Uitspraak
Er is niet voldaan aan artikel 52 lid 1 AWR (naar de eisen van)
De voorraad is tot op heden nooit opgenomen op balansdatum (31-12). Belastingplichtige is aangegeven dat dit wel een administratieve verplichting is.
Er vindt geen kascontrole plaats door het administratieve saldo volgens het kasboek te vergelijken met het daadwerkelijk aanwezige kasgeld.
Tot op heden is er geen prijslijst vervaardigd, dan wel zijn deze niet bewaard gebleven.
oude kassa;
eerste aantekeningen werkroosters;
kladblokken poffers;
afleverbonnen Heineken.
Gesproken met de heer [naam 1] echtgenoot van belastingplichtige, mevrouw [eiseres] .
de hoogte van het kasgeld te bepalen;
te zien tot wanneer het kasboek is bijgewerkt;
hoe het kasboek wordt gevuld in 9-2016.
Bijgewerkt tot en met 10-9-20 16.
Kasboek wordt bijgehouden door de heer [naam 1] , echtgenoot van belastingplichtige.
In het kasboek wordt de pinomzet bij de omzet geboekt. Er vindt geen correctie aan de creditzijde plaats. Er is volgens de heer [naam 1] pas vanaf enkele maanden een pinapparaat in het café in gebruik.
Er is tot op heden geen saldi getrokken en er geen sprake geweest van kascontrole. Was volgens G niet nodig volgens de adviseur.
De omzet wordt in een bedrag geboekt, zonder splitsing in btw-hoog/laag omzet, terwijl dit zonder moeite op basis van de Z-afslagen had gekund.
De omzet biljart is geboekt als omzet-laag zonder vermelding dat sprake is van omzet biljart. Voor wat betreft de berekening van de brutowinst omzet-laag hiermee rekening houden.
Doel van de bespreking was om te onderzoeken of het toch nog mogelijk is om een vaststellingsovereenkomst op te maken. De adviseur heeft aangegeven dat een omzetcorrectie van € 175.000 + omzetbelasting + boetes het niet gaat worden omdat belastingplichtige heeft aangegeven dat niet te kunnen betalen. Desgevraagd geeft de adviseur aan dat er een liquiditeitsoverzicht is gemaakt die dat onderbouwt. Een kopie daarvan zal, voorzien van bewijsstukken, aan ons worden verstrekt.
1.1 Reikwijdte van het onderzoek
Er zijn geen prijslijsten opgemaakt met uitzondering van een van de Mitra gekregen prijslijstje voor speciaal bier;
Er is geen aantekening gehouden van eigen gebruik en dat van personeel, ondanks dat dit volgens belastingplichtige en de adviseur erg veel is. Dit overigens in afwijking wat in het inleidend gesprek is verklaard door belastingplichtige;
De voorraad is niet geadministreerd;
Gebleken is dat er niet juist is aangeslagen op de kassa voor wat betreft diverse producten zoals mixdranken (zou op omzet laag zijn aangeslagen in plaats van hoog);
De ontvangsten zijn niet gesplitst naar tarieven btw-hoog/laag in het kasboek genoteerd terwijl de Z-afslagen wel de splitsing vermelden. Onder andere hierdoor hebben er ten onrechte grote verschuivingen omzet-hoog naar omzet-laag plaatsgevonden;
Er wordt vaak ingekocht bij supermarkten en slijterijen. Van deze inkopen, die contant zijn betaald, zijn alleen kassabonnen in de administratie aanwezig waarop geen tenaamstelling van belastingplichtige staat (voorbelasting formeel niet aftrekbaar);
Geen maandelijkse kassaldi in kasboek dus heeft er ook nooit kascontrole kunnen plaatsgevonden;
Wel vermelding kassaldo in kasboek per ultimo 2010, 2011 en 2012. Niet ultimo 2013 en latere jaren;
Met betrekking tot saldo kasboek, dat op 1-1-2011 is genoteerd, is op te merken dat een bedrag van € 6.076,43 is doorgekrast en vervangen door € 5.265,79;
Vaak sprake van geschatte aangiften omzetbelasting in alle jaren.
Pofboeken, c.q. de aantekeningen van de bestellingen van klanten die op rekening betalen zijn niet bewaard;
Vanaf 9-2015 is er een nieuwe kassa in gebruik. De oude kassa is weggegooid;
Er zijn tot het moment van de start van het onderzoek nog geen back-ups gemaakt;
Werkroosters personeel zijn niet bewaard;
Afleverbonnen leveranciers zijn niet bewaard.
Er missen veel Z-afslagen in alle gecontroleerde jaren (zie hieronder);
8.Naheffingsaanslagen omzetbelasting
9.Navorderingsaanslagen inkomstenbelasting
10.Vergrijpboetes
Namens belanghebbende neemt de heer [naam adviseur] het woord. Hij geeft aan dat de hoogte van de correcties in zijn ogen niet juist zijn en voert daarvoor de volgende argumenten aan:
De Rechtbank heeft mij tijdens zitting inzake [eiseres] verzocht om aanvullende informatie te verstrekken inzake de vastgestelde belastingrente (beschikkingsnummer: 0270.07.753.F.01.5501).
gemotiveerde schattingvan de omzet en winst. Het is vervolgens aan eiseres om aannemelijk te maken dat en waarom de omzet en winst lager zijn dan verweerder heeft geschat. [1]
wegens het niet-naleven van de administratieplicht van artikel 52 van de AWR. Voor dat rechtsgevolg is immers
weleen informatiebeschikking nodig. [2] Volgens de rechtbank staat het ontbreken van een informatiebeschikking er op zichzelf niet aan in de weg dat verweerder zich beroept op de jurisprudentie van de Hoge Raad als bedoeld onder 4. [3] Kortom, verweerder kan ervoor kiezen om binnen de normale bewijslastverdeling te stellen dat de boekhouding moet worden verworpen.
geenbetrouwbare en verifieerbare grondslag meer vormt voor de omzet- en winstberekening. De rechtbank is daarom van oordeel dat verweerder terecht de boekhouding van eiseres heeft verworpen.
geenrekening is gehouden met het door eiseres gestelde eigen gebruik van 23,5 consumpties per dag en 15 weggevers per dag. Wel heeft verweerder het eigen gebruik en de weggevers in aanmerking genomen bij de aangebrachte splitsing in omzet-hoog en omzet-laag. Voor de inkopen anders dan bij Heineken heeft verweerder de omzet berekend door uit te gaan van een brutowinstmarge van 400% op de inkoopprijs. Verweerder veronderstelt dat deze inkopen grotendeels in de aanbieding gekochte kratten bier betreffen, zodat een brutowinstmarge van 400% reëel is.
geensprake van een gemotiveerde schatting in de zin van het arrest van de Hoge Raad van 10 augustus 2001. Daartoe overweegt de rechtbank dat de schatting voor dat jaar gebaseerd is op de extrapolatie van brutowinstpercentages van latere jaren. Over de hoