapens die niet zijn geleverd. [medeverdachte 11] heeft vooraf ook de naam van [medeverdachte 12] aan [naam 15] doorgegeven. [57]
Op 18 oktober 2018 heeft [medeverdachte 11] weer contact met [naam 2] . [medeverdachte 11] wil graag foto’s van “datgene”. Op 19 oktober 2018 zegt [naam 2] : “
Bij datgene wat ik heb gefotografeerd geeft hij nog 4 kg explo … En dat is in totaal 1000 € … en datgene wat wordt uitgeschoven eenmalig en één emmer mun. voor dat grote dat ik heb gefotografeerd is 400 € … en de foto’s van die andere krijg je over een paar dagen … ze hebben mij nog niet gebeld. [58]
De rechtbank begrijpt uit deze samenhang, in het licht van dit dossier, dat met “explo” explosieven is bedoeld, met “mun.” munitie en met “datgene wat wordt uitgeschoven eenmalig” een eenmalig uitschuifbare raketlanceerbuis van het type LAW of soortgelijk.
[medeverdachte 11] heeft verklaard dat hij met verdachte, die toen in Smilde woonde, naar zijn collega [naam 2] is gereisd in Kroatië. [naam 2] woont in Sag. Verdachte is in gesprek gegaan om wapens te kopen. [naam 2] had 20 tot 25 handgranaten in een witte emmer. [naam 2] stalde deze uit op een tafel om aan verdachte te laten zien. In opdracht van [medeverdachte 1] heeft [medeverdachte 12] het geld aan verdachte overgemaakt. [59] De correspondentie tussen [medeverdachte 11] en [naam 15] is gevoerd in opdracht van verdachte; verdachte had daarover weer contact met [medeverdachte 1] . [60]
De rechtbank heeft geen redenen om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de in het vonnis opgenomen verklaringen van [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] , aangezien deze telkens worden ondersteund door andere bewijsmiddelen. Uit de bewijsmiddelen blijkt afdoende dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte, [medeverdachte 11] en [medeverdachte 1] bij het invoeren van handgranaten, een explosief en wapens in Nederland.
Concluderend is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan feit 2 – invoer vanuit Kroatië naar Nederland – zoals hierna uit de bewezenverklaring blijkt.

Feit 2 – uitvoer van wapens naar België

*Onderdeel Genk

De broers [naam 34] houden zich volgens de Belgische politie bezig met drugshandel. [61] Op 13 januari 2020 zijn hun woningen aan de [straatnaam] te Genk (België) doorzocht. [62] In de garage van [nummer] zijn aangetroffen:
1) een raketwerper, type RBR M80. [63] Er staan foto’s van soortgelijke raketwerpers op de telefoon van [medeverdachte 1] met verschillende medeverdachten, maar er is geen directe link naar het onderzoek Ultegra. [64]
2) een zwarte stoffen zak met daarin een schijnbaar militair geweer van onbekend merk, type en kaliber, vermoedelijk Heckler & Koch. [65]
3) een zwarte sporttas met een machinepistool, een doos patronen van type .233 Remington en een plastic tas. [66] Een zelfde doos munitie is afgebeeld op een foto in de telefoon van [medeverdachte 1] . De diepvrieszak met munitie is van hetzelfde merk (Toppits, 1 liter, safe loc) als de diepvrieszak met munitie die is aangetroffen in de Kringloopwinkel. [67]
4) een pot gevuld met de springstof pentriet, twee detonators en een tijdschakelaar. [68] Pentriet valt naar Belgisch recht onder dezelfde categorie ontplofbare stoffen als dynamiet. [69] De detonators zijn gemodificeerde commerciële verbindingsstukken voor knalkoord (
detonating cord relay connectors). Een detonator is een explosief ontstekingsmiddel dat zorgt voor een schokgolf om springstof te laten ontploffen. De ontstekers vallen naar Belgisch recht onder Klasse B, munitie, 1e categorie: slagpijpjes. [70] De tijdschakelaar (Time-Power Unit of TPU) bestaat uit een aan/uit-schakelaar, een microcontroller met tijdprogrammering van 3 minuten, een relais en een batterijvoeding. [71] Al deze voorwerpen kunnen tot een explosief gecombineerd worden door de detonators te verbinden met de TPU en in contact te plaatsen met de springstof. [72]
Ritten naar Genk
Uit peilbakengegevens blijkt dat de Audi A4 ( [kenteken] ) op 24 december 2018 omstreeks 14.36 uur stopt aan de [straatnaam] te Groningen. [73] Omstreeks 18.07 uur vertrekt de auto van het [straatnaam] en verplaatst zich naar Genk. Daar staat de auto tussen 21.18 en 21.55 uur aan de [straatnaam] . Vervolgens rijdt de auto terug naar Nederland. [medeverdachte 1] belt op 25 december 2018 om 00.28 uur en 01.47 uur met [medeverdachte 12] om te vragen hoe ver zij zijn. Het antwoord van [medeverdachte 12] strookt telkens met de gegevens van het peilbaken in de auto. [74] De auto keert op 25 december 2018 om 02.02 uur terug aan het [straatnaam] . [75] De telefoonnummers in gebruik bij verdachte en [medeverdachte 12] reizen mee met dit peilbaken. [76]
Op 30 december 2018 rijdt deze auto weer naar Genk en staat tussen 18.20 en 19.01 uur stil aan de [straatnaam] . Het telefoonnummer van verdachte volgt het peilbaken van de auto. [77] Op 3 januari 2019 maakt een door verdachte gehuurde Renault Traffic weer een rit naar Genk. [78]
Uit het dossier blijkt voorts dat verdachte naar België is gereden op 28 december 2018, 30 december 2018, 28 januari 2019, 25 februari 2019, 23 maart 2019, 2 april 2019, 11 april 2019, vermoedelijk 20 april 2019, 14 mei 2019, 29 en 30 mei 2019, 3 en 4 juni 2019, 16 augustus 2019 en 14 september 2019. [79]
Verklaringen verdachten
[medeverdachte 12] heeft - samengevat - verklaard dat hij met verdachte naar Genk is gereden. Zij reden bij aankomst bij de woning met een u-bocht over de oprit naar de garage beneden. De beschrijving door [medeverdachte 12] komt overeen met de woning aan de [straatnaam] . [80] Verdachte gaf in de garage een donkergekleurde sporttas met zakken Dorito chips aan een man. Toen verdachte tegen de tas tikte, hoorde [medeverdachte 12] een kling-kling geluid. Verdachte kwam na een kwartier terug zonder tas. Daarna reden zij terug naar Nederland. [81]
[medeverdachte 3] heeft - samengevat - verklaard dat hij de in Genk aangetroffen ontstekers en het TPU-kastje heeft gemaakt. Hij herkent de uitstekende draadjes, de tape en het krimpkousje. De onderdelen werden aangeleverd door [medeverdachte 1] of verdachte. [82] Op verzoek van [medeverdachte 1] heeft [medeverdachte 3] afstandsbedieningen voor explosieven gemaakt. Dit was globaal in de zomer van 2019. [83]
Conclusie
Uit het voorgaande blijkt dat verdachte en [medeverdachte 12] op 24 december 2018 een tas hebben afgeleverd aan de [straatnaam] in Genk. Wat er in die tas zat, is echter niet komen vast te staan. Bovendien zijn de ten laste gelegde voorwerpen pas aangetroffen op 13 januari 2020, dus meer dan één jaar later. Verdachte heeft later nog een aantal ritten gemaakt naar België, waarbij in elk geval op 30 december 2018 de woning aan de [straatnaam] is aangedaan.
Van de raketwerper, de vuurwapens en het pentriet is geen link aangetoond met enige verdachte in het onderzoek Ultegra. Mede gelet op het tijdsverloop zal de rechtbank verdachte dus vrijspreken voor zover het gaat om deze goederen.
De aangetroffen munitie in de Remington-doos en in de Toppits-diepvrieszak kunnen verband houden met de groep rond [medeverdachte 1] , maar gelet op de algemene verkrijgbaarheid van deze artikelen acht de rechtbank dit verband te onbepaald. DNA-sporen of dactyloscopische sporen ontbreken. Ook van deze voorwerpen zal de rechtbank verdachte dus vrijspreken.
Ten aanzien van de twee ontstekers en de TPU blijkt duidelijk een verband met medeverdachte [medeverdachte 3] . Hij fungeerde als wapenmaker binnen de groep en hij heeft bekend de ontstekers en TPU te hebben gemaakt in opdracht van [medeverdachte 1] en/of van verdachte. [medeverdachte 3] stelt dat hij deze voorwerpen na 24 december 2018 heeft gemaakt. Verdachte blijkt ook na 24 december 2018 een bezoek te hebben gebracht aan de [straatnaam] te Genk, en hij blijkt veelvuldig in België te zijn geweest. De rechtbank heeft geen redenen om te twijfelen aan de verklaringen van [medeverdachte 12] en [medeverdachte 3] . Zij hebben immers ook (deels) belastend over zichzelf verklaard. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte als medepleger, in nauwe en bewuste samenwerking met anderen, de twee ontstekers en de TPU vanuit Nederland naar Genk heeft vervoerd.

*Onderdeel Zwijndrecht

Op 20 april 2019 krijgt de politie melding dat [naam 16] , wonend aan de [straatnaam] te Zwijndrecht (België), een kogel door haar voet heeft gekregen. Zij is de vriendin van [naam 17] , wonend aan de [straatnaam] in Antwerpen (België).
Haar woning is doorzocht [85] , waarbij onder meer zijn aangetroffen:
8 handgranaten
4 vuurwapens met munitie en laders
1 kg explosief
2 GSM-telefoons met connectoren t.b.v. ontstekers
kogelwerende vesten. [86]
Ad 1) Handgranaten [87]
In een reiskoffer treft de politie een plastic tas aan van de Poiesz-supermarkt met daarin vijf handgranaten in groene granaatkokers. De politie heeft deze handgranaten vergeleken met de foto’s van handgranaten op de iPhone X van [medeverdachte 1] . De foto’s, gemaakt op 8 oktober 2018 in Smilde (Nederland), vertonen overeenkomsten met de handgranaten uit Zwijndrecht, als volgt:
- “ De M50 handgranaat (1 stuks) kan uit de voorraad komen waarover [medeverdachte 1] beschikte. De combinatie lichaamsnummer en veiligheidsbeugelnummer is dezelfde als de foto van de granaat aangetroffen op het toestel van [medeverdachte 1] . Qua verdere uiterlijke kenmerken zijn er tevens overeenkomsten, egaal/geen beschadigingen waarneembaar.”
- “ De M75 handgranaten (4 stuks) uit Zwijndrecht kunnen afkomstig zijn uit de voorraad waarover [medeverdachte 1] beschikte, de veiligheidsbeugelnummers komen met elkaar overeen, de granaten waren verpakt in granaatkokers.”
Geconcludeerd is dat: “Hoewel niet met zekerheid kan worden aangegeven of de aangetroffen handgranaten in Zwijndrecht daadwerkelijk dezelfde handgranaten zijn als te zien op de foto’s gemaakt in Smilde, lijkt het feit dat er meerdere overeenkomsten zijn tussen de vier handgranaten M75 en de handgranaat M50 uit Zwijndrecht met de handgranaten van de foto’s uit Smilde en het feit dat deze overeenkomstige handgranaten ook naast elkaar staan op de foto die gemaakt is in Smilde, geen toevalligheid meer.” [88]
Er is ook nader onderzoek gedaan naar de plastic tas van de Poiesz-supermarkt. De opdruk “95 jaar” correspondeert met het jubileum van de Poiesz-supermarkt op 16 januari 2018.
In de iPhone X van [medeverdachte 1] is een foto aangetroffen waarop hij te zien is met twee handgranaten in zijn handen. Op de achtergrond van deze foto is ook een plastic tas van de Poiesz-supermarkt te zien met het opschrift “95 jaar”. [89]
Op één van de vijf granaatkokers is - kort gezegd – het DNA aangetroffen van [medeverdachte 11] . [90]
Ad 2) Vuurwapens
Op een semiautomatisch pistool, merk Walther P38, 9mm, is - kort gezegd - een DNA-mengprofiel aangetroffen waarvan het DNA van verdachte deel uitmaakt. [91]
Ad 3) Explosief
In een slaapkamer is een Action-tas aangetroffen met daarin een Adidas-schoenendoos met daarin zes staven dynamiet van het merk Austrogel G1. [92] De rechtbank constateert dat dit dezelfde springstof is als het explosief dat is aangetroffen in Soesterberg (zie feit 3, 4 en 5).
Ad 4) GSM-telefoons met connectoren t.b.v. ontstekers
In de Adidas-schoenendoos zit ook een plastic zakje met twee elektrische slagpijpjes. Op de knoop van het zakje is - kort gezegd - DNA van verdachte aangetroffen. [93]
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat [medeverdachte 1] hem heeft gevraagd om een afstandsbediening te maken voor explosieven. Daarvoor waren oudere telefoons nodig. In de nacht van 1 op 2 april 2019 hebben mannen, waaronder verdachte en [medeverdachte 7] , hiertoe twee of drie telefoons bij [medeverdachte 3] thuis afgeleverd. [medeverdachte 3] heeft – na confrontatie met de foto van de slagpijpjes en telefoons – bekend dat hij deze heeft geprepareerd om een explosief te laten ontploffen. [94] Hij heeft de slagpijpjes gemonteerd en kruit in de slagpijpjes gebracht. De slagpijpjes zijn tegelijk met de telefoons meegenomen.
De GSM-telefoons waren een witte Samsung (IMEI [nummer] ) en een zwarte Samsung (IMEI [nummer] ). [95] Op de witte Samsung is - kort gezegd - DNA aangetroffen van verdachte [96] , [medeverdachte 3] [97] en [medeverdachte 12] [98] . Op de zwarte Samsung is kort gezegd - DNA aangetroffen van verdachte [99] , [medeverdachte 3] [100] en [medeverdachte 7] [101] .
Uit de historische gegevens van deze IMEI-nummers blijkt dat beide telefoons vrijwel tegelijk op dezelfde locatie van een nieuw telefoonnummer zijn voorzien, te weten op 2 april 2019 omstreeks 03.29 en 03.33 uur, waarbij telkens de mast aan de [straatnaam] te Leeuwarden werd aangestraald. Deze mast ligt op 200 meter van het adres van [medeverdachte 3] . [102] In de zwarte Samsung zat tot 2 april 2019 een simkaart op naam van [bedrijf 2] . Ook andere telefoonnummers op naam van [bedrijf 2] waren ooit geplaatst in deze zwarte telefoon. [103]
Uit OVC-gesprekken op 1 en 2 april 2019 blijkt het volgende. Op 1 april 2019 omstreeks 21.07 uur rijden verdachte en [medeverdachte 7] in de Audi A4 ( [kenteken] ) van de woning van [medeverdachte 1] aan het [straatnaam] te [woonplaats] (verder: het [straatnaam] ) naar de woning van [medeverdachte 3] aan de [straatnaam] te Leeuwarden. Verdachte zegt op een zeker moment “
grappig spul”. [medeverdachte 7] vraagt wat het is. Verdachte antwoordt: “
Het is 350 voor een gram. 5000 euro. (…) Een plaatje is ongeveer 150/125 gram … Zwitserse … uit Zwitserland … met een donator (fonetisch)[de rechtbank begrijpt: detonator]
erop, waarde van ongeveer 3/4 kop. (…)
Eén boem he … boem”. [medeverdachte 7] zegt: “
Beste BOEM”. [104] De rechtbank merkt op dat Austrogel G1 een merknaam is van Austin Powder GmbH, voorheen Dynamit Nobel te Wenen, Oostenrijk.
Omstreeks 21.42 uur stoppen verdachte en [medeverdachte 7] ter hoogte van de woning van [medeverdachte 3] . Verdachte stapt uit, [medeverdachte 7] blijft in de auto. Omstreeks 22.25 uur stappen verdachte en [naam 10] bij [medeverdachte 7] in de auto en rijden zij naar Franeker. Onderweg bespreken zij dat drie mobiele telefoons van een ouder type nodig zijn; daarna is het “klaar”.
Verdachte belt [medeverdachte 12] en geeft hem opdracht een telefoon te regelen. Verdachte vraagt waarom [medeverdachte 12] niet meteen opnam en vraagt excuses van [medeverdachte 12] . [105] [medeverdachte 12] moet naar Donkerbroek komen bij het [naam restaurant] . Verdachte herhaalt dat hij de oude Nokia zonder camera bedoelt. Verdachte vraagt ook of er nog andere oude telefoons thuis zijn. Er is haast bij, want ze hebben de telefoon vannacht al nodig. [106]
Omstreeks 22.58 uur stapt [naam 10] in Franeker uit en vervolgens weer in; hierna blijkt dat hij een telefoon met lader heeft opgehaald.
Om 23.18 uur is de auto weer in de buurt van de woning van [medeverdachte 3] . Verdachte en [naam 10] stappen uit en [medeverdachte 7] zegt: “
Zie ik jullie zo weer”.
[medeverdachte 7] rijdt naar Donkerbroek en komt om 23.44 uur aan bij restaurant het [naam restaurant] .
Op 2 april 2019 omstreeks middernacht zijn [medeverdachte 7] en [medeverdachte 12] in de auto te horen. Vervolgens rijdt [medeverdachte 7] weer terug naar de woning van [medeverdachte 3] .
Om 01.15 uur stappen verdachte en [naam 10] weer bij [medeverdachte 7] in de auto. Verdachte spreekt over België en zegt dat [medeverdachte 7] niet mee kan. Om 02.00 uur is de auto in Smilde, en arriveert om 02.42 uur weer bij de woning van [medeverdachte 3] . Verdachte en [naam 10] spreken onderweg af dat zij morgen naar België gaan. [107]
[naam 10] wordt afgezet in Franeker, waarna verdachte en [medeverdachte 7] terugkeren naar de woning van [medeverdachte 3] . Om 4.25 uur stappen verdachte en [medeverdachte 7] weer in de auto. [medeverdachte 7] zegt: “
ik heb op internet gelezen dat als je een explosief met een telefoon af wil laten gaan, dan moet dat met de trilfunctie”. [108]
Op 2 april 2019 om 13.51 uur rijden verdachte en [medeverdachte 7] in dezelfde auto van Smilde naar [woonplaats] . Tussen 14.09 tot 15.50 uur staat de auto aan het [straatnaam] . Daarna vertrekken verdachte en [medeverdachte 7] weer. [medeverdachte 7] zegt: “
Je hebt een hele rit voor de boeg.” Verdachte zegt: “
Iemand ramt tegen [naam 18] zo aan … hele snelweg in de lucht”. [medeverdachte 7] zegt: “
niet best”. Verdachte lacht. [medeverdachte 7] merkt op: “
een rijdende tijdbom”. Er volgt een gesprek tussen verdachte en [medeverdachte 7] over trekkoord-ontstekers, 9 volts-batterijen, en LED-lampjes van 3 volt. [109] Rond 16.05 uur stopt de auto bij McDonald’s in Drachten.
Verdachte stapt bij [naam 10] in een Ford Focus met kenteken [kenteken] . De Ford Focus passeert om 19.15 uur de Belgische grens bij Hazeldonk. De Ford Focus is vervolgens twee keer vastgelegd in Antwerpen. Om 22.29 uur rijdt de Ford weer Nederland in. [110]
[medeverdachte 7] zit op 2 april 2019 omstreeks 17.46 uur met een ander in de Audi A4. [medeverdachte 7] zegt: “
Gister hadden ze telefoon gebruikt om ontsteker te voorzien.” Onbekende: “
Goed spul”. [medeverdachte 7] : “
Dat hoop ik wel. (…) Gebruikt elektrische ontsteker toch”. Onbekende vraagt: “
explosief”, hetgeen [medeverdachte 7] bevestigt. [111]
Ad 5) Kogelwerende vesten
Op de ritssluitingen van de kogelwerende vesten met nummers 3 en 4 is - kort gezegd – het DNA aangetroffen van [medeverdachte 1] . [112]
[naam 17] [113] heeft onder meer verklaard dat hij de in Zwijndrecht aangetroffen wapens daar heeft gebracht. Hij heeft tegen een financiële vergoeding dingen voor twee anderen bij zich gehouden. Er zijn verschillende leveringen geweest. De eerste twee wapens zijn geleverd aan de [straatnaam] . De Adidas-schoenendoos is in Merksem geleverd; deze heeft hij daarna naar Zwijndrecht gebracht. De personen wisten dat hij ook in Zwijndrecht verbleef, dus daar is vervolgens ook geleverd. De kogelwerende vesten moest hij ook bij zich houden.
Conclusie
Gelet op het aangetroffen DNA van zowel verdachte als van meerdere medeverdachten op de in Zwijndrecht aangetroffen goederen, de vergelijking van de handgranaten met de foto’s op de telefoon van [medeverdachte 1] , de verklaring van [medeverdachte 3] , de gereden routes, de opgenomen gesprekken en de tot medeverdachten te herleiden telefoons, is evident dat verdachte met anderen bewust het plan heeft uitgevoerd om de aangetroffen goederen naar Zwijndrecht te brengen. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onderdeel Zwijndrecht van feit 2 heeft medegepleegd.

*Onderdeel [straatnaam]

Op 1 augustus 2019 is de woning van [naam 17] aan de [straatnaam] te Antwerpen [114] doorzocht. [115] In de bergruimte is een plastic zak aangetroffen met daarin een Beretta-pistool, gewikkeld in een blauwe plastic handschoen, en een plastic zak met munitie. [116] Op de lader van het pistool is - kort gezegd - DNA van verdachte aangetroffen. [117]
Uit bakengegevens van de Audi A4 ( [kenteken] ) blijkt onder meer:
- dat de auto op 30 december 2018 tussen 19.58-20.11 uur stil staat aan de [straatnaam] ;
- dat de auto op 3 januari 2019 tussen 22.23-00.42 uur aanwezig is nabij de [straatnaam] ;
- dat de auto op 3 januari 2019 tussen 22.31-00.20 uur op de [straatnaam] te Antwerpen staat, [118] op drie minuten lopen van [naam hotel] . Hier zouden [naam 17] en [naam 3] tussen 24 december 2018 en 1 februari 2019 verblijven. Verder is [naam 17] een frequente bezoeker van het adres [straatnaam] te Antwerpen (zie onderdeel [straatnaam] hierna). [119]
Conclusie
Uit de bewijsmiddelen genoemd in dit onderdeel en in andere onderdelen (feit 2, 3, 4 en 5) volgt dat verdachte meermalen in België is geweest en dat zijn DNA is aangetoond op het aan de [straatnaam] aangetroffen Beretta-pistool. [naam 17] heeft geen namen genoemd, maar uit zijn verklaring valt naar het oordeel van de rechtbank wel op te maken dat dezelfde leveranciers hem wapens leverden in Zwijndrecht en ook aan de [straatnaam] . Verdachte handelde volgens de bewijsmiddelen vrijwel altijd als medepleger van en in opdracht van [medeverdachte 1] . De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onderdeel [straatnaam] van feit 2 heeft medegepleegd.

*Onderdeel [straatnaam]

Op 3 juni 2019 om 14.55 uur arriveren [medeverdachte 7] en [medeverdachte 12] in een Audi A6 ( [kenteken] ) aan het [straatnaam] . Omstreeks 15.33 uur vertrekt [medeverdachte 7] in de Audi A6. Hij rijdt via Beerta, het toenmalige verblijfadres van onder meer verdachte, naar de [straatnaam] te Groningen. Daar staat de auto tussen 18.12 en 18.19 uur.
Om 19.03 uur is de Audi A6 met verdachte en [medeverdachte 7] terug aan het [straatnaam] . Om 19.53 uur lopen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] naar de auto. [medeverdachte 7] opent de kofferbak. Er ligt een zwarte tas in, en iets dat lijkt op een blauw dekzeil. [medeverdachte 7] en [medeverdachte 1] tillen dit uit de auto. Zij kijken samen een poosje in de kofferbak. [medeverdachte 7] heeft daarna handschoenen aan. Hij pakt de zwarte tas, legt deze terug in de kofferbak en dekt deze af met het blauwe zeil. [medeverdachte 1] loopt intussen al bellend naar de woning. [120]
Om 20.00 uur herhaalt het proces zich. [medeverdachte 1] en verdachte staan bij de auto. [medeverdachte 7] opent de kofferbak en haalt het dekzeil en de zwarte tas eruit. Vervolgens heeft [medeverdachte 7] zijn hoofd een tijdje in de kofferbak. [medeverdachte 1] en verdachte kijken mee. [medeverdachte 7] pakt daarna de spullen weer in. De zwarte tas gaat de kofferbank in, daarna het blauwe zeil. De handschoenen gaan uit en de kofferbak gaat dicht.
Om 20.05 uur vertrekken verdachte en [medeverdachte 7] in de Audi A6. De Audi maakt een stop van 6 minuten aan de [straatnaam] te Groningen en rijdt dan naar Leeuwarden. Om 21.40 uur zijn verdachte en [medeverdachte 7] bij de woning van [medeverdachte 3] aan de [straatnaam] . Als zij weer vertrekken, staat [medeverdachte 3] in de deuropening van zijn werkplaats. Vervolgens rijdt de Audi rechtstreeks naar Antwerpen, om daar op 4 juni 2019 omstreeks 01.00 uur aan te komen. [121]
Op 4 juni 2019 om 07.59 uur belt verdachte met [medeverdachte 10] . Verdachte geeft aan dat ze moeten blijven en dat er iets mis is gegaan. Zij zijn naar een hotel gebracht. Verdachte ligt in bed en [medeverdachte 7] ook.
Tussen 16.27 uur en 19.29 uur staat de Audi stil aan de [straatnaam] te Antwerpen. [122]
Om 16.53 uur worden verdachte en [medeverdachte 7] in het appartement aan de [straatnaam] te Antwerpen ontvangen door [naam 3] . Tussen 17.17 en 18.01 is een onbekende licht getinte man ook binnen. Tussen 18.35 en 19.16 uur is Doru eveneens in het appartement. [123]
Verdachte en [medeverdachte 7] hebben in het appartement aan de [straatnaam] te Antwerpen, België, een gesprek met [naam 3] , aangeduid als NN1. Het afgeluisterde gesprek heeft - samengevat - de volgende strekking.
Verdachte vraagt [medeverdachte 7] of hij handschoenen wil pakken. Verdachte en [medeverdachte 7] proberen vervolgens een afgebroken draad te repareren. Daarna geven verdachte en [medeverdachte 7] uitleg. Zij bespreken dat iets aan en uit gaat, dat een knopje groen blijft, dat iets erin gedrukt wordt, dat het papier eraf gaat, en dat balletjes geknipt worden en in een handschoen gaan. De folie moet daar weer op, anders krijg je die rommel niet meer uit je kleren. Het heeft een sterke lucht. Besproken wordt dat een ontsteker op de computer wordt aangesloten om de tijd in te stellen. NN1 vraagt om dit te testen op 3 minuten. Verdachte antwoordt dat het lampje gelijk gaat branden als ze hem aanzetten. Volgens verdachte branden deze op hetzelfde moment één keer, en dan gaat de stroom door. [medeverdachte 7] zegt: boem. NN1 hoopt niet dat hij die ineens indrukt. [medeverdachte 7] zegt: binnen 3 minuten. NN1 vraagt of dat niet een beetje snel is. Verdachte zegt dat die vader graag met hem en [medeverdachte 1] tot elkaar wil komen, maar die vriend van mij, die zei: pech, [medeverdachte 1] zit vast. NN1 is bezorgd dat zij straks ook aan een andere groep verkopen. Verdachte wil wel met NN1 werken maar niet met anderen. Als NN1 vraagt hoe verdachte dit heeft uitgevonden, antwoordt verdachte dat hij die legerman pakt, die vriend van [medeverdachte 1] [de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 1] ]. Deze man mag nog steeds op sites van het leger en daar pakt hij gewoon dingen. NN1 vindt dit een slimme kerel. Volgens verdachte is dit van het leger, daar doen ze alleen maar dit. Ze gaan op de muren, trekken zo'n pen eruit uit en dan brandt ie van binnen af en BOEM. [medeverdachte 7] zegt dat je eigenlijk knopjes moet hebben, waar je draadjes aan kunt solderen. Volgens verdachte kun je de plaatjes extern installeren op hoeveel tijd je wilt. Op de site staat dat ze dat tussen één en drie minuten doen. Volgens verdachte heeft hij [de rechtbank begrijpt: verdachte [medeverdachte 3] ] gezegd: als jij een jongen hebt die het nog nooit heeft gedaan ... 3 minuten ... of een beetje traag is ..... dan gaat hij zelf ook de lucht in. Volgens [medeverdachte 7] moet het sowieso niet langer dan 5 minuten. Volgens verdachte heb je dan kans dat één van de batterijen leeg is, en er staat advies op die legersite van 1 of 3 minuten. Het leger doet alles op één minuut. Volgens verdachte moet de simkaart erin, en is er sprake van een netwerk. Er zijn drie wachtwoorden. Eén wachtwoord activeert, het andere wachtwoord stuurt de GPS-locatie en de derde zet het de lucht in. Verdachte zegt: je verkoopt zo’n ding, stelt hem in op 30 seconden, met het idee dat zij hem gaan plaatsen, en tijdens het plaatsen gaan ze de lucht in. NN1 en verdachte moeten lachen. NN1 en [medeverdachte 7] zeggen beiden: BOEM. Verdachte spreekt af dat de ander ervoor zorgt de handschoenen weg worden gegooid. Er komt nog een persoon NN3 binnen. NN1 zegt: “
wij gaan die dingen maken”. NN3 reageert daarop met: “
Ah die ontstekers!”. [124]
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij een kastje heeft gemaakt met een batterij, printplaatjes en een relais. Het was de bedoeling dat dit kastje zou werken als vertrager om een slagpijpje tot ontploffing te brengen. Hij heeft er een stuk of drie gemaakt. Bij het aanzetten loopt een timer af die was ingesteld op 1 minuut. [125] Geconfronteerd met dit afgeluisterde gesprek verklaart [medeverdachte 3] dat de uitspraak over aansluiten op de computer betrekking heeft op de kastjes die hij heeft gemaakt, en dat de genoemde drie minuten hiermee overeenkomen. Over het ‘lampje dat gelijk gaat branden’, verklaart [medeverdachte 3] dat het ledje direct gaat branden wanneer je de schakelaar omzet. De uitspraken over ‘plaatjes die extern geïnstalleerd worden op de gewenste tijd’, over een simkaart en een netwerk, en over drie wachtwoorden, hebben volgens [medeverdachte 3] betrekking op de apparaatjes waar hij eerder mee bezig was, en die hij nog heeft liggen. [126]
Om 19.27 uur verlaten verdachte en [medeverdachte 7] het appartement. Zij rijden in de Audi A6 naar het [straatnaam] , en komen hier aan omstreeks 23.38 uur. Op 5 juni 2019 omstreeks 00.25 uur rijdt de Audi A6 via Groningen naar Beerta. [127]
Conclusie
Voorafgaand aan de reis naar Antwerpen wordt de Audi A6 tot twee keer toe opnieuw ingepakt, waarbij [medeverdachte 7] telkens handschoenen draagt. Dit duidt op wetenschap van illegale activiteiten: het achterlaten van vingerafdrukken of DNA moet kennelijk worden voorkomen. Dit proces wordt telkens geobserveerd door verdachte en [medeverdachte 1] .
Vervolgens wordt zowel de loods aan de [straatnaam] bezocht als de woning van [medeverdachte 3] , de maker van de ontstekers, waarna naar België wordt gereden.
In het appartement aan de [straatnaam] spreken verdachte en [medeverdachte 7] met [naam 3] evident over de werking van een explosief en van een ontsteker met bijbehorende TPU. Uit hun gesprek volgt dat deze voorwerpen op dat moment daadwerkelijk voor hen liggen. Aan het begin en einde van het gesprek blijkt dat zij handschoenen dragen, en dat die adequaat moeten worden weggegooid. Ook dat duidt op het voorkomen van opsporing.
Verdachte heeft met zijn medeverdachten zo nauw en bewust samengewerkt in de voorbereiding en uitvoering dat sprake is van het medeplegen van de uitvoer naar België. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onderdeel [straatnaam] van feit 2 heeft medegepleegd.

Feit 3 en 4: wapenhandel & overdragen van wapens in Nederland

*Onderdeel [naam 4]

Verdachte, [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] rijden op 16 maart 2019 rond 16.00 uur in de Audi A4 ( [kenteken] ) naar de woning van [medeverdachte 1] aan het [straatnaam] . [128] Omstreeks 23.32 uur vertrekt de Audi weer richting Groningen en stopt daar rond 00.20 uur. Verdachte bevestigt dat hij de sleutel bij zich heeft. Omstreeks 00.32 uur zegt verdachte dat de telefoons op vliegtuigstand moeten. Verdachte zegt: “
we knallen gewoon de 4 kogels hier af en dan rijden we weg.”De Audi is dan aan de [straatnaam] te Groningen. [129] Verdachte stapt uit. [medeverdachte 7] zegt:
“we schieten gewoon daar achter”. Verdachte stapt weer in de auto.
Omstreeks 00.41 uur zegt verdachte dat hij wil schieten. [medeverdachte 12] zegt: “
Breng hem gewoon in, hij komt er wel achter, joh. Hij krijgt al een vet koopje he, met zijn -600 van mij.
[medeverdachte 12] vraagt of dat ding echt zo goedkoop is. Verdachte zegt dat hij er 300 of 400 voor heeft betaald. De Audi vertrekt tijdens dit gesprek.
De Audi stopt en verdachte stapt uit. [medeverdachte 7] zegt: “
Ik dacht dat het een pistool was.” [medeverdachte 12] reageert: “
Nee, joh … dit is zo’n … ding ja.” De Audi rijdt verder en staat weer stil. [medeverdachte 7] zegt: “
Ik heb gewoon pistoolkogels, ja”. [medeverdachte 12] zegt dat die hier ook in gaan. [medeverdachte 7] bevestigt desgevraagd dat het 9-mm’s zijn. Verdachte stapt weer in en [medeverdachte 12] vraagt hem: “
Deze gun is voor 9 mm, toch?” Verdachte vraagt waar de kogels zijn. [medeverdachte 7] zegt dat hij ze in de handschoen heeft gedaan. [130] Hij heeft er veertien meegenomen. [medeverdachte 12] zegt: “
hij moest 24 … hij moest 20 hebben. Dat zei [medeverdachte 1] ”[de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 1] ]. [medeverdachte 12] vertelt telefonisch aan een derde dat zij over 20 minuten bij die derde zijn.
De Audi stopt om 01.03 uur aan de [straatnaam] te Zuidwolde. Verdachte zegt: “
Waar ik stop, stap gelijk allebei eruit … trek hem naar achteren en schiet gewoon de lucht in. (…) Maar ga maar naast op die gras staan.” [medeverdachte 7] zegt: “
Ja, zodat die hulzen in die gras blijft zitten.” [medeverdachte 12] vraagt: “
Je kan hier gewoon twee keer achter elkaar schieten?”. Verdachte zegt: “
Schiet maar twee keer.” [medeverdachte 7] vraagt: “
moet nog wel gevuld worden toch?”Op instructie van verdachte wordt dan geschoten. Er zijn twee knallen kort na elkaar te horen. [131] Verdachte zegt: “
snel snel snel!”. Er zijn weer twee knallen te horen. Daarna rijden zij weg.
Om 01.07 uur rijdt de Audi door de Arubastraat in Groningen. [132] [medeverdachte 12] zegt: “
Volgens mij was het [nummer]”. [medeverdachte 7] vraagt: “
Moet hij de rest van de kogels hebben?”. Verdachte bevestigt dat. Om 01.16 uur stopt de Audi A4 op 50 meter afstand van de woning [straatnaam] . Verdachte en [medeverdachte 12] stappen uit. Om 01.50 uur zijn verdachte en [medeverdachte 12] terug in de Audi. [medeverdachte 12] duidt verdachte aan als “
[naam 19]”. [133]
Op 20 maart 2019 wordt [naam 4] aangehouden in zijn woning aan de [straatnaam] . Hier wordt in beslag genomen [134] een semiautomatisch kogelgeweer van het merk Marlin, 9 mm, met magazijn. Dit blijkt bij onderzoek een vuurwapen te zijn van categorie III. [135]
Op enkele meters van de plek waar de Audi was gestopt, worden drie hulzen gevonden. [136] Volgens onderzoek door het NFI is het extreem veel waarschijnlijker (ordegrootte > 1.000.000) dat deze hulzen met dit vuurwapen zijn verschoten dan dat deze zijn verschoten met een ander vuurwapen van dit kaliber met dezelfde systeemkenmerken. [137]
[medeverdachte 7] heeft verklaard dat het wapen is opgehaald bij de container, mogelijk aan de [straatnaam] , dat hij er twee keer mee heeft geschoten op het platteland en dat hij heeft gereden bij het afleveren van het vuurwapen. [138]
[medeverdachte 12] heeft verklaard dat hij met verdachte en [medeverdachte 7] naar Groningen is gegaan. Zij hadden een wapen bij zich. Hij en [medeverdachte 7] hebben ermee geschoten, voorafgaand aan de levering. [139] Het wapen is geleverd aan de [straatnaam] bij een jongen van wie hij een kamer had gehuurd. [medeverdachte 1] kwam op het idee om de schuld af te betalen door [naam 4] deze Marlin te geven. De Marlin kwam uit de stash aan de [straatnaam] . [140]
De rechtbank concludeert dat [medeverdachte 1] met [naam 4] heeft onderhandeld over de verkoop van het vuurwapen. Het motief is een schuld van [medeverdachte 12] aan [naam 4] . Verdachte, [medeverdachte 7] en [medeverdachte 12] zijn naar de stash aan de [straatnaam] gegaan om het wapen op te halen. Uit de gesprekken in de auto blijkt dat zij vóór de overdracht alle drie wisten dat dit wapen verkocht was en afgeleverd zou worden aan [naam 4] . Uit de bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte in praktische zin de leiding bij het schieten en bij de aflevering; zo wordt hij aangeduid als “ [naam 19] ”. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onderdeel [naam 4] van de feiten 3 en 4 heeft medegepleegd.

*Onderdeel [naam 6]

Vast staat dat de in het dossier opgenomen telefoongesprekken zijn gevoerd tussen verdachte ( [telefoonnummer] ) en [naam 6] ( [telefoonnummer] ). Vast staat ook dat de loods aan de [straatnaam] in Groningen onder meer door verdachte is gebruikt voor de opslag van wapens en/of munitie.
Bij bestudering vallen de volgende gesprekken op.
Op 20 en 21 juni 2019 wordt gesproken over cd’s. Hoewel evident is dat daarop een ontmoeting is gevolgd, zijn deze gesprekken niet te relateren aan wapens of munitie. Het is ook mogelijk dat hier gesproken wordt over – bijvoorbeeld – verdovende middelen.
Op 4 juli 2019 zegt [naam 6] dat hij “
die ding” wil bekijken, waarop verdachte zegt: “
Je hoeft niet te kijken … hij is mooi mooi… ik heb hem gepoetst, ingesmeerd…”. [naam 6] waarschuwt dat hierover telefonisch niet gesproken mag worden. De rechtbank leidt hieruit af dat een wapen is bedoeld. Na dit gesprek bezoekt verdachte de loods aan de [straatnaam] , daarna volgt een ontmoeting. Opvallend is dat verdachte daarna weer een bezoek brengt aan de loods. Uit het telefoongesprek van 5 juli 2019 maakt de rechtbank op dat verdachte teleurgesteld is dat [naam 6] dit wapen niet heeft gekocht. Verdachte stelt: “
Je hebt gisteren mijn hart gebroken, broer”. De rechtbank concludeert dat op 4 juli 2019 kennelijk geen overdracht plaatsvond.
In het telefoongesprek van 5 juli 2019 biedt verdachte ‘
kindersurprises’aan. De rechtbank acht het mogelijk dat hier handgranaten zijn bedoeld. Verdachte had die blijkens de bewijsmiddelen immers tot zijn beschikking, en bij de doorzoeking van de loods aan de [straatnaam] zijn granaatkokers aangetroffen.
Op 6 juli 2019 volgt een gesprek over hoeveelheden, maar hieruit blijkt niet over welke voorwerpen het gaat. Het eerder genoemde aantal van zeven exemplaren keert in dit gesprek niet terug. Verdachte gaat daarna via de [straatnaam] naar [naam 6] . Na een aantal minuten vertrekt hij weer naar de [straatnaam] , om kort daarna wederom naar [naam 6] te gaan.
In de gesprekken van 10, 11 en 15 juli 2019 wordt het codewoord ‘
fruitsalade’gebruikt. In het gesprek op 15 juli 2019 spreekt verdachte over “
drie met een drukpunt”. Ook wordt afgesproken dat verdachte op 16 juli 2019 naar [naam 6] gaat.
Op 17 juli 2019 is de woning van [naam 6] doorzocht; hierbij zijn geen wapens aangetroffen. Het gesprek tussen verdachte en [naam 6] op 18 juli 2019 gaat kennelijk over deze doorzoeking. Verdachte vraagt of het schoon was. [naam 6] antwoordt: “
niet eens een waterpistool”. Daarna wil hij niet meer praten, uit angst voor afluisterapparatuur.
Het telefoongesprek op 27 augustus 2019 gaat aanvankelijk over wit spul. Vervolgens stelt verdachte dat er een “
rioolbuis” over is. De rechtbank overweegt dat in versluierde taal een lanceerbuis kan zijn bedoeld.
In het telefoongesprek op 16 oktober 2019 vraagt [naam 6] : “
die twee dingen wat je me toen nog zei … zijn die er nog?”. Verdachte bevestigt dat hij twee nieuwe heeft gekregen. Later die dag volgt een gesprek over de prijs. De rechtbank kan hieruit echter niet afleiden wat die twee dingen zijn. Ook blijkt niet van een ontmoeting of een levering.
In het gesprek van 1 november 2019 vraagt [naam 6] : “
heb je 3 x 47 liggen nu”. Verdachte reageert met: “
nee (…) we wachten”. De rechtbank ziet een mogelijke link naar wapens, te weten AK47’s, maar hier blijkt evenmin dat een overeenkomst, een ontmoeting of een levering is gevolgd. Het verweer, inhoudend dat werd gesproken over de wietsoort AK47, kan niet als hoogst onwaarschijnlijk worden verworpen.
Op 15 november 2019 volgt een gesprek waarin verdachte vraagt om een “
switch voor achteren”. Gezien de andere informatie uit het dossier kan dit betrekking hebben op een voorziening achterop het pistool Glock, waardoor dat pistool automatisch kan vuren. De rechtbank ziet echter niet dat dit gesprek leidt tot een overeenkomst, ontmoeting of levering. In het gesprek van 17 november 2019 stelt [naam 6] dat ‘
er niet meer was’.
Daarna reist verdachte via een stop aan de [straatnaam] naar [naam 6] . Uit het daaropvolgende gesprek blijkt wel van onderhandelingen over hoeveelheden en prijzen, maar de rechtbank kan hieruit niet afleiden over welke voorwerpen het gaat.
Opmerkelijk is dat verdachte in het gesprek van 17 november 2019 vraagt of [naam 6] een grote tas heeft. Als [naam 6] zegt dat hij geen tas heeft, antwoordt verdachte dat hij wel een dekbed of zoiets zal vinden. Dit geeft te denken, temeer omdat verdachte hierna de loods bezoekt en vervolgens naar [naam 6] gaat. Daarbij komt dat op 18 november 2019 een ‘deal’ is gemaakt, waarbij [naam 6] aangeeft dat hij de andere drie ook neemt. Later blijkt dat verdachte maar één exemplaar voorradig heeft. Uit het telefoongesprek van 19 november 2019 kan afgeleid worden dat verdachte niets meer heeft. Desondanks volgt een ontmoeting op 20 november 2019.
Ook in de gesprekken van 22 tot en met 27 november 2019 wordt gesproken over leveringen, ontmoetingen en betalingen. Verdachte bezoekt in een aantal gevallen de loods aan de [straatnaam] , maar het dossier biedt geen inzicht in de mogelijk verhandelde voorwerpen, ook niet wanneer alle eerder en later gevoerde gesprekken in de beschouwing worden betrokken. Ook de latere gesprekken, gevoerd in december 2019, volgen dit patroon.
De rechtbank overweegt dat de afgeluisterde gesprekken en de reisbewegingen wel de verdenking rechtvaardigen dat verdachte en [naam 6] betrokken waren bij wapenhandel, mede gelet op de eerder genoemde onderdelen. Desondanks acht de rechtbank dit onderdeel niet bewijsbaar. De getapte gesprekken en de afspraken bieden onvoldoende aanknopingspunten om vast te stellen over welke voorwerpen werd onderhandeld; er zijn immers geen wapens en/of munitie aangetroffen die door de politie zijn onderzocht. Ook blijkt niet dat tussen [naam 6] en verdachte concrete foto’s van wapens werden uitgewisseld; evenmin blijkt van prijzen waaruit volgt dat het over bepaalde wapens of munitie moet zijn gegaan. Ook de fase na de onderhandelingen is niet helder geworden; in het dossier blijft onduidelijk of het ging om wapens of munitie, van welke categorieën die dan waren, en in welke gevallen een ontmoeting of een overdracht is gevolgd. De wijziging van de WWM van 23 juni 2019, die ook de activiteiten van wapenmakelaars onder de definitie van ‘verhandelen’ heeft gebracht, maakt dit niet anders. Ook in het geval van een wapenmakelaar moet immers met voldoende zekerheid komen vast te staan dat de onderhandelingen zagen op vuurwapens, essentiële onderdelen daarvan of munitie.
Onder deze omstandigheden is naar het oordeel van de rechtbank de Murray-jurisprudentie niet van toepassing en kan het zwijgen van verdachte ten aanzien van de verdenkingen niet ten nadele van hem worden uitgelegd. Gelet op het voorgaande wordt verdachte vrijgesproken van de onder 3 ten laste gelegde wapenhandel met [naam 6] .

*Onderdeel Soesterberg

Op 1 juni 2019 omstreeks 00.35 uur is te Soesterberg een Ford Fiësta ( [kenteken] ) gecontroleerd, bestuurd door [naam 20] . In het dashboardkastje is een zakje aangetroffen, inhoudend een telefoon (Samsung Galaxy S4, IMEI [nummer] ), een 9-volt batterij en een rood/zwarte elektriciteitsdraad met aan één uiteinde een grijs metalen stokje. Dit is volgens het Team Explosieven Verkenning een ontstekingsmiddel. Op de achterbank ligt een Lidl-tas met vier blokken kneedbare springstof van ongeveer 300 gram. [141] Deze springstof, type Austrogel G1, moet met een slagpijpje tot ontploffing worden gebracht. [142]
Het NFI treft op het slagpijpje, de stekkertjes en het snoer - kort gezegd - een match aan met het DNA-profiel van verdachte. [143] Op de buitenzijde van de blokken springstof is - kort gezegd - een match gevonden met het DNA van [medeverdachte 3] [144] . Op de hengsels van de tas is
- kort gezegd - een DNA-match gevonden met [medeverdachte 12] . [145] Op de binnenkant van de doorzichtige folie om de blokken springstof vindt het NFI een DNA-profiel van minimaal één man, mogelijk ook afkomstig van [medeverdachte 12] . [146] Op de binnen- en buitenkant van de Lidl-tas zijn dactyloscopische sporen #D07, #D09, #D11 en #D12 gevonden van [medeverdachte 7] . [147]
Dactyloscopisch spoor #D05, aangetroffen op de buitenzijde van de tas is mogelijk afkomstig van de potentiële donor [naam 22] . [148]
Volgens forensisch-technisch onderzoek van het NFI [149] kan de telefoon uitsluitend via de jackplug worden aangesloten. Nu echter die jackplug niet is aangesloten op de rest van de schakeling, kan de telefoon de schakeling niet beïnvloeden. De telefoon kan op deze manier geen rol spelen in de werking van de schakeling. [150] De aluminium cilinder vertoont overeenkomsten met een slagpijpje, maar functioneert niet als zodanig. De elektronica is niet bruikbaar vanwege een niet-elektrisch verbonden punt A. Punt A is verbonden geweest, maar is mogelijk losgeraakt. Indien dit klopt, zou dit direct leiden tot een ontploffing bij aansluiting van de batterij. De cilinder is hoe dan ook niet geschikt om de springstof tot ontploffing te brengen. De schakeling, die zich aan de cilinder bevond, functioneert door een niet elektrisch verbonden punt evenmin. Zou dit punt alsnog elektrisch worden verbonden, dan zal een deugdelijk slagpijpje direct afgaan zodra een 9-volt batterij wordt aangesloten op de schakeling. [151]
Tijdlijn
Tussen 30 mei 2019 en 1 juni 2019 zijn de bewegingen van de verdachten beschreven aan de hand van peilbakens, tapgesprekken, camerabeelden en historische verkeersgegevens: [152]
Op 30 mei 2019 om 21.57 uur belt verdachte met [medeverdachte 3] . [medeverdachte 3] zegt dat hij de ontstekers aan de gang heeft, alleen dat tijddingetje nog niet, dus het wordt sowieso niet vanavond. Verdachte zegt: “
ohoo, nee, we moeten vanavond doen, moeten die kant op. Ik kom zo bij jou en dan verzinnen we wel snel wat anders…” [medeverdachte 3] vindt het best. [153] De telefoon van verdachte blijft die nacht in de omgeving van Leeuwarden. [154]
Uit verkeersgegevens blijkt dat op 31 mei 2019 om 00.09 uur het nummer [telefoonnummer] in het telefoontoestel is geplaatst. De telefoon heeft dan verbinding met de zendmast aan de [straatnaam] in Leeuwarden, op circa 200 meter van de woning van [medeverdachte 3] . Uit camerabeelden blijkt dat verdachte en [medeverdachte 7] dan bij [medeverdachte 3] thuis zijn. [155] Het telefoonnummer [telefoonnummer] , in gebruik bij verdachte, komt qua locatie overeen met de locatie van nummer [telefoonnummer] . [156]
Op 31 mei 2019 om 11.07 uur belt verdachte weer met [medeverdachte 3] . Uit hun gesprek leidt de rechtbank af dat hij [medeverdachte 3] vraagt een lijstje op te schrijven van benodigde elektrische onderdelen om “
vijf van die tijd dingen of ietsjes meer van die dingen”te maken
.Verdachte zegt
“richting stad ophalen gelijk.” [medeverdachte 3] zegt dat hij het zal doorsturen. [157]
Die dag omstreeks 12.00 uur arriveren verdachte, [medeverdachte 7] en [medeverdachte 12] in de Audi A6 ( [kenteken] ) bij de woning van [medeverdachte 1] aan het [straatnaam] . Vijf minuten later rijden verdachte en [medeverdachte 7] weer weg. De auto rijdt naar het centrum van Groningen. De telefoon van verdachte blijft in Groningen. De auto, vermoedelijk enkel bestuurd door [medeverdachte 7] , is van 13.35 tot 13.45 in Stadskanaal. [158] De auto rijdt terug via de [straatnaam] te Groningen en is om 15.04 uur terug bij de woning van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] loopt meerdere keren op en neer naar de oprit.
Om 15.39 uur belt verdachte met [medeverdachte 7] . [medeverdachte 7] zegt dat hij met spoed naar die winkel moet om stekkers te kopen voor [medeverdachte 3] . Verdachte zegt dat hij dat weet, en vraagt [medeverdachte 7] naar de loods te rijden en hem op de parkeerplek te ontmoeten. [159] De auto is tussen 16.31 en 16.35 uur weer aan de [straatnaam] . Daarna rijdt de auto via het centrum van Groningen naar Leeuwarden. Om 17.46 uur komen verdachte en [medeverdachte 7] bij de woning van [medeverdachte 3] aan. Ze gaan de schuur bij die woning binnen.
Om 18.06 uur belt verdachte met [medeverdachte 10] over een telefoon van type SMG531F die een trilfunctie heeft. [160] Omstreeks 18.30 uur vertrekken verdachte en [medeverdachte 7] weer, terwijl [medeverdachte 3] in de deuropening van zijn schuur staat. [161]
Omstreeks 19.04 uur komt de auto aan bij de woning van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] loopt direct naar de auto toe. Daarna lopen [medeverdachte 7] en [medeverdachte 1] naar de woning. [medeverdachte 1] heeft een gele plastic tas in handen, die kennelijk uit de auto komt.
Om 19.47 uur vertrekken verdachte, [medeverdachte 7] en [medeverdachte 12] in de auto. Omstreeks 20.16 uur komen zij bij [medeverdachte 3] aan. Om 20.52 uur belt [medeverdachte 10] met verdachte om te vragen hoe laat hij thuis is. Verdachte zegt dat hij [medeverdachte 12] over een kwartier afzet; daarna moet hij naar Utrecht. Op de terugweg uit Utrecht moet hij naar de vader van iemand in Beilen. [162]
Om 21.01 uur vertrekt de auto vanaf de woning van [medeverdachte 3] . Om 21.08 uur stopt de auto bij de verblijfplaats van [medeverdachte 10] . [medeverdachte 12] is hier afgezet. [163]
[medeverdachte 1] wordt om 21.05 uur gebeld door [naam 8] . [medeverdachte 1] zegt dat verdachte vandaag ver weg is. [164] De rechtbank leidt hieruit af dat [medeverdachte 1] weet waar verdachte is.
Om 22.23 uur belt [medeverdachte 10] met verdachte. Verdachte en [medeverdachte 7] zitten samen in de auto [165] en rijden richting Soesterberg. Rond 23.15 uur gaan zij op de terugreis. [medeverdachte 7] wordt op 1 juni 2019 rond 00.13 uur afgezet bij zijn vriendin in Beilen. De auto arriveert op 1 juni 2019 om 00.36 uur bij de woning van [medeverdachte 1] . Verdachte loopt naar de woning en komt twintig minuten later met [medeverdachte 1] naar buiten. [166]
[naam 22]
De bestuurder van de Ford Fiësta, [naam 20] , heeft verklaard dat hij bij iemand in Soesterberg was geweest. [167] Uit gegevens van één van zijn telefoons blijkt dat slechts één van zijn contacten een relatie heeft met Soesterberg, te weten [telefoonnummer] op naam van [naam 21] , [straatnaam] te Soesterberg. Op dit adres staat ingeschreven: [naam 22] . [naam 20] heeft contact gehad met diens nummer op 16 mei, 31 mei en 1 juni 2019.
De kennelijke connectie tussen [naam 22] en [medeverdachte 1] is [naam 24] . Op 20 januari 2019 wordt [naam 24] immers gebeld door [naam 22] , gebruik makend van [telefoonnummer] . [168]
Op 17 mei 2019 omstreeks 16.54 uur zijn verdachte, [medeverdachte 7] , [naam 24] en [medeverdachte 12] bij de woning van [medeverdachte 1] aan het [straatnaam] . Om 17.28 uur komen twee mannen aan in een auto op naam van [naam 23] . De twee mannen zijn zeer vermoedelijk [naam 23] en [naam 22] . Om 17.45 uur komt [naam 24] met [naam 22] naar buiten, gevolgd door [medeverdachte 1] en de anderen. [169]
Op 20 mei 2019 komt [naam 24] aan op het [straatnaam] om 17.37 uur. Omstreeks 18.39 uur arriveert ook de auto op naam van [naam 23] . De twee inzittenden zijn zeer vermoedelijk [naam 23] en [naam 22] . Omstreeks 19.20 uur vertrekken eerst de beide mannen; vervolgens vertrekt [naam 24] ook. [170]
Op 31 mei 2019 om 18.33 uur belt [naam 22] met [naam 24] . [naam 22] zegt dat hij er helemaal klaar mee is, dat de afspraak elke keer wordt verzet en dat hij het geld nooit van tevoren had moeten geven. Hij vraagt [naam 24] om uit te zoeken wat er gaande is, want hij is via [naam 24] bij hun gekomen. [171] Die dag om 18.33 uur belt [naam 24] met verdachte. [naam 24] vraagt of verdachte om 7 uur kan gaan rijden naar diegene. Diegene wordt ook aldoor gek gebeld door die mensen. [172]
Op 1 juni 2019 om 17.07 uur belt [naam 22] met [naam 24] . [naam 22] klaagt dat zij pas om elf uur zijn gekomen, terwijl zij de hele dag de tijd hadden. Het is fucked up. Hij had al een slecht voorgevoel. Hij heeft de tas bekeken en aangeraakt. Toen is de ander [de rechtbank begrijpt: [naam 20] ] weggegaan en gelijk boem [de rechtbank begrijpt: aan de kant gezet]. [173]
Op 1 juni 2019 m 23.25 uur belt [naam 22] ook met verdachte. [naam 22] zegt dat het fucking shit is, want één zit binnen [de rechtbank begrijpt: iemand is aangehouden]. [naam 22] zegt ook dat hij die zak heeft aangeraakt. [174]
Op 3 juni 2019 om 19.45 uur belt [medeverdachte 1] met [naam 22] . [medeverdachte 1] vraagt hoe het gaat. Hij wist van niets en heeft het net gehoord. [naam 22] stelt dat [medeverdachte 1] moet komen, maar verdachte zegt dat hij op de telex staat en thuis moet blijven. Als [naam 22] hem wil zien, moet [naam 22] maar naar [medeverdachte 1] komen. [naam 22] zegt dat dat het nadeel is als je je om kwart voor elf of elf uur gaat bewegen. Dat kan eigenlijk niet. [medeverdachte 1] zegt dat van tevoren gezegd moet worden dat je niet op dat soort tijden wilt afspreken, want ‘wij rijden 24 uur per dag’. [175]
Verklaringen verdachte en medeverdachten
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij [medeverdachte 1] al jaren kent, en dat [medeverdachte 1] slaafjes of loopjongens had die alles voor hem deden. Het initiatief om voor het eerst naar een wapen te kijken kwam van [medeverdachte 1] . [176] [medeverdachte 3] ging meestal naar Oosterwolde nadat [medeverdachte 1] hem appte. Dan vroeg [medeverdachte 1] hem naar een wapen te kijken. Verdachte kwam bij [medeverdachte 3] (illegale) spullen brengen. [177] Later appte verdachte zelf ook met [medeverdachte 3] . [178] [medeverdachte 1] [179] heeft [medeverdachte 3] gevraagd een afstandsbediening te maken; het ging om explosieven. Geconfronteerd met foto’s van de in Soesterberg aangetroffen explosieven en van de telefoon met draad en ontsteker, verklaart [medeverdachte 3] dat dit één van de telefoons was die ze bij hem hebben gebracht en dat hij daarmee bezig is geweest. Zijn medeverdachten kwamen ook aan met die ontsteker. Deze schakeling doet volgens verdachte niets, omdat de draadjes niet met elkaar in verbinding staan. Het was haastwerk, dat heeft hij zijn medeverdachten ook verteld. [180] [medeverdachte 3] heeft verklaard dat verdachte hem de explosieven heeft laten zien. [medeverdachte 3] heeft in de tas met explosieven gekeken en aan de buitenkant geknepen. [medeverdachte 7] was hier bij. [181] “Ze zeiden dat dit boem deed.” [182] [medeverdachte 3] vond het niet prettig dat die nacht vier mannen aan zijn deur kwamen; hij belde [medeverdachte 1] om te zeggen dat hij niet meer zoveel mensen op de stoep wilde hebben. [183] Uit het dossier volgt dat deze verklaring van [medeverdachte 3] ziet op de nacht van 1 april 2019, toen verdachte, [naam 10] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 12] bij hem thuis kwamen met drie telefoons. [184] .
[medeverdachte 7] heeft verklaard dat hij het tasje met explosieven naar Soesterberg heeft gereden. Het tasje is overgedragen bij McDonald’s in Soesterberg. Hij wist dat dit niet ging werken met die ontsteker, omdat de maker, [medeverdachte 3] , hem dat voor de overdracht had verteld. [185]
[medeverdachte 12] heeft verklaard dat de in Soesterberg aangetroffen telefoon van hem is en dat “
we de kopjes van de draadjes hebben gehaald.” [medeverdachte 12] verklaart dat hij de in Soesterberg aangetroffen explosieven in handen heeft gehad. De tas lag in de woning van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 3] werkte in opdracht van [medeverdachte 1] . [186]
Conclusie
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 1] via [naam 24] met [naam 22] in contact is gekomen. Op 17 en 20 mei 2019 is [naam 22] bij [medeverdachte 1] geweest. Kennelijk heeft [naam 22] betaald voor de levering van explosieven met ontsteker. De rechtbank leidt uit de verklaringen af dat [medeverdachte 1] [medeverdachte 3] heeft gevraagd om de ontstekers te maken. Bij problemen nam [medeverdachte 3] contact op met [medeverdachte 1] . De rechtbank acht de verklaringen van [medeverdachte 3] betrouwbaar, omdat deze gedetailleerd zijn en hij ook belastend over zichzelf heeft verklaard. Uit niets blijkt dat [medeverdachte 1] [medeverdachte 3] in contact heeft gebracht met een derde, voor wie die ontstekers moesten worden gemaakt. Vanaf 30 mei 2019 is druk uitgeoefend op [medeverdachte 3] om de ontstekers snel te maken. Zowel verdachte als [medeverdachte 7] zijn op 31 mei 2019 druk bezig om onderdelen voor [medeverdachte 3] te regelen: zij bezoeken hierbij de woningen van [medeverdachte 1] en van [medeverdachte 3] . Vervolgens rijden verdachte en [medeverdachte 7] naar Soesterberg om de tas met explosieven, telefoon en ontstekers af te geven aan [naam 20] . Zij vertrekken rond 23.15 uur weer naar het noorden; dit komt overeen met het door [naam 22] genoemde tijdstip van hun ontmoeting. [naam 22] doet ook bij verdachte telefonisch zijn beklag; hij vertelt aan verdachte en aan [naam 24] dat hij de tas heeft aangeraakt. Dit strookt met het mogelijk van [naam 22] afkomstige vingerspoor. Uit het latere gesprek tussen [naam 22] en [medeverdachte 1] blijkt voorts dat [medeverdachte 1] de regie voert door te stellen dat ‘zij 24 uur per dag rijden’.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte met anderen intensief heeft samengewerkt om explosieven van categorie II en een ontsteker te verkopen aan [naam 22] en af te leveren aan [naam 20] . Deze voorwerpen zijn bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of ontploffing. De rechtbank acht het medeplegen van de onder 3 en 4 ten laste gelegde wapenhandel en -overdracht, onderdeel Soesterberg, wettig en overtuigend bewezen.

*Onderdeel Pseudokoop I

Pseudokoper S141 is via de zoekfunctie in de applicatie Telegram uitgekomen bij de chatgroep “Wapen groep 2.0”. Op 17 januari 2020 ziet S141 dat de gebruiker “ [naam 1] ” (verder ook: [medeverdachte 1] ) op 16 januari 2020 omstreeks 19.11 uur een video heeft gepost [187] van een lange-afstandswapen, met de tekst: “Laatste zonder kijker 4200”. Desgevraagd geeft [medeverdachte 1] op 17 januari 2020 rond 10.37 uur aan dat hij er nog één heeft liggen met patronen. In het chatgesprek geeft [medeverdachte 1] aan dat na de eerste koop ook andere wapens geleverd kunnen worden. Hij stuurt een foto [188] van raketwerpers, AK47’s en handgranaten. Als wapens kapot zijn, kunnen zij die repareren. Er volgt een koopovereenkomst voor dit wapen (Steyr .308) met munitie voor € 3.900,00. [189] De levering zal plaatsvinden op 20 januari 2020 rond 20.30 uur bij een hotel in Drachten.
Blijkens camerabeelden komen op 20 januari 2020 om 18.53 uur twee personen, lijkend op [medeverdachte 4] en een vrouw, aanrijden bij de Kringloopwinkel in de VW T-ROC ( [kenteken] ). Omstreeks 19.05 uur lopen zij de Kringloopwinkel in. Vervolgens bekijken verdachte en [medeverdachte 4] de Opel Combo ( [kenteken] ) met een zaklamp. [medeverdachte 4] rijdt de Opel Combo om 19.41 uur dichterbij de Kringloopwinkel en gaat de winkel weer in. [190]
Blijkens camerabeelden verlaten verdachte en [medeverdachte 4] om 19.53 uur de Kringloopwinkel. [medeverdachte 4] draagt een langwerpig voorwerp van ongeveer 1,5 meter lengte, dat aan het zicht wordt onttrokken door een zwarte tas of doek. Het voorwerp wordt op de achterbank van de VW T-ROC gelegd. Verdachte neemt plaats als bestuurder en [medeverdachte 4] als bijrijder.
Het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte 1] blijft in [woonplaats] . [191]
Het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte 4] straalt om 20.16 uur aan in Drachten. Het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij verdachte straalt om 20.22 en 20.39 uur aan in Drachten.
Omstreeks 20.25 uur op 20 januari 2020 meldt [medeverdachte 1] dat hij ter plaatse is en geeft door: “Grijze vw e Tron”. Rond 20.34 uur geven pseudokopers S141 en S142 door aan [medeverdachte 1] dat zij ook ter plekke zijn. Daarop vraagt [medeverdachte 1] hen om een foto te sturen van de locatie. Pseudokoper S141 maakt twee foto’s en stuurt die via Telegram aan [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] stuurt deze twee foto’s om 20.37 uur via WhatsApp door aan [medeverdachte 4] .
Na enkele minuten parkeert een grijze VW T-ROC naast de auto van de pseudokopers. De bestuurder, naar later blijkt verdachte, maakt contact. De bijrijder blijkt later [medeverdachte 4] te zijn. De pseudokopers zien dat verdachte op zijn mobiele telefoon een foto heeft die S141 eerder aan [medeverdachte 1] had gestuurd. Verdachte geeft de telefoon aan [medeverdachte 4] . Op hun vraag wijst verdachte naar de achterbank, waar een lang voorwerp onder een deken ligt. Pseudokoper S142 ziet een voorwerp, gelijkend op een lange-afstandswapen. Verdachte geeft aan dat hij een demper en scope kan regelen, maar ook ‘appels’. [medeverdachte 4] overhandigt het wapen aan pseudokoper S141 [192] en verdachte telt het door S141 betaalde geld [193] . Tijdens het tellen verschijnt op het display een inkomende oproep met de naam “ [medeverdachte 1] ”. [medeverdachte 4] pakt zijn telefoon, reageert met “ja” en hangt weer op. Verdachte vertelt dat het contact via Telegram niet via hem, maar via zijn broer verloopt. [194]
Om 20.57 stuurt [medeverdachte 1] via WhatsApp aan het nummer van [medeverdachte 4] : “
App me als je op terug weg bent”. [medeverdachte 4] reageert om 20.58 uur met: “
Ben op terugweg”. [195]
De telefoonnummers van verdachte en [medeverdachte 4] stralen om 21.05 uur weer aan in [woonplaats] . Omstreeks 21.08 uur ontvangt [medeverdachte 1] blijkens de camerabeelden verdachte en [medeverdachte 4] weer in de Kringloopwinkel. [196]
Op de telefoon van [medeverdachte 1] is een foto aangetroffen van verscheurde bankbiljetten van 100 euro (nummers [nummer] , [nummer] en [nummer] ) en 50 euro ( [nummer] ). Onder meer met deze vier bankbiljetten hebben de pseudokopers voor het vuurwapen betaald. [197] Twee van deze bankbiljetten ( [nummer] en [nummer] ) zijn bij doorzoeking ook aangetroffen in de kluis van de Kringloopwinkel.
Het wapen blijkt bij onderzoek een geweer van het merk Steyr-Mannlicher, Elite, kaliber .308 Winchester inclusief magazijn. Dit is een vuurwapen van categorie III, dat Schengen-gesignaleerd is als een gestolen wapen. De munitie is van categorie III, namelijk 44 patronen Sellier & Bellot, full metal jacket, kaliber .308 Winchester. [198]
Op 27 februari 2020 zegt verdachte blijkens een afgeluisterd ovc-gesprek tegen [medeverdachte 2] dat “ [naam 25] ” hem heeft vergezeld bij de eerdere ontmoeting op de parkeerplaats van het [naam hotel] in Drachten. [199]
Conclusies inzake pseudokoop I van 20 januari 2020
De rechtbank concludeert dat [medeverdachte 1] bij pseudokoop I de koopovereenkomst voor het wapen met de munitie heeft gesloten met pseudokopers S141 en S142. [medeverdachte 1] heeft vervolgens de levering geregeld. Verdachte en [medeverdachte 4] hebben de feitelijke overdracht van het wapen met munitie uitgevoerd. Verdachte bestuurde de auto en telde het ontvangen geld. [medeverdachte 4] heeft het wapen vooraf op de achterbank van de auto gelegd en hij heeft het tijdens de levering aan de pseudokoper overhandigd. Een deel van het geld is nadien bij [medeverdachte 1] aangetroffen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte zo nauw en bewust met zijn medeverdachten samengewerkt bij het verhandelen en overdragen van dit wapen met munitie, dat het medeplegen van dit onderdeel van de feiten 3 en 4 wettig en overtuigend bewezen is.

*Onderdeel Amersfoort

[medeverdachte 1] heeft vanaf 17 februari 2020 op zijn Telegram-account [naam 1] contact met het account ‘ [naam 5] ’ (naar later blijkt: [naam 5] [200] ). [201] [medeverdachte 1] geeft aan dat hij in [woonplaats] woont. Vanaf 20 februari 2020 wordt onderhandeld over een aankoop op maandag [de rechtbank begrijpt: 24 februari 2020] door [medeverdachte 1] van een Uzi-machinepistool met demper en een TT33-pistool voor een prijs van € 4.400,-. [202] Op 23 februari 2020 wordt afgesproken dat [medeverdachte 1] de wapens de volgende dag komt ophalen bij [naam 5] op het adres [straatnaam] in Amersfoort. [203]
Op 24 februari 2020 om 13.58 uur komt de BMW aan op het [straatnaam] . [204] Om 14.05 uur arriveert ook [medeverdachte 2] in de VW T-ROC op het [straatnaam] . Om 14.27 uur vertrekken verdachte en [medeverdachte 1] in de VW T-ROC richting Amersfoort. [205] Twee minuten later vertrekt ook de BMW vanaf het [straatnaam] . [206] Om 14.30 zegt [medeverdachte 1] telefonisch tegen [naam 5] dat hij er rond half vier is. [207]
Om 14.33 uur belt verdachte met [naam 26] om hem op te halen. Om 15.05 uur staat verdachte bij [naam 26] voor. [208]
Het is kennelijk druk op de weg en [medeverdachte 1] zegt om 15.14 uur telefonisch dat “
we wat later zijn”. [209] Om 15.54 uur zegt [medeverdachte 1] telefonisch dat hun chauffeur in de file staat. Op de vraag van [naam 5] of iemand hen komt ophalen, zegt [medeverdachte 1] : “
nee, dat ding”. [210]
Rond 16.00 uur zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] met de VW T-ROC aan de [straatnaam] . [211] [medeverdachte 1] stuurt een foto van de garage aan de [straatnaam] en vraagt of hij goed staat. [212] Van 16.03-16.25 uur blijft de VW T-ROC daar staan. [213]
Om 19.14 belt [medeverdachte 2] met zijn dochter. [medeverdachte 2] zegt dat hij met [medeverdachte 1] is. [214]
Vervolgens blijkt dat de maat van [medeverdachte 1] nog in de file staat. Daarna zou ‘hij’ ook pech hebben gekregen. [medeverdachte 1] zegt dat hij naar ‘hem’ rijdt om het geld op te halen.
Om 19.48 uur zegt [medeverdachte 1] dat hij er over 5 minuten is. [naam 5] zegt dat hij alvast naar beneden loopt en zegt “
Rij maar weer de garage in”. [medeverdachte 1] geeft om 19.56 uur aan dat hij zijn telefoon weer uit zet. [215] Om 20.02 uur arriveert de VW T-ROC in de straat De [straatnaam] . [216]
Uit peilbakengegevens blijkt dat de VW T-ROC op 24 februari 2020 vertrekt van het adres van de vriendin van [medeverdachte 2] in Roden. Via de woning van [medeverdachte 1] rijdt de auto naar Amersfoort, waar deze twee keer op het adres De [straatnaam] staat. Vervolgens rijdt de auto retour naar de woning van [medeverdachte 1] , om kort voor middernacht terug te keren bij het adres in Roden. Gedurende de dag volgen de telefoonnummers in gebruik bij [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer] ) en [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer] ) de route van het baken in de VW T-ROC. Ook het telefoonnummer in gebruik bij verdachte ( [telefoonnummer] ) is om 16.50 uur en 19.03 uur in Amersfoort. Om 20.02 uur zijn alle genoemde telefoons op dezelfde locatie in Amersfoort. [217]
Om 20.16 uur zegt [naam 5] : “
goed je te hebben gezien maat”. [218]
[naam 5] heeft verklaard dat hij [medeverdachte 1] herkent als de persoon achter het Telegram-account [naam 1] . Hij heeft [medeverdachte 1] op 24 februari 2020 twee keer gezien in de parkeergarage onder de flat van zijn oude adres aan de [straatnaam] . [medeverdachte 1] was daar met een donkere jongen. [naam 5] heeft [medeverdachte 1] een uzi met demper verkocht. In de parkeergarage is hij voor de overdracht bij [medeverdachte 1] in de auto gestapt; vermoedelijk in een VW Tiguan. [219]
Verdachte belt om 21.25 uur naar [medeverdachte 1] en vraagt of hij bij de zaak moet wachten. [medeverdachte 1] zegt dat verdachte naar zijn huis moet komen. [220] Om 21.35 uur komt de BMW aan op het [straatnaam] , waarna de BMW om 21.38 uur weer vertrekt. Te zien is dat één persoon bij het hek bij de woning blijft staan. Een ander stapt in de BMW en rijdt weg. [221] De rechtbank begrijpt dat verdachte is afgezet bij de woning van [medeverdachte 1] .
Om 21.39 uur komt ook de VW T-ROC terug aan het [straatnaam] . [medeverdachte 1] stapt uit.
Vervolgens rijdt de VW T-ROC om 22.36 uur weg. [222]
Om 22.39 uur zegt [medeverdachte 2] in de chat tegen “ [naam 7] ”: “
We hebben vandaag uzi met demper gehaald(…)
Echt mooi ding. [223]
Op 25 februari 2020 om 00.38 uur stopt een auto bij de Kringloopwinkel te [woonplaats] . Verdachte en een vrouw (vermoedelijk [medeverdachte 10] ) stappen uit en gaan de Kringloopwinkel in. Om 00.52 uur rijden verdachte en de vrouw in een auto weg. [224]
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte op 24 februari 2020 in de BMW naar de woning van [medeverdachte 1] rijdt. Hij vertrekt kort nadat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de VW T-ROC zijn vertrokken. Verdachte haalt een ander op, om vervolgens ook naar Amersfoort te rijden. Uit chats tussen [medeverdachte 1] en [naam 5] volgt dat verdachte de chauffeur is die de wapens mee moet nemen. [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en verdachte zijn gelijktijdig in Amersfoort. Een en ander strookt met de vraag van verdachte aan [medeverdachte 1] waar zij elkaar zullen ontmoeten na de overdracht van de wapens. Verdachte vraagt dan of hij naar de zaak moet gaan, maar [medeverdachte 1] instrueert hem om naar zijn woning te komen. Verdachte gaat vervolgens eerst naar de woning, en daarna naar de Kringloopwinkel. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte zo nauw en bewust samengewerkt met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] dat het medeplegen van feit 3, onderdeel Amersfoort, wettig en overtuigend bewezen is.

*Onderdelen pseudokoop II en Opel Combo

Na de eerste pseudokoop sluit [medeverdachte 1] via Telegram een nieuwe koopovereenkomst met pseudokoper S141 voor een buis, een AK en een 180-shots HK met demper, voor de prijs van € 9.000,00. [225] [medeverdachte 1] stuurt de pseudokoper ook een foto van de ‘180 shots’. [226] Uit hun chats komt naar voren dat de wapens door een maat worden opgehaald in de nacht van 26 op 27 februari 2020. [227] De buizen [de rechtbank begrijpt: raketwerpers] komen van een andere leverancier. Er komen auto’s binnen met korte en lange [de rechtbank begrijpt: pistolen en geweren]. [228]
In chats met “ [naam 7] ” zegt [medeverdachte 2] toe dat “ [naam 7] ” uit de eerste lading zijn CZ krijgt. [229] Ook [medeverdachte 2] verstuurt een foto van een wapen met 180-schots trommelmagazijn. [230] [medeverdachte 2] geeft aan dat hij met zijn maat, de wapenkenner, een buis [de rechtbank begrijpt: raketwerper] gaat kopen bij een oude Molukse man. [231]
Op 27 februari 2020 om 00.07 uur komen verdachte en [medeverdachte 10] bij de Kringloopwinkel aan in de auto. Zij gaan samen de Kringloopwinkel in. Om 00.11 uur verlaten zij wederom samen de Kringloopwinkel. [232]
Om 9.34 uur spreken [medeverdachte 1] en pseudokoper S141 om 21.00 uur af op dezelfde plek als eerder: het [naam hotel] in Drachten. [233]
Tussen 9.38 en 9.40 uur staat de VW T-ROC van [medeverdachte 2] naast de woning van [medeverdachte 1] aan het [straatnaam] . [234]
Omstreeks 10.48 uur deelt [medeverdachte 2] mee aan “ [naam 7] ” dat de CZ vannacht is opgehaald [de rechtbank begrijpt: door verdachte] en voor “ [naam 7] ” apart is gelegd. [235]
Op een zeker moment belt verdachte met [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] zegt dat hij aan het rijden is. Het peilbaken van de VW T-ROC straalt dan aan in Groningen. [236] Het gesprek is onder meer als volgt:
[medeverdachte 2] zegt: “
He, maar er zijn grote drie en kleine drie?
Verdachte reageert: “
Ja, vier grote en drie kleine”.
[medeverdachte 2] : “
Ja, en is een van die kleine echt mooi?
Verdachte: “
Ja, die negen negen”.
[medeverdachte 2] stelt dat hij later naar de Kringloopwinkel komt. [237]
Diezelfde dag om 14.00 uur komt [medeverdachte 2] aan bij de Kringloopwinkel. [238]
Omstreeks 15.32 uur hebben verdachte en [medeverdachte 2] in de Kringloop het volgende gesprek. [239] [medeverdachte 2] zegt: “
negen uur? niet hier komen ze he?(…)
Ze komen maar ergens anders hoor”. Verdachte zegt daarop: “
die ene van laatst toch bij [naam hotel] …(…)
daar was ik de laatste keer met [naam 25] geweest.”. De rechtbank begrijpt hieruit dat verdachte refereert aan pseudokoop I, waarbij hij met [naam 25] [medeverdachte 4] aanwezig was. [medeverdachte 2] wordt vervolgens boos omdat hij [naam hotel] ongeschikt acht vanwege de intensieve politiecontrole aldaar.
Om 16.14 uur is te horen dat verdachte en [medeverdachte 2] praten in de Kringloopwinkel terwijl het geluid van metaal op metaal te horen is. Verdachte zegt: “save, doordrukken” en “double action.” [240] De rechtbank tekent hierbij aan dat “double action” blijkens openbare bronnen een werkingsprincipe van een vuurwapen is, waarbij de trekker zowel wordt gebruikt om de hamer te spannen als om af te vuren.
Om 17.45 uur verlaat [medeverdachte 2] de Kringloopwinkel en rijdt weg in de VW T-ROC. [241]
Om 18.26 uur hebben [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] contact via WhatsApp. [medeverdachte 2] zegt: “
Maar effe wat anders. Aub geen [naam hotel].” Uit de reactie van [medeverdachte 1] blijkt dat dit al is afgesproken. [242]
Omstreeks 19.11 uur is [medeverdachte 1] met verdachte en [medeverdachte 4] in de Kringloopwinkel. [243] [medeverdachte 1] zegt: “
Wil je de spullen even uit de auto halen, [naam 25] ?”. [medeverdachte 4] zegt: “
Ja…ntv… wil ik”.
Om 19.11 uur verlaat [medeverdachte 4] de Kringloopwinkel, waarna hij om 19.12 uur terug komt met een zwarte tas. Gelet op de wijze van tillen is deze tas vermoedelijk zwaar. [244]
[medeverdachte 1] zegt: “
Ik heb niks tegen die jongen gezegd. Ga zo maar gewoon rijden en dat zeg je van euh … voor buis moeten we het geld thuis hebben. Kan je morgen ophalen. Ja?(…)
Echt kutzooi jongen, echt waar. Die stink Molukker, of niet?”.
Verdachte zegt: “
Brengen terug”.[medeverdachte 1] :
“Dan gaan we gewoon zeggen”. Verdachte: “
en euh … euh … verroest alles”.[medeverdachte 1] :
“Nee … hoe … wat slecht is, is slecht”.Verdachte: “
Zeg je stuur ik fotootje(…)
nou werkt het redelijk, maar ook één keer was die loop helemaal verroest, ja.”
[medeverdachte 1] : “
Waar is handschoenen.
[medeverdachte 4] : “
Ja dat is ook een apart verhaal ja”.
Verdachte vervolgt: “
[medeverdachte 2][de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2] ]
die wil eh die euh CZ één”.
[medeverdachte 1] : “
waarvoor(…)
die hebben we al verkocht he(…)
die heb ik al verkocht he”.
Verdachte: “
Oh, wil net zeggen, hij wil die betalen gewoon voor zichzelf.”
[medeverdachte 1] : “
Jongen die heb ik al verkocht jongen
Verdachte: “
oh dat is wel jammer”. [245]
Vanaf 19.17 uur vervolgt het gesprek, waarbij [medeverdachte 1] zich onder meer erover beklaagt dat ergens zand en modder op zit. [246] [medeverdachte 4] merkt op dat je wel de winkel in kunt kijken, maar dat je dan niets ziet behalve schimmen. [medeverdachte 4] gaat er een mooi lampje voor maken.
[medeverdachte 4] verlaat om 19.18 uur de Kringloop. [247]
Op de iPhone X van [medeverdachte 1] zijn foto’s aangetroffen van 27 februari 2020 tussen 19.16-19.18 uur. Dit zijn detailopnames van twee machinegeweren en twee pistolen. [248]
Het gesprek tussen verdachte en [medeverdachte 1] gaat voort vanaf 19.23 uur: [249]
[medeverdachte 1] : “
Laat eens zien. Oh daar heb je helemaal geen foto gestuurd van die?
Verdachte: “
Nee… ntv … gek … die derde heb ik geen foto van kunnen maken
[medeverdachte 1] : “…
ntv … langste … dus ook voor meer weg. Deze gaan niet weg … moet deze dan ook terug? (…) Deze moet ook terug …ntv… deze is ook goed… Eén AK terug en deze gaat zo weg. Deze gaat zo weg?
Verdachte: “
Van die AK kunnen we goeie foto van maken
[medeverdachte 1] : “
Je hebt goeie foto’s en filmpjes gemaakt.(…)
Om negen uur staan die jongens daar he
[medeverdachte 1] : “
Dat doe ik toch. Hij laat[de rechtbank leest: laadt]
toch niet door. Hij doet het niet.(…)
Deze is stuk … laad niet door…
Verdachte: “
Jawel! …je moet toch op FIRE zetten
[medeverdachte 1] : “
staat op FIRE
Verdachte: “
En nu kun je pas…
Er zijn handelingen met een wapen te horen.
[medeverdachte 1] : “
maar deze is ook mooi hoor … ntv … magazijn(…)
Oke ... breng zo deze mooie. Ja? Ze moeten wel wat moois hebben anders betaal ik niks. (…) Ze betalen even zien negenduizend euro zometeen. Voor deze twee en morgen die buis ophalen. Ja?
Verdachte: “
Maar dan moet jij morgen die buis naartoe brengen ja?
[medeverdachte 1] : “
Nee…ntv… waar is die Glock dan?
Verdachte: “
Die moet daar zijn(…)
Jawel… in die … kijk …
[medeverdachte 1] : “
Deze gaan we niet betalen, stuur die gewoon terug.”
Verdachte: “
gewoon zeggen, deze moeten ze gewoon terug hebben ja
[medeverdachte 1] : “
Deze sturen we gewoon terug. Helemaal verroest, (…) die hoeven we niet(…)
Luister het moet gewoon beter hoor. Anders haal ik wel bij die andere.
De rechtbank begrijpt uit dit gesprek dat verdachte en [medeverdachte 1] in de Kringloopwinkel de selectie voortzetten van wapens die al dan niet geschikt werden geacht voor de verkoop.
Om 19.29 uur stuurt [medeverdachte 1] een bericht aan de pseudokopers via Telegram: “
Men maat komt weer, ben er zelf niet”. [250] Het gesprek gaat daarna verder vanaf 19.29 uur: [251]
[medeverdachte 1] : “
Die dubbele beveiliging, die achterste pakt ie ook niet.(…)
180 shots
Verdachte: “
250 shots moet het wezen
[medeverdachte 1] : “
Bij die andere zat een klapkolf op
Later zegt [medeverdachte 1] : “
Van wie is dat bord hier
[medeverdachte 9] : “
Oh van [naam 27]
[medeverdachte 1] : “
Moet ie niet een klap op zijn bek hebben want Jorien zou eigenlijk mee. Maar ik dacht hee die wapens zijn er
[medeverdachte 9] : “
Dat heb ik nou al een paar keer gezegd, als je gebruikt direct weg leggen.”
[medeverdachte 1] : “
[naam 35] neem je straks die euh … ntv … staat daar… neem twee losse magazijnen mee ja, volle magazijnen. Ja?
Verdachte: “
Dus die ronde, die 180 en de bruine
[medeverdachte 1] : “
ja(…)
Weet je de handschoentjes … ntv … zakken doen.(…)
Nee, ik zeg niks. Zeg als ze er zijn, zeg gewoon van euh … luister de buis moet vanuit … ntv … komen”.
Om 19.37 uur verlaat verdachte de Kringloopwinkel met een zwarte tas. Een minuut later komt verdachte de Kringloop weer binnen, maar dan zonder tas. [252]
Omstreeks 19.45 uur verlaat [medeverdachte 1] de Kringloopwinkel en geeft verdachte een zoen op het voorhoofd. Omstreeks 19.50 uur wordt [medeverdachte 1] op het [straatnaam] afgezet. [253]
Omstreeks 19.57 uur arriveert [medeverdachte 10] in de BMW ( [kenteken] ) bij de Kringloopwinkel. [254]
Om 20.20 uur maakt [medeverdachte 2] met de VW T-ROC een korte stop ter hoogte van [straatnaam] in [plaats] . [255] Om 20.40 uur stuurt hij “ [naam 7] ” een foto met de tekst: “
Ppsst (…) jou wapen”. “ [naam 7] ” vraagt: “
waar moet ie gehaald worden. Dan stuur ik iemand morgen”. [medeverdachte 2] antwoordt: “
[plaats]”. [256]
Omstreeks 20.34 uur komen verdachte en [medeverdachte 10] uit de Kringloopwinkel. Verdachte draagt een langwerpige tas. Vervolgens wordt iets op de achterbank van de BMW gelegd. [257]
De VW T-ROC vertrekt om 20.47 uur vanuit [plaats] en parkeert om 20.58 uur op de [straatnaam] te Drachten. [medeverdachte 2] zit alleen in het voertuig. [258]
Omstreeks 20.58 uur zijn de pseudokopers S141 en S142 op de afgesproken locatie. In de Telegram-chat met [medeverdachte 1] wordt bericht: “Bro k ben. Daar (…) Net vorig keer”. [259]
Om 21.00 uur parkeert ook de BMW aan de [straatnaam] in Drachten. Verdachte stapt als bijrijder bij [medeverdachte 2] in de VW T-ROC. [260] Om 21.05 uur rijdt de VW T-ROC de parkeerplaats op van [naam hotel] , [straatnaam] te Drachten. [261]
De pseudokopers S141 en S142 herkennen in de VW T-ROC de bijrijder als verdachte. [medeverdachte 2] is de bestuurder. Hij zegt: “stap in”. Pseudokoper S141 vraagt of de spullen achter in de auto liggen. [medeverdachte 2] zegt dat de spullen op een andere parkeerplaats liggen. Volgens [medeverdachte 2] is de locatie niet goed, vanwege camera’s en de politie. Daarna zegt verdachte dat hij de buis niet bij zich heeft en dat die in Deventer ligt. Volgens verdachte wilde de man de buis niet meegeven voordat hij geld had. [medeverdachte 2] zegt dat de pseudokopers achter hen aan kunnen rijden om het op te halen. Op de vraag van pseudokoper S141 zegt verdachte dat de volautomatische vuurwapens verderop liggen; verdachte wijst naar een andere parkeerplaats. Pseudokoper S141 zegt daarop dat ze die dingen moeten halen en ze later naar de buis zouden kijken. Daarna vertrekken verdachte en [medeverdachte 2] om 21.08 uur [262] in de VW T-ROC. [263]
[medeverdachte 2] rijdt terug naar de [straatnaam] . Verdachte stapt daar weer in de BMW en rijdt weg. Om 21.11 uur rijdt hij in de BMW het parkeerterrein van [naam hotel] op. [264] De BMW stopt naast de auto van de pseudokopers. Verdachte opent het achterportier en zegt: “het ligt daar”. Hij wijst naar de grond achter de bijrijdersstoel. De pseudokopers zien twee donkere zakken liggen. Verdachte maakt een zak open en toont een langwerpig apparaat, gelijkend op een AK-47. Uit diezelfde zak haalt verdachte een magazijn. [265] Daarop zijn verdachte [266] en [medeverdachte 10] [267] ter plaatse aangehouden. [medeverdachte 2] [268] is op de [straatnaam] in Drachten aangehouden.
De BMW is in beslag genomen. In vuilniszakken op de achterbank zijn twee automatische vuurwapen van categorie II aangetroffen, namelijk een machinepistool Gorenje MGV-176 met demper en 161-schots trommelmagazijn, kaliber .22 LR [269] , en een aanvalsgeweer Norinco 56-1, 7.62 mm, met 30-schots magazijn. [270] . In de bagageruimte ligt een C1000-tas [271] met een knalpatroon van het merk Geco, 9 mm PA Blanc, en een huls van het merk Igman, 9 mm, beide munitie van categorie III. [272]
In de woning van [medeverdachte 2] in [plaats] is op 27 februari 2020 een pistool CZ99, 9mm para, met magazijn en munitie aangetroffen. [273] Na onderzoek blijkt dit een vuurwapen van categorie III te zijn. [274] Op het patroonmagazijn is een mengprofiel DNA aangetroffen, met SIN-nummer AANS0278NL#01, van minimaal vier personen, waaronder verdachte, [medeverdachte 2] en minimaal twee onbekenden. De kans dat dit mengprofiel DNA bevat van verdachte en drie willekeurige onbekenden, is meer dan 1 miljard keer groter dan de kans dat dit mengprofiel DNA bevat van vier willekeurige onbekenden. De kans dat dit mengprofiel DNA bevat van [medeverdachte 2] en drie willekeurige onbekenden, is meer dan 280 duizend keer groter dan de kans dat dit mengprofiel DNA bevat van vier willekeurige onbekenden. Op ruwe delen van het wapen is een mengprofiel DNA aangetroffen, met SIN-nummer AANS0279NL#01, van minimaal drie personen, waaronder [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en minimaal één onbekende. De kans dat dit mengprofiel DNA bevat van [medeverdachte 1] en twee willekeurige onbekenden, is meer dan 10 miljoen keer groter dan de kans dat dit mengprofiel DNA bevat van drie willekeurige onbekenden. De kans dat dit mengprofiel DNA bevat van [medeverdachte 2] en twee willekeurige onbekenden, is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker dan de kans dat dit mengprofiel DNA bevat van drie willekeurige onbekenden. [275]
Op 28 februari 2020 is voor de Kringloopwinkel een Opel Combo ( [kenteken] ) in beslag genomen. [276] In een zwarte sporttas in de laadruimte [277] zijn in beslag genomen:
1) een pistool met magazijn (vuurwapen categorie III, onbekend merk, 7,62 mm Tokarev [278] )
2) een pistool met magazijn (vuurwapen categorie II, Zoraki 917-T, .380 ACP [279] )
3) een kogelgeweer met magazijn (aanvalsgeweer, Zastava M70-AB2, 7,62 mm, 30 shots [280] )
4) een kogelgeweer met magazijn met 4 patronen (aanvalsgeweer, Zastava M70-AB2, 7,62 mm, met magazijn van categorie II, geschikt voor aanvalsgeweren van Zastava, en vier kogelpatronen van categorie III [281] )
5) een zwarte plastic zak met drie gesealde plastic pakketten, in elk pakket een crèmekleurige substantie, netto 2888,66 gram, bevattende amfetamine [282] .
Op het onder 1 genoemde wapen is DNA aangetroffen van minimaal 2 personen, waaronder verdachte. Voor DNA-mengprofiel AANS0308NL#01 geldt dat het meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker is dat het mengprofiel DNA bevat van verdachte en een willekeurige onbekende dan dat het mengprofiel DNA bevat van twee willekeurige onbekenden. [283]
Het onder 3 genoemde kogelgeweer Zastava M70 met magazijn is vergeleken met de op 27 februari 2020 om 19.17 uur gemaakte foto [284] , aangetroffen op de iPhone X van [medeverdachte 1] . Verbalisant [verbalisant] concludeert op basis van unieke kenmerken dat het gaat om het hetzelfde wapen.
Conclusie
Voorafgaand aan 27 februari 2020 hebben zowel [medeverdachte 2] als [medeverdachte 1] soortgelijke gesprekken over wapenhandel. Zo spreken zij over raketwerpers en ‘180 shots’. Zij versturen allebei een foto van de ‘180 shots’, die vrijwel overeenkomt met het in de BMW aangetroffen machinegeweer met 161-schots trommelmagazijn. Verder blijkt in de voorbereiding dat de raketwerpers niet tegelijkertijd met de wapens worden aangeleverd. [medeverdachte 2] zou een raketwerper ophalen bij een oude Molukse man, maar uit de woorden van [medeverdachte 1] in de Kringloopwinkel volgt dat deze levering niet is geslaagd. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] inventariseren vanaf 24 februari 2020 welke wapens zij apart houden voor hun contacten. Uit de chats van [medeverdachte 1] en van [medeverdachte 2] kan worden opgemaakt dat verdachte de wapens heeft opgehaald in de nacht van 26 op 27 februari 2020. [medeverdachte 2] heeft hiervan de volgende dag het pistool CZ99 opgehaald in de Kringloopwinkel, en het in zijn woning in [plaats] apart gelegd voor “ [naam 7] ”.
Vervolgens blijkt uit de afgeluisterde gesprekken in de Kringloopwinkel dat zeven wapens zijn geleverd, te weten drie ‘kleine’ (pistolen) en vier ‘grote’ (geweren). Dit komt qua aantal en formaat overeen met twee geweren en twee pistolen uit de Opel Combo, twee geweren uit de BMW en het pistool uit de woning in [plaats] .
De foto’s van twee ‘grote’ en twee ‘kleine zijn aangetroffen op de iPhone X van [medeverdachte 1] . Deze foto’s komen qua aantal en formaat overeen met de in de Opel Combo aangetroffen wapens. Een van de geweren op de foto’s is specifiek herkend als een in de Opel Combo aangetroffen geweer. De foto’s en aangetroffen wapens passen naadloos bij de discussies in de Kringloopwinkel over de kwaliteit en de selectie van de geleverde wapens. Verdachte is vervolgens met [medeverdachte 2] naar de afspraak met de pseudokopers gegaan om de wapens aan hen af te leveren.
De rechtbank concludeert dat verdachte in nauwe samenwerking met zijn medeverdachten het plan heeft voorbereid en uitgevoerd om op 27 februari 2020 in Drachten wapens te verkopen aan de pseudokopers. Feit 3, onderdeel pseudokoop II, acht de rechtbank dan ook wettig en overtuigend bewezen in de vorm van het medeplegen van wapenhandel.
De rechtbank kan echter niet vaststellen dat een overdracht van wapens is gevolgd in de zin van artikel 31 WWM. Het enkele tonen van de wapens en munitie aan de pseudokopers vormt immers nog geen overdracht van feitelijke macht. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van feit 4, onderdeel pseudokoop II.
‘handelen in de uitoefening van een bedrijf’ en ‘beroep of gewoonte’ bij feit 3 en 4
Uit het arrest van de Hoge Raad van 27 oktober 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1693) volgt dat handelen ‘in de uitoefening van een bedrijf’ in de zin van artikel 9, eerste lid, WWM zowel door natuurlijke personen als rechtspersonen kan worden verricht. Onder ‘handelen’ vallen zowel de activiteiten van de wapenhandelaar, die wapens in bezit heeft, als de activiteiten van de wapenmakelaar, die geen wapens in bezit heeft (Richtlijn (EU) 2017/85322, en MvT bij de Wijziging van de Wet wapens en munitie etc., Kamerstukken II 2017-18, 34 984, nr. 3). Uit het arrest van de HR van 03 juli 2007 (ECLI:NL:HR:2007:BA5040) volgt dat het begrip ‘beroep’ ziet op de wil om eenzelfde feit stelselmatig te begaan uit winstbejag. Daarvoor kan één daad voldoende zijn, mits deze daad wijst op het vaste voornemen hetzelfde feit nogmaals te begaan met het oog op financieel gewin. Het vaste voornemen kan blijken uit de gehele context: het algehele handelen van verdachte, zijn uitlatingen (Hof Arnhem-Leeuwarden, 26 oktober 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:9295), de aard en hoeveelheid wapens, de duur en intensiteit (Hof Den Haag 25 januari 2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ6560), de variëteit in het aanbod, de periode, het gebruik van een vast netwerk of vaste patronen, en de aanwezige expertise (conclusie AG De Meijer , 8 september 2020, ECLI:NL:PHR:2020:755).
Tegen de achtergrond van dit toetsingskader overweegt de rechtbank dat de handelingen en uitlatingen van verdachte, omschreven in de bewijsmiddelen van de voorafgegane onderdelen, getuigen van veelvuldige wapenhandel zonder erkenning, en voorts getuigen van het vaste voornemen bij verdachte om dat ook in de toekomst te doen met het oog op financieel gewin. De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat telkens sprake is van handelen in beroep of bedrijf, waarvan verdachte een gewoonte heeft gemaakt.

Feit 5: voorhanden hebben van wapens (pseudokoop II & Opel Combo)

Voor een bewezenverklaring van het voorhanden hebben van wapens en munitie in de zin van artikel 26 WWM moet komen vast te staan dat de wapens en munitie aanwezig zijn geweest, dat de verdachte zich hiervan min of meer bewust was, en dat hij een zekere beschikkingsmacht over die wapens had.
Uit de chats van [medeverdachte 1] met pseudokoper S141, de chats van [medeverdachte 2] met “ [naam 7] ” en het nachtelijk bezoek van verdachte aan de Kringloopwinkel concludeert de rechtbank dat verdachte zeven wapens naar de Kringloopwinkel heeft gebracht in de nacht voorafgaand aan pseudokoop II. Verdachte heeft daarna met anderen in de Kringloopwinkel de kwaliteit van de zeven wapens beoordeeld. Hij is vervolgens naar de afspraak met de pseudokopers gegaan om twee van die wapens af te leveren. De overige door verdachte aangevoerde wapens zijn gevonden in de Opel Combo. Hieruit volgt dat evident is voldaan aan de vereisten van aanwezigheid, van bewustheid en van beschikkingsmacht. De rechtbank acht beide onderdelen van feit 5 wettig en overtuigend bewezen.

Feit 6: mishandeling en/of bedreiging [benadeelde partij 2]

De rechtbank gaat op grond van de bewijsmiddelen uit van de volgende gang van zaken.
Aangever [benadeelde partij 2] , wonend aan het [straatnaam] te Appelscha, is op 20 augustus 2018 in zijn woning. Omstreeks 17.15 uur doet hij de deur open en ziet [medeverdachte 1] en verdachte staan. Aangever krijgt direct van beide mannen vuistslagen tegen zijn hoofd en schoppen tegen zijn hoofd en been. [medeverdachte 1] loopt daarna naar de auto, en komt teruglopen met een vuurwapen in zijn hand. Tijdens het lopen laadt [medeverdachte 1] het wapen door en roept meerdere keren: “ik maak je dood”. Daarna richt [medeverdachte 1] het vuurwapen op aangevers buik en zegt weer: “ik maak je dood”. [medeverdachte 1] zegt ook nog dat aangever iets met die pas moet regelen. Hij doelt daarmee op de tankpas die hij aangever te leen heeft gegeven. [285]
Een dag later legt aangever hierover een gedetailleerdere verklaring af. Aangever verklaart dat hij meteen bij het naar buiten stappen twee vuistslagen in het gezicht krijgt van [medeverdachte 1] . Verdachte slaat hem ook drie of vier keer met de vuist in het gezicht en trap aangever vervolgens tegen diens linker scheenbeen. Aangever verklaart dat hem pijn is gedaan en dat hij boven het linker oog een bult heeft. De verbalisant, die de aangifte opneemt ziet de bult boven het oog en constateert een verwonding aan aangevers linker scheenbeen. Aangever herhaalt dat [medeverdachte 1] daarna een vuurwapen uit de auto pakte en dit doorlaadde tijdens het lopen. [medeverdachte 1] staat voor aangever en richt het op de buik van aangever en roept meermalen: “Ik maak je dood”. Aangever verklaart ontzettend bang te zijn. [286]
Getuige [naam 32] ziet op 20 augustus 2018 rond 17.15 uur, als hij langs de woning van aangever rijdt, een fysieke interactie. Hij ziet dat [medeverdachte 1] en een andere man aangever slaan en schoppen. De mannen nemen een dreigende houding aan tegenover aangever. Aangever is zeker zes keer geslagen en geschopt door beide mannen. [287]
Getuige [naam 33] ziet op 20 augustus 2018 een auto bij aangever de oprit op rijden. Uit de auto stappen twee kale brede mannen. De mannen praten bij de voordeur met aangever. [288]
Op camerabeelden is te zien dat een auto op de oprit van aangever is geparkeerd. Verdachte staat buiten de auto en steekt een sigaret op. [medeverdachte 1] lijkt iets uit de auto te pakken en loopt richting aangevers voordeur. Daarna maakt verdachte een schoppende beweging richting de woning; het klinkt alsof hij tegen de voordeur schopt. Daarna maakt verdachte een slaande beweging in dezelfde richting. Daarna zegt [medeverdachte 1] (meermalen [289] ): “Luister ik maak je dood”. Verdachte wijst naar de camera en zegt: “Bel de politie en je gaat er aan”. [290]
De rechtbank constateert dat de verklaring van aangever consistent is [291] en ondersteuning vindt in de getuigenverklaring, het door de verbalisant geconstateerde letsel en de camerabeelden. De rechtbank acht de verklaring van aangever derhalve betrouwbaar. Hieruit volgt dat [medeverdachte 1] en verdachte nauw en bewust hebben samengewerkt tijdens de mishandeling en bedreiging van aangever, zodat sprake is van medeplegen. De rechtbank acht zowel de mishandeling als de bedreiging met de dood wettig en overtuigend bewezen.

Feit 7: vernieling in Oss

Op 30 juli 2019 omstreeks 01.53 uur zijn [medeverdachte 1] , verdachte (bijnaam: [verdachte] ), [naam 8] en [medeverdachte 5] aanwezig op de oprit van [medeverdachte 1] aan het [straatnaam] . Om 01.57 uur vertrekken vanaf dat adres een Mercedes Vito (kenteken [kenteken] ; hierna: de Mercedes Vito) en een Audi A4 (Servisch kenteken [kenteken] ; hierna: de Audi A4), in gebruik bij [medeverdachte 5] [292] . [293]
De Mercedes Vito stopt om 03.50 uur op een parkeerplaats langs de A27 voor Gorinchem. Uit het in de auto afgeluisterde gesprek (verder ook: OVC-gesprek) tussen [medeverdachte 5] en verdachte blijkt dat [medeverdachte 5] niet precies weet wat zijn taak is. [294] Zeven minuten later gaat de Mercedes Vito weer rijden om vervolgens om 04.49 uur te parkeren op een carpoolplaats nabij Gilze Rijen. De Audi A4 keert om 06.30 uur terug aan het [straatnaam] , waar dan in elk geval verdachte en [naam 8] uit de auto stappen. [295]
Op 30 juli 2019 om 21.37 uur vertrekken verdachte, [naam 8] en [medeverdachte 5] in de Audi A4 vanaf het [straatnaam] . [medeverdachte 1] doet hen uitgeleide. [296]
Om 21.50 uur belt [medeverdachte 7] (via telefoonnummer [telefoonnummer] , in gebruik bij [medeverdachte 1] ) naar verdachte (telefoonnummer [telefoonnummer] ). [medeverdachte 7] zegt dat [medeverdachte 5] [de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 5] ] ‘emo’ moet downloaden en “een half uur voordat jullie daar zijn moet je [medeverdachte 1] bellen. Dan stuurt die het adres” [297] .
Op 31 juli 2019 omstreeks 02.30 uur is te zien dat een Audi, gelijkend op de Audi A4, naast de Mercedes Vito parkeert. Een persoon met een signalement dat past bij [medeverdachte 5] , loopt naar de zijdeur van de Mercedes Vito en pakt een donkere tas uit het achtergedeelte. De tas wordt overgedragen aan een ander, met een signalement dat past bij [naam 8] . De man met het signalement van [medeverdachte 5] stapt aan de passagierskant in de Mercedes Vito, waarna de Mercedes Vito wegrijdt naar een parkeerplaats in Oss. Om 03.19 uur is de Mercedes Vito op de [straatnaam] te Oss. [298] Om 03.32 uur stapt verdachte in de Mercedes Vito en vraagt aan een ander waarom diegene zo hard loopt. Om 03.34 uur is de Mercedes Vito geparkeerd op enkele minuten rijden van het woonwagenkamp aan de [straatnaam] . [299]
Om 5.37 uur staan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] te wachten op de oprit van het [straatnaam] . De auto van [naam 8] staat dan op het erf geparkeerd. [300] Om 5.41 uur arriveert de Audi A4 met verdachte, [naam 8] en [medeverdachte 5] . Zij spreken nog even met elkaar. [301]
Op 1 augustus 2019 om 01.22 uur vertrekt de Audi A4 vanaf het [straatnaam] met drie personen, waaronder verdachte. Om 03.45 uur wordt de Mercedes Vito, die nog steeds geparkeerd staat in Oss, geopend en zijn fluisterende stemmen te horen, van in elk geval verdachte. Om 04.00 uur start de Mercedes Vito en is ook de stem van [naam 8] te horen.
Om 05.46 uur is de Audi A4 met verdachte en [medeverdachte 5] weer retour op het [straatnaam] . Om 06.11 uur arriveert daar ook de Mercedes Vito. [302]
Op 1 augustus 2019 om 09.42 uur is melding gedaan van een hele harde knal die nacht omstreeks 04.00 uur aan de [straatnaam] te Oss. Volgens de melder zijn daar drie auto’s beschadigd geraakt. Verbalisanten nemen ter plaatse de schade op. Op diverse plekken worden inslagen gezien, waaronder in de voorzijde van de woning met nummer 85. Van een grijze VW Polo (kenteken [kenteken] ) zijn twee banden aan de rechterkant lekgeslagen. Ook zijn inslagen geconstateerd bij een rode Peugeot 108 ( [kenteken] ) en een grijze VW Golf ( [kenteken] ). [303] Uit de aangifte van [benadeelde partij 1] , eigenaar van de rode Peugeot 108, blijkt dat zijn auto op 31 juli 2019 omstreeks 13.00 uur nog in goede staat verkeerde. [304]
Uit OVC-gesprekken van 1 augustus 2019 tussen verdachte en [medeverdachte 5] blijkt onder meer:
[medeverdachte 5] : “
zag je mij daar … toen ik gooide … als ik die zwaai maakte en dat gooide (…) daarna hebben ze iets gevonden … vanochtend … en … ik kwam en maakte een zwaai … ik kon dat niet zo ver genoeg gooien … ik sprong een aantal keer op … op een been … om dat te gooien … en Poef! (…) Ik maakte een zwaai en … Toef! Ik gooide het! (…) Ik kon niet slapen … van die knal en van dat witte (…) ik pakte de krant … Toen kwam die van ons … ik zag, dat die ene schreef drie mannen … Verdomde Kerel! ... ik zie… staat granaat geschreven … je weet wel? (…) Wat is dat nu? Waar zagen ze drie? Het zou toch niet zo zijn … dat ze iets hebben door gekregen… [305]
[medeverdachte 5] zegt later in dit gesprek: “
Maar we gingen, broeder … zelfs erg laat in de avond … we gingen met onze auto’s … [306]
Verdachte zegt: “
Ik zag daar een bord. Autosloopbedrijf. Ik keek hem aan … ik zei REMMEN! ... hij vroeg, wat? ... ik zei: “Stommerik, kijk naar het huis!” Als ik niet REMMEN had gezegd, dan hij zijn duur achterstevoren gedraaid.
[medeverdachte 5] zegt daarop: “
de hoofdzaak is dat je de ene dag in de verkenning gaat … als er geen BUBICE[jargon voor camera’s]
zijn, ga je de volgende dag daar naartoe en maak je het werk af en ciao! Vlucht! … je gaat daar staan … je wacht… buiten… toef!
Verdachte zegt daarop: “
als dat er niet was … dan hadden ze hetzelfde gedaan als gisteren”.
[medeverdachte 5] : “
Toen jullie zeiden … door het bos. (…) We moeten niet veel hierover praten … vergeet dat niet … wees voorzichtig …”. [307]
In een gesprek op 3 augustus 2019 tussen [medeverdachte 5] en zijn vriendin vertelt [medeverdachte 5] onder meer dat hij van het rennen helemaal buiten adem was. [medeverdachte 5] zegt: “
Er was ooit iets … ik, [verdachte] , Djere[de rechtbank begrijpt: [naam 8] ]
… eerst was er een optie om Pop … eerst zouden [verdachte] en Djere op een motor aan komen rijden … toe … en gassen maar! Maar het was niet zo eenvoudig want achter het huis van die man was een enorm bos.” [medeverdachte 5] vertelt dat hij toen heeft gezegd: “
laat mij maar, ik zal het doen!”. [medeverdachte 5] vertelt dat verdachte bang was voor camera’s, maar dat kon [medeverdachte 5] niets schelen. “
Ik heb toen gezegd: een muts aan en een helm eroverheen, de kraag helemaal omhoog, handschoenen aan – er is niemand die mij kan herkennen. Er is geen enkel detail die zij aan mij kunnen herkennen. (…) Toen zei ik: we gooien het in het huis, bij die man door het raam… maar hij zegt tegen mij: “we gaan niemand doden, hoor, alleen om ze bang te maken…” hahaha (…) Wat maakt het mij nu uit, zelfs als er iemand in het huis zou zitten, wat dan, het laat me volkomen koud!”. [308]
Uit al het bovenstaande leidt de rechtbank de volgende gang van zaken af. De Mercedes Vito is eerst door verschillende personen gezamenlijk naar Gilze Rijen gebracht op 30 juli 2019. Op 31 juli 2019 is de Mercedes Vito verplaatst en heeft [medeverdachte 1] het adres van het woonwagenkamp aan [medeverdachte 5] en de anderen gestuurd. Daarna is de omgeving van het woonwagenkamp verkend en is besproken hoe op 1 augustus 2019 de granaat of het explosief gegooid zou worden, wie dat zou doen en hoe zij zouden wegkomen. In de nacht van 1 augustus 2019 heeft verdachte samen met [medeverdachte 5] en [naam 8] een granaat of explosief voorhanden gehad in Oss.
De inhoud van de afgeluisterde gesprekken komt overeen met de situatie ter plaatse, te weten de autosloperij en het bos naast het woonwagenkamp [309] . De inhoud van de gesprekken komt ook overeen met de werkwijze in de nacht van 1 augustus 2019. Ook benoemt [medeverdachte 5] in de gesprekken nadien een ‘granaat’ en later de dodelijke kracht daarvan. Verdachte heeft ook gewaarschuwd hier niet over te spreken. Voorts blijkt uit het dossier dat [medeverdachte 1] en verdachte vanaf 8 oktober 2018 konden beschikken over handgranaten, gelet op de verklaring van [medeverdachte 11] [310] in combinatie met de foto’s waarop verdachte [311] en [medeverdachte 1] [312] handgranaten in hun handen hebben.
De rechtbank verwerpt derhalve het verweer van de verdediging dat niet vaststaat dat sprake is van een granaat of explosief in de zin van de WWM. Het gooien met vuurwerk strookt niet met de inhoud van de afgeluisterde gesprekken, waarin het woord granaat wordt benoemd en de dodelijke kracht van het gegooide voorwerp wordt beschreven. Dat een forensisch onderzoek ontbreekt, doet hier niet aan af. De rechtbank acht feit 7 dan ook wettig en overtuigend bewezen, een en ander overeenkomstig de bewezenverklaring.

Feit 8 en 9: uitbuiting [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7]

juridisch kader
Mensenhandel is strafbaar gesteld in artikel 273f Sr als misdrijf tegen de persoonlijke vrijheid. Uit de wetsgeschiedenis en jurisprudentie volgt dat mensenhandel is gericht op uitbuiting. Voorop staat hierbij het belang van het individu om zijn of haar lichamelijke of geestelijke integriteit en vrijheid te behouden. De in artikel 273f Sr verboden gedragingen tasten de vrijwilligheid en de keuzevrijheid van het individu aan. Bij uitbuiting gaat het voor zover hier van belang - om moderne vormen van slavernij, waarbij moet worden gedacht aan het misbruiken van de afhankelijke positie van een persoon die redelijkerwijs geen andere keuze heeft. Als voorbeeld wordt genoemd slavernij, tewerkstelling onder dwang, een extreem lange werkweek tegen zeer lage betaling onder slechte werkomstandigheden, verplichte arbeid of diensten met inbegrip van bedelarij, dienstbaarheid, en uitbuiting van strafbare activiteiten.
De vraag of sprake is van 'uitbuiting' is sterk verweven met de omstandigheden, waaronder de aard en duur van de tewerkstelling of activiteit, de mate van onvrijwilligheid of onderwerping die de betrokkene ondervindt, en het economisch voordeel dat de verdachte hiermee behaalt.
In artikel 273f Sr. is telkens een
gedragingbeschreven (sub 1: onder andere werven; sub 4: dwingen/bewegen zich beschikbaar stellen voor arbeid of diensten, sub 6: voordeel trekken). Tevens is vereist dat verdachte gebruik heeft gemaakt van een
dwangmiddel(dwang, dreiging, geweld of andere feitelijkheid, afpersing, fraude, misleiding, misbruik van overwicht en/of van een kwetsbare positie). Er dient een causaal verband te bestaan tussen de gedraging en het dwangmiddel, en er moet sprake zijn van een
oogmerk van uitbuiting. [313] [314]
[medeverdachte 12]
[315] heeft onder meer verklaard dat hij [medeverdachte 1] in juni 2018 leerde kennen toen hij dakloos was en veel dronk. Dit blijkt ook uit de politiesystemen; op 3 juli 2018 is [medeverdachte 12] nog aangehouden voor het rijden onder invloed van cannabis. [316] heeft enkel de basisschool afgemaakt.
[medeverdachte 12] staat vanaf 28 juni 2018 ingeschreven op het adres [straatnaam] in Smilde. Daar verbleven verdachte en [medeverdachte 1] ook. [317]
[medeverdachte 1] heeft [medeverdachte 12] voorgehouden dat [medeverdachte 12] een bedrijf op diens naam kon zetten. Dat heeft hij gedaan onder de naam [bedrijf 3] . Van tevoren heeft [medeverdachte 1] hem geïnstrueerd over wat te zeggen bij de Kamer van Koophandel (KvK). [medeverdachte 1] heeft hem naar de KvK gebracht. Vooraf heeft [medeverdachte 1] geld naar [medeverdachte 12] overgemaakt om het inschrijfgeld bij de KvK te betalen. [318]
Het uittreksel KvK heeft [medeverdachte 12] direct aan [medeverdachte 1] afgegeven.
[medeverdachte 12] heeft een zakelijke rekening bij de Rabobank geopend [319] en vervolgens met de bank gebeld voor het afsluiten van een incassocontract. [320] [medeverdachte 1] heeft instructies gegeven over wat [medeverdachte 12] moest zeggen, onder meer dat het bedrijf een geschatte omzet heeft van € 240.000,00. Na ondertekening van het incassocontract heeft [medeverdachte 12] op vijf momenten in september 2018 valse incassobatches bij de bank aangeleverd. Via Google heeft hij IBAN-nummers van bedrijven gezocht op een geprepareerde laptop van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 12] moest de hele dag met deze laptop lopen, anders kreeg hij klappen [321] .
Het overgemaakte geld heeft [medeverdachte 12] direct opgenomen. Hij heeft 20.000-30.000 euro gepind en afgedragen aan [medeverdachte 1] , maar hij kreeg zelf zo goed als niets van het geld. Hoogstens kreeg hij soms een beetje wiet. [medeverdachte 1] en verdachte hebben hem telkens opgehaald om langs pinautomaten te gaan. De afspraak tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 12] was dat het geld eerlijk verdeeld zou worden. [medeverdachte 1] heeft in die tijd een Audi gekocht.
[medeverdachte 12] heeft ontkend dat hij een salaris van € 1.600 per maand van [medeverdachte 1] kreeg. [medeverdachte 12] heeft verklaard dat [medeverdachte 7] in hetzelfde schuitje zat als hij, en dat [medeverdachte 7] ook een plek nodig had. Volgens [medeverdachte 12] ben je dan dankbaar en toon je dat je je wilt inzetten; vervolgens ging het van kwaad tot erger.
[medeverdachte 12] woonde in die tijd nergens. Hij sliep in Smilde en Leeuwarden, Groningen en Beerta, soms ook in de woning van [medeverdachte 1] aan het [straatnaam] in [woonplaats] . Vanaf die plekken gingen zij elke dag eerst naar de woning van [medeverdachte 1] . Bij aankomst kreeg [medeverdachte 12] direct opdrachten: poep scheppen, harken, afwassen, de was ophangen en op de laptop aan de slag. Anderen gingen vaak weg, maar [medeverdachte 12] heeft daar 14 tot 16 uur per dag verbleven. [medeverdachte 12] heeft ook opdracht gekregen om met verdachte mee te gaan in de auto om verdachte wakker te houden. Een weerwoord geven betekende volgens [medeverdachte 12] klappen vangen. Hij maakte eens een nare opmerking naar zijn vriendin in bijzijn van [medeverdachte 1] . Daarop sloeg [medeverdachte 1] hem een klaplong. [medeverdachte 1] gaf [medeverdachte 12] deadlines voor de dag. [medeverdachte 12] kreeg klappen als hij niet aan de deadlines voldeed. [medeverdachte 1] kleineerde hem ook door hem de hele tijd ezel en mongool te nomen. [medeverdachte 1] heeft hem in zijn ribben gestompt of op zijn hand geslagen met een voorwerp dat lijkt op een ijzeren schoenlepel. [medeverdachte 12] kreeg overal klappen, behalve in het gezicht of op de vingers. [medeverdachte 1] heeft hem alleen met de platte hand in het gezicht geslagen. [medeverdachte 1] heeft [medeverdachte 12] vrijwel dagelijks geslagen. Verdachte heeft [medeverdachte 12] ook wel geslagen. [medeverdachte 1] heeft hem gecommandeerd. [medeverdachte 1] en verdachte hebben ook op [medeverdachte 12] geschoten met een balletjespistool.
[medeverdachte 12] heeft geen rijbewijs en staat bij de RDW bekend als fiscale wanbetaler. [medeverdachte 12] heeft echter kort na kennismaking met [medeverdachte 1] op 2 juli 2018 twee auto’s op naam gekregen en op 1 augustus 2018 nog een auto. [322] [medeverdachte 12] heeft een onverzekerde Volvo V40 op zijn naam gehad. [323] [medeverdachte 1] heeft een boete betaald voor deze onverzekerde auto. [324]
[medeverdachte 12] verklaart dat hij door intimidatie en dwang is gebleven, maar dat hij uiteindelijk is weggegaan nadat hij werd beschoten. [medeverdachte 12] heeft aan verbalisanten littekens getoond [325] op zijn been, romp en de rechter zijkant van zijn gezicht ter hoogte van de slaap. Volgens [medeverdachte 12] zijn dit afdrukken van het airsoftwapen waarmee hij door [medeverdachte 1] werd beschoten.
Op 12 augustus 2019, nadat [medeverdachte 12] is weggegaan, volgt een gesprek met [medeverdachte 1] : [326]
[medeverdachte 1] : “Waar ben je?”
[medeverdachte 12] : “Hallo?”
[medeverdachte 1] : Waar ben je?”
[medeverdachte 12] : “ik euh … ik kan dit niet meer man”
[medeverdachte 1] : “Waar ben je? (…) Ik vraag je één keer waar je bent (…)”
[medeverdachte 12] : “(….) nee ik kan dit niet meer man het is constant dreigementen, ik leef in angst … ik kan het niet meer”
[medeverdachte 1] : “Luister goed wat ik zeg (…) als je nu niet zegt waar je bent dan heb je een probleem, echt een probleem. (…) ik vraag je één keer … ik vraag het je één keer (…) stuur nu je locatie”.
[medeverdachte 12] : “(…) gun mij … gun mij mijn leven gewoon terug … ik kan dit niet”
[medeverdachte 1] : “Geloof mij … Geloof mij anders zoek ik HAAR op … ik vraag het je nog één keer”
[medeverdachte 1] blijft herhalen dat [medeverdachte 12] moet zeggen waar hij is.
[medeverdachte 12] : “Kun je me niet gewoon laten gaan, ik kan dit niet meer (…) Ik ga geestelijk helemaal kapot, elke dag klappen, elke dag dreigementen.”
[medeverdachte 1] : “Geen woord meer over deze telefoon, waar ben je?”
Van de Helm blijft herhalen dat [medeverdachte 12] moet zeggen waar hij is en niet verder over de telefoon moet praten.
Ook verdachte vraagt [medeverdachte 12] om met hen te praten. Verdachte zegt ook dat [medeverdachte 12] geen klappen zal krijgen. [medeverdachte 1] zegt dat hij naar de moeder van [medeverdachte 12] gaat om te praten.
[medeverdachte 7]
staat sinds 8 januari 2019 ingeschreven op het adres [straatnaam] te [woonplaats]. Op dat adres staat ook [naam 28] ingeschreven. [327]
[bedrijf 4] is op 31 januari 2019 opgericht met de contactgegevens: [straatnaam] te Stadskanaal. [328]
Uit de verklaringen van [medeverdachte 7] blijkt dat het bedrijf enkel zou worden gebruikt voor criminele doeleinden. Hij heeft [bedrijf 4] op naam genomen en bij de ABN AMRO Bank een zakelijke rekening geopend. Voorafgaand aan zijn detentie in Lelystad heeft [medeverdachte 7] met [medeverdachte 1] gesproken over het oprichten van een bedrijf. Het was niet alleen een vriendendienst, want [medeverdachte 7] zou er geld aan overhouden. Dit is uiteindelijk niet gebeurd. [medeverdachte 7] had geen inkomen. Als hij iets nodig had dan vroeg hij het aan [medeverdachte 1] ; dan kreeg hij kleren of shag. [medeverdachte 7] was chauffeur en reed mensen heen en weer. Hij was niet gelijkwaardig aan [medeverdachte 1] . Hij zorgde ook voor het huishouden en kookte bij [medeverdachte 1] thuis. [medeverdachte 7] herkent zich wel in de gezagsverhouding van [medeverdachte 1] en verdachte aan de ene kant en hij en [medeverdachte 12] als loopjongens. [medeverdachte 7] heeft wel gezien dat [medeverdachte 1] en verdachte [medeverdachte 12] een tik gaven. [329]
Uit het dossier blijkt dat [bedrijf 4] is gebruikt voor het afsluiten van telefoonabonnementen [330] , het leasen van auto’s [331] , het verduistering van brandstof door middel van tankpassen [332] , aankoop van portofoons [333] en de verduistering van de jacuzzi [334] en het springkussen [335] .
Ondersteunende verklaringen
[naam 29] [336] , de vriendin van [medeverdachte 12] , heeft verklaard dat [medeverdachte 12] nooit geld had, zodat zij alles betaalde. [medeverdachte 12] verbleef tot mei 2018 in Smilde, maar zij gingen vaak naar [woonplaats] . [medeverdachte 1] was de baas. [medeverdachte 12] moest veel achter de laptop zitten, maar zij mocht niet weten wat hij deed. [medeverdachte 12] heeft ook met verdachte en [medeverdachte 7] in Groningen gewoond. [medeverdachte 12] ontving geen loon van [medeverdachte 1] , maar zij kregen beltegoed, eten en sigaretten als zij daar om vroegen. [medeverdachte 1] en verdachte hadden altijd geld; zij stonden gelijk aan elkaar. [naam 29] heeft gezien dat [medeverdachte 1] voor de grap [medeverdachte 12] sloeg, maar zij vond het niet grappig. De klappen waren hard; dat kon zij zien aan het gezicht van [medeverdachte 12] . Dit gebeurde vijf van de zeven dagen. Zij heeft bevestigd dat [medeverdachte 1] geweld toepaste jegens [medeverdachte 12] nadat [medeverdachte 12] een opmerking tegen haar maakte. [medeverdachte 12] deed wat hem werd bevolen. [medeverdachte 12] vertelde dat hij niet zomaar weg kon gaan, want dan had hij geen slaapplek en eten meer. Hij was afhankelijk van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] en verdachte schoten allebei op [medeverdachte 12] met een balletjespistool, waardoor [medeverdachte 12] plekken op zijn lichaam had. [medeverdachte 1] belde iedereen om hen te sommeren zich bij hem te melden. [naam 29] heeft ook verklaard dat zij heeft gezien dat [medeverdachte 7] klappen kreeg van [medeverdachte 1] en verdachte. [337] [338]
[naam 29] heeft, nadat [medeverdachte 12] in augustus 2019 vertrok, via Facebook dreigende berichten van [medeverdachte 12] ontvangen. [medeverdachte 12] was toen echter bij haar, dus zij vermoedt dat [medeverdachte 1] of verdachte deze berichten verstuurden via het account van [medeverdachte 12] .
[naam 30] [339] , de vriendin van [medeverdachte 7] , heeft verklaard dat zij vanaf 17 april 2020 bijna een jaar een relatie met [medeverdachte 7] heeft gehad. Zij wist niet waar [medeverdachte 7] destijds woonde en hij had geen inkomen. Zij betaalde veel, omdat [medeverdachte 7] weinig geld had. In het begin van de relatie haalde zij [medeverdachte 7] bij [medeverdachte 1] op. [medeverdachte 7] was daar en moest dan koken voor het gezin of klusjes doen. Zij heeft nooit gezien dat [medeverdachte 7] geld kreeg. [medeverdachte 7] werd door [medeverdachte 1] afgescheept met een klein beetje geld. [medeverdachte 7] dacht dat hij met zijn manier van leven veel geld kon verdienen. Nadat [medeverdachte 7] het contact met de groep verbrak, werd het spannend. Zij kregen toen hatelijke berichten van [medeverdachte 1] over loyaliteit en respect. Uit angst hebben zij toen een camera in de achtertuin gehangen.
[naam 30] heeft verklaard dat zij het idee had dat [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] onder druk werden gezet door [medeverdachte 1] . Op vakantie naar Italië moesten zij de kutklusjes oplossen. Zij heeft achteraf het idee dat [medeverdachte 1] zijn personeel mee had op vakantie, hoewel zij samen wel leuke dingen deden. Op vakantie zag zij dat [medeverdachte 1] [medeverdachte 12] regelmatig een klap op het achterhoofd gaf. [medeverdachte 12] werd dan stil en trok zich terug. [medeverdachte 7] vertelde haar hierover dat het rustiger was nu zij erbij was. [naam 30] heeft letsel gezien bij [medeverdachte 7] ; zeker vijf littekens op zijn benen en letsel op zijn penis. Dat letsel is opgelopen bij [medeverdachte 1] thuis. [340]
[medeverdachte 3] [341] heeft verklaard dat [medeverdachte 1] allemaal slaafjes of loopjongens om zich heen had die van alles voor hem deden. Het zijn geen vrienden; het lijkt werkgerelateerd. [medeverdachte 1] was de dirigent en hij bekte die jongens af; zij pikten dat ook. [medeverdachte 1] heeft hem eens gezegd dat je het moet verdienen om erbij te horen. [medeverdachte 12] was een ‘loopjongen-plus’. [medeverdachte 3] heeft gezien dat [medeverdachte 1] en verdachte [medeverdachte 12] beschoten met een BB-gun. [medeverdachte 7] had volgens [medeverdachte 3] eenzelfde positie als [medeverdachte 12] .
[medeverdachte 12] heeft over [medeverdachte 7] verklaard dat die in hetzelfde schuitje zat als hijzelf. [medeverdachte 7] heeft minder op zijn flikker gekregen want [medeverdachte 7] was vaker weg. [medeverdachte 12] , [medeverdachte 7] en verdachte woonden op hetzelfde adres. Zij verbleven in Smilde, Leeuwarden, Beerta en Groningen. [medeverdachte 7] was vrijwel constant met verdachte op pad. [342]
Uit in de P.I. afgeluisterde gesprekken tussen [medeverdachte 7] en [naam 30] blijkt onder meer dat [medeverdachte 7] na detentie om het weekend vrij wil; hij wil dan niet naar de jongens. [medeverdachte 7] klaagt dat hij steeds extra moet werken omdat [medeverdachte 12] weg is. Aanvankelijk wil [medeverdachte 7] nog dik geld verdienen bij de jongens. Hij wil nog een half jaar geld pakken en daarna kappen. [naam 30] stelt dat [medeverdachte 7] elke keer zijn hand moet ophouden en kennelijk niet veel geld verdiend. [medeverdachte 7] is bang dat hij weer voor het gezin van [medeverdachte 1] moet koken. Op 3 oktober 2019 geeft [medeverdachte 7] te kennen dat hij wil stoppen met de jongens en dat ook tegen [medeverdachte 1] gaat zeggen. Hij wil ook stoppen met de BV en afstand nemen. [343] Daarna heeft [medeverdachte 7] dat ook daadwerkelijk gedaan.
Camerabeelden en geluidsfragmenten.
Uit de camerabeelden van het [straatnaam] blijkt dat [medeverdachte 12] dagelijks bij [medeverdachte 1] is. Hij arriveert meestal in het begin van of halverwege de middag. Hij draagt vaak een laptoptas bij aankomst en vertrek. In het begin gaat [medeverdachte 12] regelmatig met anderen (verdachte en [medeverdachte 7] ) op pad, maar later is hij bijna dagelijks bij de woning. Verder is te zien dat [medeverdachte 12] vaak dingen om het huis doet, zoals opruimen. [medeverdachte 7] komt ook bijna dagelijks bij de woning van [medeverdachte 1] . [344]
[medeverdachte 1] belt [medeverdachte 12] op 27 oktober 2018. [medeverdachte 1] vraagt waarom [medeverdachte 12] zijn telefoon niet opneemt, want hij belt al de hele ochtend. [medeverdachte 1] noemt hem “imbeciel” en “malloot”. [medeverdachte 12] krijgt opdrachten, waaronder kamers opruimen. [medeverdachte 1] vervolgt: “Ik controleer, als het niet schoon is, krijg je een draai om de oren.” [345]
Op 3 november 2018 belt [medeverdachte 1] met [medeverdachte 12] . Hij vraagt waar ze blijven en vloekt. [medeverdachte 12] wil gaan slapen, maar [medeverdachte 1] zegt: “ga zo pitten. Ik zeg je moet hier heenkomen, hond. Dikke dooie rat.” [medeverdachte 12] : “Oh, ik moest ook?” [medeverdachte 1] : “Ja, mongool.” [medeverdachte 12] : “Ik heb amper geslapen. Ik ben vannacht ook al voor niets helemaal daarheen geweest, he. Ik was helemaal niet nodig.” [medeverdachte 1] : “Ach, hou je bek, vent. Je moet gewoon doen wat ik zeg.” [346]
Op 4 november 2018 noemt [medeverdachte 1] [medeverdachte 12] een “mongool” en “idioot”. [medeverdachte 1] is boos omdat hij [medeverdachte 12] probeerde te bellen, maar die niet opnam. [347]
Uit gesprekken op 19 februari 2019 blijkt dat [medeverdachte 1] aan verdachte de opdracht geeft om [medeverdachte 12] de auto te laten schoonmaken. [348]
Op 25 februari 2019 zegt [medeverdachte 7] dat [medeverdachte 1] hem heeft geslagen en dat hij daarna twee uur tintelingen voelde. [medeverdachte 12] lijkt te stellen dat hij een dikke rode plek zag, maar zij mogen niet klagen want [medeverdachte 1] had laatst een stuk lip van een ander afgeslagen. De rechtbank begrijpt dat dit ziet op een incident tussen [medeverdachte 1] en [naam 36]. [349]
Op 26 februari 2019 zegt [medeverdachte 1] dat [medeverdachte 12] nu beltegoed moet ophalen en noemt hem daarbij ‘ezel’. [350]
Op 19 maart 2019 zegt [medeverdachte 8] dat verdachte hem een tik gaf. [medeverdachte 7] zegt dat zij geluk hebben, want de tikken die zij krijgen zijn niet hard. [medeverdachte 8] bevestigt dat er voor anderen geen genade is. [351]
Uit het afgeluisterde gesprek op 21 maart 2019 kan worden afgeleid dat [medeverdachte 1] op [medeverdachte 12] schiet met een balletjespistool. Verdachte is hierbij aanwezig en lacht. [352]
Uit het gesprek tussen [medeverdachte 8] en [medeverdachte 7] op 25 maar 2019 kan worden afgeleid dat zij allebei zijn beschoten. [353]
Op 4 april 2019 stelt verdachte dat [medeverdachte 12] en [medeverdachte 8] samen elke twee dagen vijftien euro krijgen. [354]
Op 21 april 2019 belt [medeverdachte 1] met [medeverdachte 12] om te vragen hoe het gaat. Van de Helm denkt dat [medeverdachte 12] misschien teveel stress heeft en geeft aan dat met hem over alles gepraat kan worden. Ze zeggen dat zij van elkaar houden. [355]
Uit camerabeelden van 28 mei 2019 is afgeleid dat zowel [medeverdachte 1] als verdachte op [medeverdachte 12] schieten. [medeverdachte 1] en verdachte hebben hun armen omhoog gebracht. Verdachte richt op [medeverdachte 12] . [medeverdachte 12] maakt telkens een beweging die doet vermoeden dat hij is geraakt. Nadat [medeverdachte 12] zou zijn beschoten door [medeverdachte 1] , maakt hij wrijvende bewegingen met zijn handen over zijn onderrug. [356]
Op de iPhone van [medeverdachte 1] staat een film, gemaakt op 12 juli 2019, waaruit blijkt dat [medeverdachte 1] een gat in de penis van [medeverdachte 7] heeft geschoten. [357] Op 19 juli 2019 vertelt [medeverdachte 7] dat zijn penis blauw is en er een korstje op zit. [358]
Ook uit geluidsfragmenten van 27 juli 2019 kan afgeleid worden dat [medeverdachte 1] meermalen op [medeverdachte 12] schiet. Verdachte lacht erbij en benoemt dat [medeverdachte 7] weet hoe het voelt om op je penis geschoten te worden. [359]
Uit camerabeelden van 28 juli 2019 blijkt dat [medeverdachte 1] aan komt lopen en de bestuurder van een auto, vermoedelijk [medeverdachte 12] , met vlakke hand tegen het gezicht slaat. [360]
Conclusie
Uit de voorgaande bewijsmiddelen komt het beeld naar voren dat [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] kwetsbare personen zijn die aanvankelijk bevriend raken met [medeverdachte 1] . Beiden zijn alleenstaand, dakloos en verslaafd. Zij worden door [medeverdachte 1] opgenomen in zijn groep. [medeverdachte 1] en verdachte zorgen daarna voor de basisbehoeften: wonen, eten en ‘werk’.
[medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] ontvangen voor hun werkzaamheden geen loon, maar enkel onderdak, eten, sigaretten en - in het geval van [medeverdachte 7] - drugs. Hen wordt voorgespiegeld dat zij veel geld kunnen verdienen met fraude, maar uiteindelijk blijkt enkel [medeverdachte 1] hiervan te profiteren. Beiden hebben hierdoor grote schulden op naam gekregen, terwijl degenen die hebben geprofiteerd buiten beeld blijven bij de schuldeisers. Voorts is sprake van geweld, belediging, intimidatie en bedreiging door [medeverdachte 1] en verdachte. [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] zijn daardoor aangetast in hun lichamelijke en geestelijke integriteit.
Opvallend is dat zowel [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] beiden weggaan zodra zij een vriendin hebben met eigen woonruimte. De rechtbank concludeert dat zij hierdoor aan zelfstandigheid wonnen en niet meer hoefden te accepteren hoe zij werden behandeld door [medeverdachte 1] en verdachte.
De rechtbank passeert de verweren die zien op de door verdachte gestelde vriendschappelijke relatie; kennelijk was sprake van geveinsde affectie met het oog op de uitbuiting.
Gelet op de bewijsmiddelen, getoetst tegen het juridisch kader, concludeert de rechtbank dat zowel de gedragingen (dwingen zich beschikbaar te stellen voor arbeid, voordeel trekken), de dwangmiddelen (dreiging, geweld, misbruik van overwicht en van een kwetsbare positie), het causale verband als het oogmerk van uitbuiting aanwezig waren. Daarmee acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en [medeverdachte 1] samen [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] hebben uitgebuit, zoals hierna omschreven in de bewezenverklaring.

Feit 10: aanwezig hebben amfetamine

Zoals hiervoor ten aanzien van de wapens in de Opel Combo is overwogen, heeft verdachte de wapens in de Kringloopwinkel in de zwarte tas gestopt. In die zwarte tas bevond zich ook de later aangetroffen amfetamine. De rechtbank concludeert hieruit dat verdachte ook wetenschap had van die amfetamine. De rechtbank gaat ervan uit dat deze wetenschap meebrengt dat deze amfetamine zich ook in de machtssfeer van verdachte bevond. Er zijn geen omstandigheden aannemelijk geworden waaruit voortvloeit dat dit anders is. De rechtbank acht bewezen dat verdachte wist van de amfetamine en dat hij die verdovende middelen met anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad.

Feit 1: criminele organisatie

Van deelneming aan een crimineel samenwerkingsverband (artikel 140 Sr.) kan slechts sprake zijn, indien de verdachte behoort tot dat samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt in, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk tot het plegen van misdrijven. [361] Het is niet vereist dat reeds een aanvang is gemaakt met het daadwerkelijke plegen daarvan. Het leveren van een bijdrage is ook mogelijk door het verrichten van handelingen die op zichzelf niet strafbaar zijn, mits de verdachte weet heeft van het criminele oogmerk van de organisatie.
Het samenwerkingsverband - tussen de verdachte en ten minste één andere persoon - moet een zekere duurzaamheid en structuur hebben. Het is niet vereist dat de verdachte heeft samengewerkt met, of bekend was met, alle andere deelnemers of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. Voor het bewijs komt onder meer betekenis toe aan: de hiërarchie, de taakverdeling, de afstemming van planmatige activiteiten, en aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd. Het - ook in casu - veel gehoorde verweer van een langer bestaande vriendengroep doet niet af aan het bestaan van een criminele organisatie. Die sociale relaties vormen in feite het smeermiddel voor een criminele samenwerking. [362]
Uit het strafdossier [363] blijkt dat rond [medeverdachte 1] en verdachte gedurende een lange periode sprake is geweest van een crimineel samenwerkingsverband in wisselende samenstellingen, waarvan de voornaamste activiteiten lagen in de wapenhandel.
Handelingen van verdachte
Uit het voorgaande volgt dat de rechtbank komt tot bewezenverklaring van - kort gezegd - internationale en nationale wapenhandel, geweldsdelicten, vernieling, mensenhandel en drugsbezit.
[medeverdachte 1] zegt op 19 februari 2019 dat hij nog niet ‘naar binnen gaat’ [de rechtbank leest: in detentie gaat]. Als hij op de telex komt, vlucht hij. Normaal vlucht hij niet, maar er staat zoveel geld op het spel; het gaat om honderdzestig- tot honderdzeventigduizend euro. Verdachte heeft maar tienduizend euro. [364]
In maart 2019 heeft ook verdachte een rol bij het aan de deur hangen van een handgranaat bij [naam 36] in Emmeloord. [365]
Op 27 maart 2017 zegt [medeverdachte 7] tegen verdachte dat hij geen olie mocht bijvullen van [medeverdachte 1] . Verdachte zegt daarop: “luisteren naar de grote baas, of de tweede grote baas, he”. [366] De rechtbank begrijpt dat verdachte zichzelf zag als ‘tweede grote baas’.
[medeverdachte 5] vertelt op 3 augustus 2019 in een afgeluisterd OVC-gesprek aan zijn vriendin [367] dat zij een hecht team zijn dat heel close is en dat er veel respect is. “
Als iemand het verkloot, dan moet die iemand gestraft worden, zodat de anderen weten hoe het moet. Als iemand iets probeert, dan moet hij wel weten wat hem te wachten staat. Er is geen andere optie dan diegene die het verkloot heeft te straffen. Zo zit het systeem in elkaar. Als het zover komt, dan moet je iemand straffen zodat de anderen het zich niet in het hoofd halen om te gaan praten. Verraders worden gestraft”.
Op 28 augustus 2019 omstreeks 14.30 uur is [medeverdachte 5] in Bunde (Duitsland) gecontroleerd als bestuurder van zijn Audi A4. Vanuit die auto neemt de politie een schoudertas in beslag met een laptop, telefoon, en diverse administratie en bankpassen, die onder meer op naam staan van [medeverdachte 7] en [bedrijf 2] . [368] Op de laptop staan diverse foto’s van de identiteitsbewijzen van [medeverdachte 7] , [medeverdachte 6] en [naam 31] . [369] [medeverdachte 12] heeft verklaard dat hij deze laptop moest gebruiken voor fraudedelicten. [370] Op de mobiele telefoon staat het wifi-account: [naam 1] [371] . Uit de telefoongesprekken tussen [medeverdachte 5] , verdachte en [medeverdachte 1] blijkt vervolgens dat ook verdachte evident op de hoogte is dat de tas met documenten en de laptop gebruikt worden voor fraudedelicten. [372]
Op 24 november 2019 spreekt verdachte met [naam 6] . [naam 6] vraagt of verdachte met hem mee kan. Als blijkt dat verdachte niet kan, vraagt [naam 6] aan verdachte om een mannetje te leen. [373] De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte personeel kon aanwijzen om taken uit te voeren.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte een van de leiders was in een criminele organisatie met een duidelijke hiërarchie. [medeverdachte 12] heeft verdachte in het onderdeel [naam 4] aangeduid als de baas; tegenover [medeverdachte 7] merkt verdachte zelf op dat hij de ‘tweede grote baas’ is. Telkens is het beeld dat [medeverdachte 1] het initiatief neemt, waarna hij de feitelijke uitvoering overlaat aan verdachte. Ten aanzien van de wapenfeiten blijkt steeds dat verdachte anderen instructies geeft. Ook bij de geweldsdelicten in Emmeloord en het gooien van een handgranaat in Oss heeft verdachte een sturende rol; hij geeft uitleg en vertelt anderen hoe te handelen. De organisatie heeft in deze periode bestaan uit [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] . De rechtbank acht de deelname aan een criminele organisatie derhalve wettig en overtuigend bewezen.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht feiten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 juni 2018 tot en met 27 februari 2020 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] en [medeverdachte 7] en [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk telkens het plegen van
- internationale wapenhandel, als bedoeld in artikel 14, lid 1 van de Wet wapens en munitie, namelijk het zonder consent doen binnenkomen of doen uitgaan van diverse wapens en/of munitie van categorie II en/of III van en/of naar het buitenland, en
- wapenhandel, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, en artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, waarbij de wapenhandel onder andere bestond uit het zonder erkenning vervaardigen en in de uitoefening van een bedrijf ter beschikking stellen en herstellen en verhandelen en overdragen van wapens en/of munitie van categorie II en/of categorie III, en
- wapenbezit, als bedoeld in artikel 13, eerste lid, en artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, namelijk het voorhanden hebben van wapens en/of munitie van categorie II en/of categorie III, en
- fraude, als bedoeld in artikel 225 en artikel 321 en artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht, namelijk valsheid in geschrifte en verduistering en oplichting, en
- geweldsdelicten, als bedoeld in artikel 285 en artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht, namelijk bedreiging met (dodelijk) geweld en mishandelingen, en
- mensenhandel, als bedoeld in artikel 273f van Wetboek van Strafrecht, namelijk uitbuiting,
terwijl hij, verdachte, leider van voormelde organisatie is;
2.
hij in de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen, zonder erkenning wapens van categorie II en/of categorie III heeft doen binnenkomen uit Kroatië,
(Šag)
- 29 handgranaten en
- een groen blok bevattende 500 gram van de zwaar explosieve stof TNT en
- ( automatische) vuurwapens,
en zonder erkenning wapens van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III heeft doen uitgaan naar België,
(Genk)
- twee ontstekers met bijbehorende TPU, en
(Zwijndrecht)
- acht handgranaten en
- vier vuurwapens (met munitie en laders) en
- zes dynamietstaven en
- twee gsm-toestellen met connectoren ten behoeve van ontstekers, en
(Antwerpen, [straatnaam] )
- een pistool Beretta, met munitie, en/of
(Antwerpen, [straatnaam] )
- een explosief althans springstof, voorzien van ontsteker(s) met bijbehorende TPU;
3.
hij in de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, zonder erkenning
1) in de periode van 16 maart 2019 tot en met 17 maart 2019 een vuurwapen van categorie III, namelijk een semiautomatisch kogelgeweer van het merk Marlin, 9 mm, met patroonmagazijn (levering [naam 4] ), en
2) in de periode van 1 mei 2019 tot en met 1 juni 2019 explosieven van categorie II, en een ontsteker met Samsung telefoon, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing (explosief Soesterberg), en
4) op 20 januari 2020 een vuurwapen van categorie III, namelijk een lange-afstand precisiegeweer van het merk Steyr-Mannlicher, Elite, kaliber .308 win inclusief patroonmagazijn, zijnde een wapen dat Schengen-gesignaleerd is als gestolen, en munitie van categorie III, namelijk 44 bijbehorende patronen van het merk Sellier & Bellot, kaliber .308 win (pseudokoop 20 januari 2020), en
5) op 24 februari 2020 vuurwapens van categorie II en III, te weten een Uzi-pistoolmitrailleur en een Tokarev TT33 (aankoop Amersfoort), en
6) op 27 februari 2020 een automatisch vuurwapen van categorie II, namelijk een randvuur machinepistool Gorenje, MGV-176 met geluiddemper en 161-schots trommelmagazijn, kaliber .22 LR, en een vuurwapen van categorie II, namelijk een aanvalsgeweer Norinco 56-1, kaliber 7,62, dat geschikt is om automatisch te vuren en voorzien van een 30-schots patroonmagazijn, en munitie van categorie III, namelijk een knalpatroon van het merk Geco, kaliber 9 mm PA Blanc en een huls van het merk Igman, kaliber 9 mm (pseudokoop 27 februari 2020),
in de uitoefening van een bedrijf ter beschikking heeft gesteld en heeft verhandeld,
van welk feit verdachte een gewoonte heeft gemaakt;
4.
hij in de periode van 16 maart 2019 tot en met 27 februari 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
in de periode van 16 maart 2019 tot en met 17 maart 2019 een vuurwapen van categorie III, namelijk een semiautomatisch kogelgeweer van het merk Marlin, 9 mm, met bijpassend patroonmagazijn (levering [naam 4] ) en
in de periode van 1 mei 2019 tot en met 1 juni 2019 explosieven van categorie II, en een ontsteker met Samsung telefoon, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing (explosief Soesterberg), en
op 20 januari 2020 een vuurwapen van categorie III, namelijk een geweer van het merk Steyr-Mannlicher, Elite, kaliber .308 win inclusief bijbehorend patroonmagazijn en zijnde een wapen dat Schengen-gesignaleerd is als gestolen, en munitie van categorie III, namelijk 44 patronen behorend bij voornoemd wapen van het merk Sellier & Bellot FMJ, kaliber .308 win (pseudokoop 20 januari 2020)
heeft overgedragen, van welk feit verdachte een beroep en gewoonte heeft gemaakt;
5.
hij op 27 februari 2020 te Oosterwolde en Drachten, tezamen en in vereniging met anderen,
(Opel Combo)
- een vuurwapen van categorie III in de vorm van een pistool, merk onbekend, kaliber 7,62 Tokarev met patroonmagazijn en
- een vuurwapen van categorie III in de vorm van een pistool, merk Zoraki, 917-T, kaliber .380 ACP met patroonmagazijn en
- twee vuurwapens van categorie II in de vorm van aanvalsgeweren, merk Zastava, M70 AB2, kaliber 7,62 mm met patroonmagazijn, 30 schots, en
- een vuurwapenonderdeel, patroonmagazijn, van categorie III, geschikt voor aanvalsgeweren van het merk Zastava en
- vier centraalvuur kogelpatronen van categorie III, en
(pseudokoop 27 februari 2020)
- een automatisch vuurwapen van categorie II, namelijk een randvuur machinepistool Gorenje, MGV-176 met geluiddemper en 161-schots trommelmagazijn, kaliber .22 LR, en
- een vuurwapen van categorie II, namelijk een aanvalsgeweer Norinco 56-1, kaliber 7,62, dat geschikt is om automatisch te vuren, voorzien van een 30-schots patroonmagazijn, en
- munitie van categorie III, namelijk een knalpatroon van het merk Geco, kaliber 9 mm PA Blanc en een huls van het merk Igman, kaliber 9 mm (pseudokoop 27 februari 2020),
voorhanden heeft gehad;
6.
hij op 20 augustus 2018 te Appelscha, tezamen en in vereniging met een ander, [benadeelde partij 2] heeft mishandeld door hem op het hoofd en tegen het been te stompen en schoppen;
en
hij op 20 augustus 2018 te Appelscha, tezamen en in vereniging met een ander, [benadeelde partij 2] heeft bedreigd met een misdrijf tegen het leven gericht, door op die [benadeelde partij 2] een vuurwapen te richten en die [benadeelde partij 2] meermalen dreigend toe te voegen "luister, ik maak je dood";
7.
hij op 1 augustus 2019 te Oss, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en wederrechtelijk
  • auto’s, te weten een rode Peugeot 108 (kenteken [kenteken]) en een grijze Volkswagen Golf ([kenteken]) en een grijze Volkswagen Polo ( [kenteken] ), en
  • een woning, en
  • een hekwerk,
die geheel of ten dele toebehoorde aan anderen dan aan verdachte of zijn medeverdachten, te weten aan onder meer [benadeelde partij 1] , heeft beschadigd, door op of in de richting van voornoemde goederen een explosief te gooien;
8.
hij in de periode van 1 juni 2018 tot en met 12 augustus 2019 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander,
een ander, te weten [medeverdachte 12] , door dwang, geweld, dreiging met geweld, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [medeverdachte 12] (sub 1°), en
een ander, te weten die [medeverdachte 12] , met de onder a. genoemde middelen, heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid, en
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [medeverdachte 12] ,
immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met een ander,
- die [medeverdachte 12] voorgehouden dat hij een bedrijf op naam kon zetten, om aldus de bank op te lichten, en
- die [medeverdachte 12] voorgehouden dat hij daarmee geld kon verdienen, en
- dat het geld dat verdiend zou worden met de oplichting verdeeld zou worden, en
- die [medeverdachte 12] meermalen geïntimideerd, en
- die [medeverdachte 12] meermalen gekleineerd door die [medeverdachte 12] ezel en mongool te noemen, en
- die [medeverdachte 12] meermalen geslagen met vlakke hand, en
- die [medeverdachte 12] meermalen geslagen in de ribben en op de rug en op het hoofd, en
- die [medeverdachte 12] meermalen met een schoenlepel geslagen op zijn handen, en
- die [medeverdachte 12] meermalen beschoten met een balletjespistool ten gevolge waarvan die [medeverdachte 12] verwondingen heeft opgelopen, en
- gedreigd met het 'bezoeken van' of 'praten met' de moeder van die [medeverdachte 12] , en
- aan die [medeverdachte 12] onderdak verschaft, en
- die [medeverdachte 12] dagelijks 14 tot 16 uren aanwezig laten zijn in de woning aan het [straatnaam] , en
- die [medeverdachte 12] dagelijks huishoudelijke taken uit te laten voeren in en rondom de woning aan het [straatnaam] , zoals poep scheppen en blaadjes harken en schoonmaken en afwassen en
- die [medeverdachte 12] meermalen heeft gedwongen te zorgen voor inkomsten uit oplichting van banken en bedrijven, althans fraude, en
- die [medeverdachte 12] een onverzekerde auto op naam te laten hebben,
terwijl die [medeverdachte 12] kampte met dakloosheid en veelvuldig alcoholgebruik en drugsgebruik, en zich aldus in een kwetsbare positie bevond, en in welke afhankelijkheidssituatie die [medeverdachte 12] zich telkens niet durfde te verzetten tegen of onttrekken aan die uitbuiting door verdachte en zijn medeverdachte;
9.
hij in de periode van 11 oktober 2018 tot en met 5 november 2019 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander,
een ander, te weten [medeverdachte 7] , door dwang, geweld, dreiging met geweld, misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, misbruik van een kwetsbare positie, heeft gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [medeverdachte 7] , en
een ander, te weten die [medeverdachte 7] , met de onder a. genoemde middelen, heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid, en
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [medeverdachte 7] (sub 6°),
immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met een ander,
- aan die [medeverdachte 7] onderdak verschaft, en
- die [medeverdachte 7] een bedrijf op naam te laten nemen, en
- dat bedrijf te gebruiken voor het afsluiten van telefoonabonnementen en leasen van auto’s en het verkrijgen van tankpassen en het huren van goederen, en
- die [medeverdachte 7] aldus heeft gedwongen te zorgen voor inkomsten uit oplichting van banken en bedrijven, en
- die [medeverdachte 7] als chauffeur laten werken, en
- die [medeverdachte 7] huishoudelijke taken uit laten voeren in en rondom de woning aan het [straatnaam] , zoals schoonmaken en afwassen en koken, en
- die [medeverdachte 7] meermalen beschoten met een balletjespistool ten gevolge waarvan die [medeverdachte 7] verwondingen heeft opgelopen op onder andere zijn penis, en
- die [medeverdachte 7] meermalen geslagen,
terwijl die [medeverdachte 7] kampte met dakloosheid en drugsgebruik, en zich aldus in een kwetsbare positie bevond, in welke afhankelijkheidssituatie die [medeverdachte 7] zich telkens niet kon en durfde te verzetten tegen of onttrekken aan die uitbuiting door verdachte en zijn medeverdachte;
10.
hij op 27 februari 2020 te Oosterwolde , tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk aanwezig heeft gehad 2888,66 gram amfetamine in de Opel Combo bij Kringloopwinkel, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
1. Het als leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven
2. Medeplegen van handelen in strijd met artikel 14, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd
en
Medeplegen van handelen in strijd met artikel 14, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd
3. Medeplegen van handelen in strijd met artikel 9, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en van het verhandelen van wapens een gewoonte maken
4. Medeplegen van handelen in strijd met artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en van het overdragen van wapens of munitie een beroep of gewoonte maken
5. Medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd,
en
Medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wapens en munitie, en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd
en
Medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd
6. Medeplegen van mishandeling, meermalen gepleegd
en
Medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd
7. Medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
8. Medeplegen van mensenhandel, meermalen gepleegd
9. Medeplegen van mensenhandel, meermalen gepleegd
10. Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
De vordering van de officier van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar, met aftrek van voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om, indien de rechtbank komt tot een strafoplegging, rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Bij oplegging van een straf conform het voorarrest heeft verdachte na vrijlating in ieder geval nog werk en een woning.
Ook dient rekening gehouden te worden met de nieuwe VI-regeling, door een netto straf op te leggen die in lijn is met die nieuwe regelgeving.
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder de verdachte deze feiten heeft begaan. Ook heeft de rechtbank gekeken naar het strafblad van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden.
Ernst van de feiten
De rechtbank veroordeelt verdachte voor een groot aantal misdrijven. Daarbij valt op dat verdachte gedurende een periode van circa 21 maanden een prominente rol heeft gespeeld als leidinggevende in het crimineel samenwerkingsverband. Hij is betrokken bij vrijwel alle strafbare feiten die de rechtbank aan het crimineel samenwerkingsverband toeschrijft. Deelname aan een criminele organisatie is een misdrijf dat de rechtsorde ernstig schendt. De ernst van het oogmerk, het bedrijfsmatige karakter en de intensiteit van de activiteiten hebben de rechtsorde en de maatschappelijke veiligheid fors geschonden. Daarbij gaat het allereerst om de handel in grote hoeveelheden wapens en explosieven. Deze zijn ingevoerd vanuit Kroatië, in Nederland verhandeld en weer uitgevoerd naar België. Verdachte is ten behoeve van deze activiteiten zowel in Kroatië geweest als meermalen in België. Verdachte gaat bovendien ernstig geweld niet uit de weg. Zo heeft hij op 1 augustus 2019 te Oss met anderen een granaat/explosief gegooid. Uit dit daadwerkelijke gebruik van de handgranaten komt nadrukkelijk het gevaar voor de maatschappij naar voren. Het motief voor dit feit lijkt te zijn gelegen in een conflict dat de criminele organisatie had met anderen. Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan mishandeling en bedreiging van een medeburger die mogelijk geld verschuldigd was aan het crimineel samenwerkingsverband. Daarnaast moesten twee medeverdachten het geregeld ontgelden. Deze medeverdachten werden langdurig geïntimideerd, geslagen, bedreigd en beschoten met een balletjespistool. Naar het oordeel van de rechtbank speelde ook verdachte een belangrijke rol in de uitbuiting van deze medeverdachten.
Voorts was verdachte betrokken bij het bezit van amfetamine. Het behoeft geen betoog dat harddrugs een ernstig gevaar vormen voor de volksgezondheid. Bovendien gaat de handel in drugs gepaard met andere ernstige criminaliteit die de samenleving ondermijnt, zoals geweld, witwassen, en het bezit en gebruik van vuurwapens.
Verdachte heeft gedurende het strafrechtelijk onderzoek voornamelijk gezwegen. Dat is zijn goed recht, maar dat kan geen rol spelen in strafverminderende zin. Hij heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor de vele bewezenverklaarde feiten. Dat rekent de rechtbank verdachte ernstig aan.
LOVS-oriëntatiepunten
De rechtbank heeft bij de straftoemeting gelet op de landelijke oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Deze oriëntatiepunten (versie juli 2021) gaan voor het voorhanden hebben/overdragen van:
- een automatisch vuurwapen (categorie II.2) uit van een gevangenisstraf van 12 maanden als dit in een woning plaatsvindt en 15 maanden als dit plaatsvindt in de openbare ruimte;
- een pistool (categorie III.1) uit van een gevangenisstraf van 3 respectievelijk 8 maanden;
- explosieven inclusief handgranaat (categorie II.7) uit van een gevangenisstraf van 12 respectievelijk 15 maanden
- scherpe munitie (1-50 patronen) uit van een geldboete van € 150,00 tot € 350,00;
- scherpe munitie (> 100 patronen) uit van een taakstraf van 50 uren.
Hierbij is nog geen rekening gehouden met de bedrijfsmatige handel in vuurwapens en explosieven, noch met de deelname aan een criminele organisatie.
De oriëntatiepunten voor het aanwezig hebben van harddrugs zijn:
- voor 200-500 gram : 2 maanden gevangenisstraf;
- voor 500-1000 gram : 3 maanden gevangenisstraf.
Persoonlijke omstandigheden en uittreksel justitiële documentatie
De rechtbank heeft in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens zijn strafblad van 20 april 2021, niet eerder is veroordeeld voor vergelijkbare feiten. Wel werd hij eerder veroordeeld voor witwassen en strafbare feiten in het kader van de Wegenverkeerswet.
Uit het reclasseringsrapport van 19 juni 2121 van Reclassering Nederland volgt onder meer dat - bij bewezenverklaring - een patroon van steeds ernstiger feiten te zien is. Op vele leefgebieden kent verdachte problemen, zoals huisvesting, werk, middelengebruik, emotioneel welzijn, financiën en zijn sociale netwerk. Hij heeft een relatie met een medeverdachte, en heeft een nauwe vriendschap met [medeverdachte 1] . Verdachte weigert hulp te aanvaarden. De reclassering adviseert dan ook een straf zonder bijzondere voorwaarden.
Anders dan de verdediging heeft verzocht, weegt de rechtbank niet mee dat de nieuwe VI-regeling, in werking is getreden op 1 juli 2021 onder de Wet Straffen en Beschermen, een kortere VI-duur tot gevolg zou hebben dan de oude regeling. Dat een veroordeelde onder de oude VI-regeling bij langdurig opgelegde gevangenisstraffen per definitie slechts twee-derde deel van zijn straf uit zou moeten zitten, gaat immers niet op. Dit was, evenals onder de nieuwe VI-regeling, afhankelijk van verschillende factoren, zoals het gedrag van de veroordeelde tijdens detentie, de vraag of hij zich aan de voorwaarden houdt die aan de lange proeftijd worden gesteld, en van zijn vreemdelingenstatus. De VI kan worden herroepen, uitgesteld en zelfs afgesteld. De rechtbank legt daarom een straf op die naar haar oordeel recht doet aan de feiten, zonder acht te slaan op een eventuele VI-periode, omdat op dit moment niet is te voorspellen of verdachte daarvoor in aanmerking zal komen.
Straf
Alles afwegend acht de rechtbank alleen een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. De rechtbank zal een iets lagere straf opleggen dan geëist, nu zij verdachte vrij spreekt van feit 3, onderdeel [naam 6] . De vrijspraak voor feit 4, onderdeel pseudokoop II, is een juridisch-technische vrijspraak die aan de verwijtbaarheid van het strafbare handelen niets afdoet. De rechtbank ziet duidelijke aanknopingspunten om verdachte, ondanks zijn forse aandeel in het geheel van feiten, anders te bestraffen dan medeverdachte [medeverdachte 1] . Verdachte komt uit het dossier immers niet naar voren als initiator en intellectuele dader. Evenmin blijkt dat verdachte aantoonbaar financieel heeft geprofiteerd van de bewezenverklaarde feiten. Feitelijk was verdachte dakloos en mogelijk verslaafd. Alles afwegend komt de rechtbank tot oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 9 jaar.
Tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Inbeslaggenomen goederen
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de beslaglijst van 31 mei 2021 onder 1 tot en met 5 vermelde voorwerpen, te weten twee kogelgeweren, twee patroonhouders en een huls, onttrekken aan het verkeer nu met betrekking tot deze voorwerpen de bewezen verklaarde feiten zijn begaan en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet en het algemeen belang.
Benadeelde partij
[benadeelde partij 2] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Hij vordert een bedrag van € 4.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente.
Het standpunt van de officier van justitie
De officieren van justitie hebben toewijzing van de vordering gevorderd nu deze voldoende is onderbouwd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair bepleit de vordering niet-ontvankelijk te verklaren, gelet op de bepleite vrijspraak. Subsidiair moet afwijzing volgen omdat de vordering onvoldoende onderbouwd is.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat als feit 6 is bewezenverklaard dat verdachte met een ander de benadeelde partij [benadeelde partij 2] fysiek heeft mishandeld, waarbij letsel is ontstaan. Daarna hebben verdachte en zijn mededader [benadeelde partij 2] bedreigd met de dood. Voorts blijkt uit het dossier dat [benadeelde partij 2] , net als aangever Sikkema, al angstig was voor de verdachten en daarom een camera heeft opgehangen. Gelet op de aard en de ernst van de normschending en van de nadelige gevolgen voor de benadeelde, is de rechtbank van oordeel dat sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze, als bedoeld in artikel 6:106, aanhef en onder b, BW. De rechtbank acht voldoende aannemelijk dat [benadeelde partij 2] schade heeft geleden als rechtstreeks gevolg van feit 6. Gebruikmakend van haar schattingsbevoegdheid ex artikel 6:97 BW schat de rechtbank de hoogte van de schade in elk geval op € 1.500,00. De rechtbank zal daarom de vordering toewijzen tot dat bedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 20 augustus 2018.
Schorsing van het onderzoek om de benadeelde partij de hoogte van de schade nader te laten aantonen, zal leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding en daartoe zal dan ook niet worden overgegaan. De rechtbank zal de vordering daarom voor het meer gevorderde niet-ontvankelijk verklaren. Dat deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte deze al heeft betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36b, 36c, 36f, 47, 57, 140, 273f, 285, 300 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 9, 14, 26, 31 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
bewezenverklaring en strafbaarheid feit en verdachte
verklaart het onder 1, 2, 3 (onderdelen [naam 4] , Soesterberg, pseudokoop I, Amersfoort en pseudokoop II), 4 (onderdelen [naam 4] , Soesterberg, pseudokoop I), 5, 6, 7, 8, 9 en 10 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
straf
veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaar.
beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
beslag
verklaart onttrokken aan het verkeerde op de beslaglijst van 31 mei 2021 onder 1 tot en met 5 vermelde voorwerpen, te weten een kogelgeweer (589555), een patroonhouder (589556), een kogelgeweer (589557), een patroonhouder (589558) en een huls (589559).
benadeelde partij
Ten aanzien van [benadeelde partij 2] , feit 6:
wijst de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij 2]toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 1.500,00 (zegge: vijftienhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2018, in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
verklaart de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij 2]voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde partij 2] , te betalen een bedrag van € 1.500,00 (zegge: vijftienhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2018, en bepaalt de duur waarvoor gijzeling kan worden toegepast op 25 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
bepaalt daarbij dat, indien verdachte en/of zijn mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2] , daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte en/of zijn mededader aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. K. Post, voorzitter, mr. L.W. Janssen en mr. M.A.M. Wolters, rechters, bijgestaan door mr. R.G. Bakker-Dees, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 juli 2021.
Mr. L.W. Janssen en mr. M.A.M. Wolters zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage 1: De tenlastelegging
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging d.d. 19 oktober 2020, ten laste gelegd dat:
1.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2018 tot en met 27 februari 2020 te Oosterwolde en/of Smilde en/of Groningen en/of Soesterberg en/of Drachten en/of Leeuwarden en/of Stadskanaal en/of Amersfoort en/of Oss en/of Assen en/of Appelscha, althans (elders) in Nederland, en/of
heeft deelgenomen aan een organisatie,
bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten medeverdachte(n) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 8] en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 10] en/of [medeverdachte 11] en/of [medeverdachte 12] en/of een of meer andere personen,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk telkens het plegen van
- internationale wapenhandel, als bedoeld in artikel 14, lid 1 van de Wet wapens en munitie, namelijk het zonder consent doen binnenkomen of doen uitgaan van diverse wapens en/of munitie van categorie II en/of III van en/of naar het buitenland, en/of
- wapenhandel, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, en/of artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, waarbij de wapenhandel onder andere bestond uit het zonder erkenning vervaardigen en/of transformeren en/of in de uitoefening van een bedrijf uitwisselen en/of verhuren en/of (anderszins) ter beschikking stellen en/of herstellen en/of beproeven en/of verhandelen en/of van overdragen van diverse wapens en/of munitie van categorie II en/of categorie III, en/of
- wapenbezit, als bedoeld in artikel 13, eerste lid, en/of artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, namelijk het voorhanden hebben van wapens en/of munitie van categorie I en/of categorie II en/of categorie III, en/of
- fraude, als bedoeld in artikel 225 en/of artikel 321 en/of artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht, namelijk valsheid in geschrifte en/of verduistering en/of oplichting, en/of
- geweldsdelicten, als bedoeld in artikel 285 en/of artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht, namelijk bedreiging met (dodelijk) geweld en/of mishandeling(en), en/of
- mensenhandel, als bedoeld in artikel 273f van Wetboek van Strafrecht, namelijk (arbeids)uitbuiting,
terwijl hij, verdachte, leider en/of oprichter en/of bestuurder van voormelde organisatie is/was/is geweest;
2.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 te Oosterwolde en/of Smilde en/of Groningen en/of Drachten en/of Leeuwarden, althans (elders) in Nederland, en/of
te Valpovo en/of Šag, althans (elders) in Kroatië, en/of
te Sabac, althans (elders) in Servië, en/of
te Bosnië en/of
te Duitsland, en/of
te Genk en/of Zwijndrecht en/of Antwerpen, althans (elders) in België, en/of
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
zonder erkenning een of meer wapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III heeft/hebben doen binnenkomen uit Kroatië en/of Servië en/of Bosnië en/of Duitsland, in elk geval uit het buitenland, te weten (onder meer en/of in ieder geval),
(Šag)
- ( in totaal) 29, althans 28, althans een of meer handgranaten, en/of
- een groen blok bevattende 500 gram van de zwaar explosieve stof TNT, en/of
- een of meerdere (automatische) (vuur)wapen(s), en/of
(Kroatië en/of Servië en/of Bosnië en/of Duitsland)
- een of meer handgranaten, en/of
- een of meer explosief/explosieven, en/of
- een of meer (automatische) (vuur)wapen(s),
en/of
zonder erkenning een of meer wapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III heeft/hebben doen uitgaan naar België, in elk geval naar het buitenland, te weten (onder meer en/of in ieder geval)
(Genk)
- twee, althans een of meer automatische vuurwapen(s), en/of
- een (anti-tank) raketwerper, en/of
- twee, althans een of meer ontstekers met bijbehorende TPU, en/of
- een hoeveelheid explosief materiaal (pentriet), en/of
- meer dan honderd, althans een of meer patro(o)n(en)/munitie, en/of
(Zwijndrecht)
- acht, althans een of meer handgra(a)nat(en), en/of
- vier, althans een of meer vuurwapen(s) (met munitie en/of laders), en/of
- zes, althans een of meer dynamietstaven, en/of
- twee, althans een of meer gsm-toestellen met connectoren ten behoeve van ontstekers, en/of
(Antwerpen, [straatnaam] )
- een pistool (Beretta, met munitie), en/of
(Antwerpen, [straatnaam] )
- een explosief en/of explosieven, althans springstof, en/of voorzien van een of meer ontsteker(s) met bijbehorende TPU;
3.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 te Oosterwolde en/of Smilde en/of Groningen en/of Leeuwarden en/of Soesterberg en/of Amersfoort en/of Drachten, althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
zonder erkenning een of meer wapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III, te weten (onder meer)
in of omstreeks de periode van 16 maart 2019 tot en met 17 maart 2019 een (vuur)wapen van categorie III, namelijk een semi-automatisch kogelgeweer van het merk Marlin, 9 mm, met een bijpassend patroonmagazijn (levering [naam 4] , AH-011), en/of
in of omstreeks de periode van 1 mei 2019 tot en met 1 juni 2019 een explosief en/of explosieven van categorie II, althans springstof en/of een ontsteker met Samsung telefoon, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing (explosief Soesterberg, AH-058-01), en/of
in of omstreeks de periode van de periode van 19 juni 2019 tot en met 11 januari 2020 een of meer wapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III (handel met [naam 6] , AH-186-01)), en/of
op of omstreeks 20 januari 2020 een (vuur)wapen van categorie III, namelijk een lange afstand precisiewapen/vuurwapen/geweer, van het merk Steyr-Mannlicher, Elite, kaliber .308 win (inclusief bijbehorend patroonmagazijn en zijnde een wapen dat Schengen gesignaleerd is als gestolen), en/of munitie van categorie III, namelijk 44 patronen behorend bij voornoemd wapen van het merk Sellier & Bellot en/of FMJ, kaliber .308 win (pseudokoop 20 januari 2020, AH-126-01)), en/of
op of omstreeks 24 februari 2020 een of meer (vuur)wapen(s) van categorie II en/of III, te weten een Uzi-pistoolmitrailleur en/of een Tokarev TT33 (aankoop Amersfoort, AH-114-01), en/of
op of omstreeks 27 februari 2020 een (automatisch) (vuur)wapen van categorie II, namelijk een randvuur machinepistool Gorenje, MGV-176 (met bijbehorende en werkende geluiddemper en/of een 161-schots patroonmagazijn (trommelmagazijn)), kaliber .22 LR, en/of een (vuur)wapen van categorie II, namelijk een aanvalsgeweer Norinco, 56-1, kaliber 7, 62x39, dat geschikt is om automatisch te vuren (en/of voorzien van een 30-schots patroonmagazijn van hetzelfde merk), en/of munitie van categorie III, namelijk een knalpatroon van het merk Geco, kaliber 9mm PA Blanc en/of een huls van het merk Igman, kaliber 9x19 mm (pseudokoop 27 februari 2020, AH-126-01),
heeft/hebben vervaardigd en/of getransformeerd en/of in de uitoefening van een bedrijf heeft/hebben uitgewisseld en/of verhuurd en/of anderzins ter beschikking heeft/hebben gesteld en/of heeft/hebben hersteld en/of heeft/hebben beproefd en/of heeft/hebben verhandeld,
van welk feit verdachte (al dan niet) een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
4.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 te [woonplaats] en/of Smilde en/of Groningen en/of Leeuwarden en/of Soesterberg en/of Drachten, althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
een of meer wapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III, te weten (onder meer)
4. in of omstreeks de periode van 16 maart 2019 tot en met 17 maart 2019 een (vuur)wapen van categorie III, namelijk een semi-automatisch kogelgeweer van het merk Marlin, 9 mm, met een bijpassend patroonmagazijn (levering [naam 4] , AH-011), en/of
5. in of omstreeks de periode van 1 mei 2019 tot en met 1 juni 2019 een explosief en/of explosieven van categorie II, althans springstof en/of een ontsteker met Samsung telefoon, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing (explosief Soesterberg, AH-058-01), en/of
6. op of omstreeks 20 januari 2020 een (vuur)wapen van categorie III, namelijk een lange afstand precisiewapen/vuurwapen/geweer, van het merk Steyr-Mannlicher, Elite, kaliber .308 win (inclusief bijbehorend patroonmagazijn en zijnde een wapen dat Schengen gesignaleerd is als gestolen), en/of munitie van categorie III, namelijk 44 patronen behorend bij voornoemd wapen van het merk Sellier & Bellot en/of FMJ, kaliber .308 win (pseudokoop 20 januari 2020, AH-126-01)), en/of
7. op of omstreeks 27 februari 2020 een (automatisch) (vuur)wapen van categorie II, namelijk een randvuur machinepistool Gorenje, MGV-176 (met bijbehorende en werkende geluiddemper en/of een 161-schots patroonmagazijn (trommelmagazijn)), kaliber .22 LR, en/of een (vuur)wapen van categorie II, namelijk een aanvalsgeweer Norinco, 56-1, kaliber 7, 62x39, dat geschikt is om automatisch te vuren (en/of voorzien van een 30-schots patroonmagazijn van hetzelfde merk), en/of munitie van categorie III, namelijk een knalpatroon van het merk Geco, kaliber 9mm PA Blanc en/of een huls van het merk Igman, kaliber 9x19 mm (pseudokoop 27 februari 2020, AH-126-01),
heeft/hebben overgedragen,
van welk feit verdachte (al dan niet) een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
5.
hij op of omstreeks 27 februari 2020 te Oosterwolde en/of Drachten, althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
een of meer wapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III, te weten (onder meer)
(Opel combo)
- een vuurwapen (pistool) van categorie III, merk onbekend, kaliber 7,62x55 tokarev (met bijbehorend/bijpassend patroonmagazijn), en/of
- een vuurwapen (pistool) van categorie III, merk Zoraki, 917-T, kaliber .380 acp (met bijbehorend/bijpassend patroonmagazijn), en/of
- twee, althans een, vuurwapen(s) (aanvalsgewe(e)r(en)) van categorie II, merk Zastava, M70 AB2, kaliber 7,62x39 mm (met een (1) bijbehorend patroonmagazijn, 30 schots), en/of
- een vuurwapen(onderdeel) patroonmagazijn van categorie III, geschikt voor alle aanvalsgeweren van het merk Zastava, en/of
- vier, althans een of meer, centraalvuur kogelpatronen van categorie III, en/of
(pseudokoop 27 februari 2020)
- een (automatisch) (vuur)wapen van categorie II, namelijk een randvuur machinepistool Gorenje, MGV-176 (met bijbehorende en werkende geluiddemper en/of een 161-schots patroonmagazijn (trommelmagazijn)), kaliber .22 LR, en/of
- een (vuur)wapen van categorie II, namelijk een aanvalsgeweer Norinco, 56-1, kaliber 7, 62x39, dat geschikt is om automatisch te vuren (en/of voorzien van een 30-schots patroonmagazijn van hetzelfde merk), en/of
- munitie van categorie III, namelijk een knalpatroon van het merk Geco, kaliber 9mm PA Blanc en/of een huls van het merk Igman, kaliber 9x19 mm (pseudokoop 27 februari 2020), en/of
voorhanden heeft/hebben gehad;
6.
hij op of omstreeks 20 augustus 2018 te Appelscha, althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
[benadeelde partij 2] heeft mishandeld door hem op het hoofd en/of tegen het been, althans op of tegen het lichaam, te slaan en/of stompen en/of schoppen;
en/of
hij op of omstreeks 20 augustus 2018 te Appelscha, althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
[benadeelde partij 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, door op die [benadeelde partij 2] een (doorgeladen) (vuur)wapen te richten en /of die [benadeelde partij 2] meermalen, althans eenmaal, dreigend de woorden toe te voegen "luister, ik maak je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
7.
hij in of omstreeks de periode van 31 juli 2019 tot en met 1 augustus 2019 te Oss, althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
opzettelijk en wederrechtelijk
  • een of meer auto(’s), te weten een rode Peugeot 108 (kenteken [kenteken]) en/of een grijze Volkswagen Golf ([kenteken]) en/of een grijze Volkswagen Polo ( [kenteken] ), en/of
  • een woning, en/of
  • een brievenbus, althans hekwerk,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een of meer ander(en) dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n), te weten aan (onder meer) [benadeelde partij 1] toebehoorde,
heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt, door op of in de richting van voornoemd(e) goed(eren) een explosief te gooien;
8.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2018 tot en met 12 augustus 2019 te [woonplaats] en/of Smilde en/of Leeuwarden en/of Groningen en/of Beerta en/of Stadskanaal, althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
A. (sub 1°)
een ander, te weten [medeverdachte 12] , (telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over
die [medeverdachte 12] had, heeft/hebben geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [medeverdachte 12] (sub 1°),
en/of
B. (sub 4°)
een ander, te weten die [medeverdachte 12] , met een of meer van de onder a. genoemde middelen, heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [medeverdachte 12] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (sub 4°),
en/of
C. (sub 6°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [medeverdachte 12] (sub 6°),
immers heeft/is verdachte tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
- die [medeverdachte 12] voorgehouden dat hij een bedrijf op naam kon zetten, om aldus de bank op te lichten, en/of
- die [medeverdachte 12] voorgehouden dat hij daarmee geld kon verdienen, en/of
- dat het geld dat verdiend zou worden met de oplichting verdeeld zou worden, en/of
- die [medeverdachte 12] , meermalen, althans eenmaal, geïntimideerd, en/of
- die [medeverdachte 12] , meermalen, althans eenmaal, gekleineerd door die [medeverdachte 12] ezel en/of mongool te noemen, en/of
- die [medeverdachte 12] meermalen, althans eenmaal, geslagen met vlakke hand, en/of
- die [medeverdachte 12] meermalen, althans eenmaal, gestompt/geslagen in de ribben en/of op de rug en/of op het hoofd (ten gevolge waarvan die [medeverdachte 12] een klaplong heeft opgelopen), en/of
- die [medeverdachte 12] meermalen, althans eenmaal, met een (dikke ijzeren) schoenlepel, althans een voorwerp, geslagen op zijn handen, en/of
- die [medeverdachte 12] , veelvuldig, althans meermalen, althans eenmaal, beschoten met een 'BB-gun' en/of balletjespistool en/of airsoft-wapen (ten gevolge waarvan die [medeverdachte 12] verwondingen heeft opgelopen), en/of
- gedreigd met het 'bezoeken van' en/of 'praten met' die moeder van die [medeverdachte 12] , en/of
- aan die [medeverdachte 12] onderdak verschaft, en/of
- die [medeverdachte 12] dagelijks 14 tot 16 uren aanwezig laten zijn in verdachtes woning aan het [straatnaam] , en/of
- die [medeverdachte 12] dagelijks huishoudelijke taken uit te laten voeren in en rondom verdachtes woning aan het [straatnaam] , zoals 'poepscheppen' (van de dieren) en/of blaadjes harken en/of schoonmaken en/of afwassen en/of koken, en/of
- die [medeverdachte 12] dagelijks, althans meermalen, heeft gedwongen te zorgen voor inkomsten uit oplichting van banken en bedrijven, althans (overige) fraude, en/of
- die [medeverdachte 12] een (onverzekerde) auto op naam te laten hebben,
terwijl die [medeverdachte 12] kampte met dakloosheid en/of veelvuldig alcoholgebruik en/of drugsgebruik en/of een lage intelligentie, en zich aldus in een kwetsbare positie bevond, en/of in welke afhankelijkheidssituatie die [medeverdachte 12] zich telkens niet kon en/of durfde te verzetten en/of onttrekken tegen/aan die uitbuiging door verdachte en/of zijn medeverdachte(n);
9.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 11 oktober 2018 tot en met 5 november 2019 te [woonplaats] en/of Smilde en/of Leeuwarden en/of Groningen en/of Beerta en/of Stadskanaal, althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
A. (sub 1°)
een ander, te weten [medeverdachte 7] , (telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over
die [medeverdachte 12] had, heeft/hebben geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [medeverdachte 7] (sub 1°),
en/of
B. (sub 4°)
een ander, te weten die [medeverdachte 7] , met een of meer van de onder a. genoemde middelen, heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [medeverdachte 7] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten (sub 4°),
en/of
C. (sub 6°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [medeverdachte 7] (sub 6°),
immers heeft/is verdachte tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
- aan die [medeverdachte 7] onderdak verschaft, en/of
- die [medeverdachte 7] een bedrijf op naam te laten nemen, en/of
- dat bedrijf te gebruiken voor het afsluiten van telefoonabonnementen en/of leasen van auto’s en/of het verkrijgen van tankpassen en/of het huren van goederen, en/of
- die [medeverdachte 7] aldus heeft gedwongen te zorgen voor inkomsten uit oplichting van banken en bedrijven, althans (overige) fraude, en/of
- die [medeverdachte 7] als chauffeur te laten werken, en/of
- die [medeverdachte 7] huishoudelijke taken uit te laten voeren in en rondom verdachtes woning aan het [straatnaam] , zoals schoonmaken en/of afwassen en/of koken, en/of
- die [medeverdachte 7] , veelvuldig, althans meermalen, althans eenmaal, beschoten met een 'BB-gun' en/of balletjespistool en/of airsoft-wapen (ten gevolge waarvan die [medeverdachte 7] verwondingen heeft opgelopen op (onder andere) zijn penis), en/of
- die [medeverdachte 7] meermalen, althans eenmaal, geslagen,
terwijl die [medeverdachte 7] kampte met dakloosheid en/of veelvuldig alcoholgebruik en/of drugsgebruik, en zich aldus in een kwetsbare positie bevond, en/of in welke afhankelijkheidssituatie die [medeverdachte 7] zich telkens niet kon en/of durfde te verzetten en/of onttrekken tegen/aan die uitbuiging door verdachte en/of zijn medeverdachte(n);
10.
hij op of omstreeks 27 februari 2020 te Oosterwolde , althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer 2888,66 gram amfetamine (Opel Combo bij Kringloop), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Voetnoten

1.Hoge Raad 30 maart 2004 (ECLI:NL:HR:2004:AM2533).
3.Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier met het nummer 2018229308, genaamd ‘ULTEGRA’, bestaande uit het eindproces-verbaal van 37 (doorgenummerde) mappen, nagekomen stukken d.d. 8 januari 2020, 22 februari 2021 en 22 maart 2021, gegevensdragers met geluidsopnames en getuigenverhoren bij de rechter-commissaris.
4.Map 8 (telecom), pagina 14.
5.Map 4 (wapenhandel), pagina 696 e.v.
6.Map 8 (telecom), pagina’s 15-16.
7.Map 8 (telecom), pagina 28.
8.Map 8 (telecom), pagina’s 29-33.
9.Map 8 9telecom), pagina 34.
10.Nagekomen stukken d.d. 22 februari 2021, pagina’s 18-19.
11.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 705-706.
12.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 701-702.
13.Map 4 (nagekomen stukken), pagina’s 709-710.
14.Map 8 (telecom), pagina’s 319-320.
15.Nagekomen stukken d.d. 8 januari 2021, pagina’s 8-22.
16.Map 8 (telecom), pagina 322.
17.Map 1 (CSV), pagina’s 39-41.
18.Map 8 (telecom), pagina 323.
19.Map 8 (telecom), pagina 324.
20.Map 8 (telecom), pagina’s 330-331.
21.Map 8 (telecom), pagina’s 319-321 en 331, en map 20 (doorzoeking en beslag), pagina 583.
22.Nagekomen stukken d.d. 8 januari 2021, pagina 6.
23.Map 4 (wapenhandel), pagina 634.
24.Map 4 (wapenhandel), pagina 417.
25.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 409, 471-476.
26.Map 4 (wapenhandel), pagina 410 en 577.
27.Map 8 (telecom), pagina’s 333-334.
28.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 410 en 577.
29.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 411-413.
30.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 411 en 450-451.
31.Map 8 (telecom), pagina 339, en map 4 (wapenhandel), pagina 412.
32.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 450-451.
33.Map 4 (wapenhandel), pagina 412
34.Map 10 (financieel dossier), pagina’s 350-351.
35.Map 4 (wapenhandel), pagina 484.
36.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 484-485.
37.Map 4 (wapenhandel), pagina 414.
38.Map 8 (telecom), pagina’s 52-66 en 339-342.
39.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 414-415.
40.Map 4 (wapenhandel), pagina 411.
41.Map 4 (wapenhandel), pagina 414.
42.Map 4 (wapenhandel), pagina 412.
43.Map 4 (wapenhandel), pagina 412.
44.Map 4 (wapenhandel), pagina 415.
45.Map 4 (wapenhandel), pagina 412.
46.Map 4 (wapenhandel), pagina 415.
47.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 453-454.
48.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 415-417.
49.Map 21 (doorzoeking en beslag), pagina’s 274-277, map 15 (forensisch dossier), pagina’s 81, 174-175, 187
50.Map 16 (forensisch dossier), pagina’s 448, 451-453.
51.Map 4 (wapenhandel), pagina 457.
52.Map 4 (wapenhandel), pagina 577.
53.Map 4 (wapenhandel), pagina 577.
54.Map 4 (wapenhandel), pagina 417.
55.Map 8 (telecom), pagina 347.
56.Map 4 (wapenhandel), pagina 417.
57.Map 8 (telecom), pagina 347, en map 10 (financieel dossier), pagina’s 350-351.
58.Map 8 (telecom), pagina’s 345-346.
59.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 450-452.
60.Map 4 (wapenhandel), pagina 455.
61.Map 4 (wapenhandel), pagina 821.
62.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 825-826 en 891 e.v.
63.Map 5 (wapenhandel), pagina 922.
64.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 826-828.
65.Map 4 (wapenhandel), pagina 893.
66.Map 4 (wapenhandel), pagina 821.
67.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 826 en 830-831.
68.Map 5 (wapenhandel), pagina’s 907-924.
69.Map 5 (wapenhandel), pagina’s 913-914.
70.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 828-829, en map 5 (wapenhandel), pagina’s 914-917.
71.Map 5 (wapenhandel), pagina 918.
72.Map 5 (wapenhandel), pagina 921.
73.Map 4 (wapenhandel), pagina 822.
74.Map 4 (wapenhandel), pagina 822.
75.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 821 en 864.
76.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 822-823.
77.Map 4 (wapenhandel), pagina 825.
78.Map 4 (wapenhandel), pagina 825, en map 22 (ambtshandelingen), pagina’s 28-29 en 31-32.
79.Map 22 (ambtshandelingen), pagina’s 298-300, 302-306, 309-316.
80.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 824 en 875-876.
81.Map 17 (persoonsdossiers), pagina 680.
82.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 275-277.
83.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 258.
84.Map 4 (wapenhandel), pagina 832 e.v.
85.Map 5 (wapenhandel), pagina 960 e.v.
86.Map 5 (wapenhandel), pagina’s 963-964.
87.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 834-840.
88.Map 5(wapenhandel), pagina’s 1179-1193.
89.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 838-839.
90.Map 4 en 5 (wapenhandel), pagina’s 839, 1196 en 1277.
91.Map 4 en 5 (wapenhandel), pagina’s 842 en 1274..
92.Map 4 en 5 (wapenhandel), pagina’s 841 en 1142.
93.Map 5 (wapenhandel), pagina’s 1210 en 1275.
94.Map 18 (persoonsdossiers), pagina’s 258, 259, 260, 264, 269, 271, 272 en 273
95.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 840-841.
96.Map 5 (wapenhandel), pagina 1275.
97.Map 5 (wapenhandel), pagina 1276.
98.Map 5 (wapenhandel), pagina 1277.
99.Map 5 (wapenhandel), pagina 1275.
100.Map 5 (wapenhandel), pagina 1276.
101.Map 5 (wapenhandel), pagina’s 1236 en 1276.
102.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 847-848.
103.Map 4 (wapenhandel), pagina 847.
104.Map 4 (wapenhandel), pagina 844.
105.Map 28 (tap en OVC), pagina 294.
106.Map 4 (wapenhandel), pagina 845.
107.Map 4 (wapenhandel), pagina 846.
108.Map 4 (wapenhandel), pagina 847.
109.Map 4 (wapenhandel), pagina 848.
110.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 848, 850.
111.Map 28 (tap en OVC), pagina 329.
112.Map 4 en 5 (wapenhandel), pagina’s 842-843 en 1277.
113.Map 5 (wapenhandel), pagina’s 1167, 1169, 1171, 1172.
114.Map 4 (wapenhandel), pagina 866.
115.Map 5 (wapenhandel), pagina’s 1391-1405.
116.Map 5 (wapenhandel), pagina’s 1401-1402
117.Map 5 (wapenhandel), pagina 1275.
118.Map 22 (ambtshandelingen), pagina’s 299-302.
119.Map 4 (wapenhandel), pagina 832.
120.Map 4 (wapenhandel), pagina 852-853.
121.Map 4 (wapenhandel), pagina 854.
122.Map 4 (wapenhandel), pagina 855.
123.Map 4 (wapenhandel), pagina 855.
124.Nagekomen stukken d.d. 22 maart 2021, bijlage 3, pagina 23.
125.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 274.
126.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 279 e.v.
127.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 856-857.
128.Map 3 (wapenhandel), pagina 148.
129.Map 3 (wapenhandel), pagina 149.
130.Map 3 (wapenhandel), pagina 150.
131.Map 3 (wapenhandel), pagina 152.
132.Map 3 (wapenhandel), pagina 153.
133.Map 3 (wapenhandel), pagina 154.
134.Map 3 (wapenhandel), pagina 172, en map 16 (forensisch dossier), pagina 513.
135.Map 3 (wapenhandel), pagina 173.
136.Map 3 (wapenhandel), pagina 156, en map 16 (forensisch dossier), pagina’s 511-512.
137.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 178 en 183.
138.Map 17 (persoonsdossiers), pagina 574.
139.Map 17 (persoonsdossiers), pagina 666.
140.Map 17 (persoonsdossiers), pagina 675.
141.Map 3 (wapenhandel), pagina 188.
142.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 208-211.
143.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 213 en 215.
144.Map 3 (wapenhandel), pagina 214, 215, 227 en 235.
145.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 214-215.
146.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 214-215.
147.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 238-239, 242-243 en 246-261.
148.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 238-239 en 243.
149.Map 3 (wapenhandel), pagina 203.
150.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 208 en 210.
151.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 206-207, 209 en 211.
152.Map 3 (wapenhandel), pagina 191.
153.Map 28 (tap en OVC), pagina 399.
154.Map 3 (wapenhandel), pagina 191.
155.Map 3 (wapenhandel), pagina 190.
156.Map 3 (wapenhandel), pagina 190.
157.Map 28 (tap en OVC), pagina 400.
158.Map 3 (wapenhandel), pagina 191.
159.Map 29 (tap en OVC), pagina 411.
160.Map 28 (tap en OVC), pagina 393.
161.Map 3 (wapenhandel), pagina 192.
162.Map 28 (tap en OVC), pagina 394, en map 3 (wapenhandel), pagina 193.
163.Map 28 (tap en OVC), pagina 395.
164.Map 28 (tap en OVC), pagina 50.
165.Map 28 (tap en OVC), pagina 395.
166.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 194-195.
167.Map 3 (wapenhandel), pagina 195.
168.Map 28 (tap en OVC), pagina 121.
169.Map 22 (ambtshandelingen), pagina 108.
170.Map 22 (ambtshandelingen), pagina 110.
171.Map 28 (tap en OVC), pagina 386.
172.Map 29 (tap en OVC), pagina 413.
173.Map 28 (tap en OVC), pagina 387.
174.Map 29 (tap en OVC), pagina 414.
175.Map 29 (tap en OVC), pagina 415.
176.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 256.
177.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 257.
178.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 258.
179.Map 18 (persoonsdossiers), pagina’s 264 en 269.
180.Map 18 (persoonsdossiers), pagina’s 261, 274-275.
181.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 260-261 en 274-275.
182.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 260.
183.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 258.
184.Map 18 (persoonsdossiers), pagina’s 258-259.
185.Map 17 (persoonsdossiers), pagina’s 568, 574-575.
186.Map 17 (persoonsdossiers), pagina’s 667, 678 en 685.
187.Map 4 (wapenhandel), pagina 684.
188.Map 4 (wapenhandel), pagina 685.
189.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 680-6810
190.Map 23 (ambtshandelingen), pagina 572.
191.Map 4 (wapenhandel), pagina 647.
192.Map 4 (wapenhandel), pagina 681.
193.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 686-691.
194.Map 4 (wapenhandel), pagina 682.
195.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 670-671.
196.Map 4 (wapenhandel), pagina 645.
197.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 675-676.
198.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 694-695.
199.Map 4 (wapenhandel), pagina 699 en map 29 (tap en OVC), pagina 760.
200.Nagekomen stukken d.d. 22 maart 2021, bijlage I, met daarin de verklaring van [naam 5] bij de politie op 28 mei 2020, pagina 4.
201.Map 4 (wapenhandel), pagina 595.
202.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 596-597.
203.Map 4 (wapenhandel), pagina 598.
204.Map 4 (wapenhandel), pagina 605.
205.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 600-601.
206.Map 4 (wapenhandel), pagina 605.
207.Map 4 (wapenhandel), pagina 598.
208.Map 4 (wapenhandel), pagina 607.
209.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 598-599.
210.Map 4 (wapenhandel), pagina 598.
211.Map 4 (wapenhandel), pagina 601.
212.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 599 en 601.
213.Map 4 (wapenhandel), pagina 601.
214.Map 4 (wapenhandel), pagina 629.
215.Map 4 (wapenhandel), pagina 599.
216.Map 4 (wapenhandel), pagina 602.
217.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 604-605.
218.Map 4 (wapenhandel), pagina 599.
219.Nagekomen stukken d.d. 22 maart 2021, bijlage 1, met daarin de verklaring van [naam 5] bij de politie op 28 mei 2020, pagina’s 4, 22-24, en de verklaring van [naam 5] bij de politie op 27 augustus 2020, pagina’s 7-14.
220.Map 4 (wapenhandel), pagina 607.
221.Map 4 (wapenhandel), pagina 606 en map 22 (ambtshandelingen), pagina 230.
222.Map 4 (wapenhandel), pagina 602 en map 22 (ambtshandelingen), pagina 230.
223.Map 8 (telecom), pagina 327.
224.Map 23 (ambtshandelingen), pagina 603.
225.Map 4 (wapenhandel), pagina 711, 798-812.
226.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 711 en 714.
227.Map 4 (wapenhandel), pagina 807.
228.Map 4 (wapenhandel), pagina 792.
229.Map 8 (telecom), pagina 324.
230.Map 8 (telecom), pagina 325.
231.Map 8 (telecom), pagina 326.
232.Map 23 (ambtshandelingen), pagina 605.
233.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 813-815.
234.Map 22 (ambtshandelingen), pagina 231.
235.Map 8 (telecom), pagina’s 330-331.
236.Map 4 (wapenhandel), pagina 634.
237.Map 4 (wapenhandel), pagina 639.
238.Map 4 (wapenhandel), pagina 634.
239.Map 4 (wapenhandel), pagina 699 en map 29 (tap en OVC), pagina 760.
240.Map 4 (wapenhandel), pagina 700.
241.Map 4 (wapenhandel), pagina 634.
242.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 672-673.
243.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 701-702.
244.Map 4 (wapenhandel), pagina 657.
245.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 701-702.
246.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 703-704.
247.Map 4 (wapenhandel), pagina 657.
248.Map 8 (telecom), pagina’s 20, 98-100.
249.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 705-706.
250.Map 4 (wapenhandel), pagina 815.
251.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 707-708.
252.Map 4 (wapenhandel), pagina 659.
253.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 661-663.
254.Map 4 (wapenhandel), pagina 664.
255.Map 4 (wapenhandel), pagina 634.
256.Map 8 (telecom), pagina’s 330-331.
257.Map 4 (wapenhandel), pagina 709.
258.Map 8 (telecom), pagina 321, en map 24 (TTI), pagina 259.
259.Map 4 (wapenhandel), pagina 815.
260.Map 4 (wapenhandel), pagina 709.
261.Map 4 (wapenhandel), pagina 709.
262.Map 4 (wapenhandel), pagina 710.
263.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 711-712.
264.Map 4 (wapenhandel), pagina 710.
265.Map 4 (wapenhandel), pagina 712.
266.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 170.
267.Map 17 (persoonsdossiers), pagina 820.
268.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 410.
269.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 715-717.
270.Map 4 (wapenhandel), pagina 716.
271.Map 15 (forensisch onderzoek), pagina’s 36-38.
272.Map 4 (wapenhandel), pagina 717.
273.Map 20 (doorzoeking en beslag), pagina 480.
274.Map 15 (forensisch onderzoek), pagina’s 197-198.
275.Map 15 (forensisch onderzoek), pagina’s 258-260, en map 16 (forensisch onderzoek), pagina’s 437-438.
276.Map 23 (ambtshandelingen), pagina 504.
277.Map 23 (ambtshandelingen), pagina’s 505-508.
278.Map 4 (wapenhandel), pagina 724.
279.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 724-725.
280.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 725.
281.Map 4 (wapenhandel) pagina’s 726-727.
282.Map 15 (forensisch onderzoek), pagina’s 98-100 en 108.
283.Map 15 (forensisch onderzoek), pagina 261 e.v. en map 16 (forensisch onderzoek), pagina’s 427-428.
284.Map 8 (telecom), pagina 99, bovenaan.
285.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 14-15.
286.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 19-20.
287.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 24.
288.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 26.
289.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 30.
290.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 28.
291.De verklaring van [benadeelde partij 2] afgelegd tegenover de rechter-commissaris op 28 januari 2021.
292.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 378.
293.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 139.
294.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 139-140.
295.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 140.
296.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 140.
297.Map 28 (tap en OVC), pagina 60.
298.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 141.
299.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 142.
300.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 142.
301.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 143.
302.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 143.
303.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 136-137, 153 en 155.
304.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 151-152.
305.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 144.
306.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 145.
307.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 145-146.
308.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 146-147. Is
309.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 146.
310.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 450-453 (verklaring [medeverdachte 11] ).
311.Map 4 (wapenhandel), pagina 411, en map 8 (telecom), pagina’s 338-342.
312.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 412-416, en map 8 (telecom), pagina’s 52-65.
313.Kamerstukken II 2003/04, 29291, 3, p.18
314.HR 27 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI7009 (Chinese Horeca) en HR 24 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3309.
315.Map 17 (persoonsdossiers), pagina’s 665, 666, 672, 673, 674, 675, 677, 682, 683, 690, 716, 723 en 724 en de verklaring van [medeverdachte 12] afgelegd tegenover de rechter-commissaris d.d. 5 februari 2021, pagina’s 3, 4 en 5.
316.Map 6 (mensenhandel), pagina 14.
317.Map 6 (mensenhandel), pagina 14.
318.Map 12 (financieel dossier), pagina 898.
319.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 151 e.v.
320.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 156-158.
321.Map 17 (persoonsdossiers), pagina 679.
322.Map 6 (mensenhandel), pagina’s 14.
323.Map 17 (persoonsdossiers), pagina 690
324.Map 1 (relaas), pagina 38.
325.Map 17 (persoonsdossiers), pagina’s 694-700.
326.Map 6 (mensenhandel), pagina’s 65-66.
327.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina 6.
328.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 202-206.
329.Map 17 (persoonsdossiers), pagina’s 568-569, 574 en de verklaring van [medeverdachte 7] afgelegd tegenover de rechter-commissaris op 2 januari 2021.
330.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina 8, en map 28 (tap en OVC), pagina’s 340-344.
331.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina 12.
332.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 12-13.
333.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 362-363.
334.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 21-23, 330-331, 320 en 322, en map 22 (ambtshandelingen), pagina’s 332-341.
335.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 263-264, 291, 293-301, 311-312 en map 17 (persoonsdossiers), pagina’s 572-573.
336.Map 19 (getuigen en overige verdachten), pagina’s 131-140 en de verklaring van [naam 29] afgelegd tegenover de rechter-commissaris op 3 maart 2021.
337.Map 19 (getuigen en overige verdachten), pagina’s 133-134
338.Map 6 (mensenhandel), pagina 30.
339.Map 19 (getuigen en overige verdachten), pagina’s 9-14 en de verklaring van [naam 30] afgelegd tegenover de rechter-commissaris op 3 maart 2021.
340.Map 6 (mensenhandel), pagina 29.
341.Map 18 (persoonsdossiers), pagina’s 255 e.v.
342.Map 17 (persoonsdossiers), pagina’s 666, 677.
343.Map 29 (tap en OVC), pagina’s 633-640.
344.Map 22 (ambtshandelingen), pagina’s 67-68.
345.Map 6 (mensenhandel), pagina 55.
346.Map 6 (mensenhandel), pagina 60.
347.Map 6 (mensenhandel), pagina 61.
348.Map 6 (mensenhandel), pagina’s 58-59.
349.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 113-115.
350.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 115.
351.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 115.
352.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 111.
353.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 112.
354.Map 6 (mensenhandel), pagina 51.
355.Map 6 (mensenhandel), pagina 62.
356.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 121-122.
357.Map 6 (mensenhandel), pagina 30.
358.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 123.
359.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 124-128.
360.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 129.
361.Vgl. Hoge Raad 10 februari 2015 (ECLI:NL:HR:2015:264) en Hoge Raad 14 maart 2017 (ECLI:NL:HR:2017:413).
363.Map 1 (zaaksdossier CSV), pagina 73 e.v.
364.Map 28 (tap en OVC), pagina 159.
365.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 88-93 map 28 (tap en OVC), pagina’s 209-210, 220, en map 3 (wapenhandel), pagina 106.
366.Map 1 (zaaksdossier CSV), pagina 18.
367.Map 1 (zaaksdossier CSV), pagina 81.
368.Map 9 (digitaal onderzoek), pagina’s 30-31, en map 20 (doorzoeking en beslag), pagina’s 629-657.
369.Map 9 (digitaal onderzoek), pagina 34.
370.Map 17 (persoonsdossiers), pagina’s 717-718.
371.Map 9 (digitaal onderzoek), pagina 40.
372.Map 28 (tap en OVC), pagina 71, map 29 (tap en OVC), pagina’s 456-459.
373.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 295-296.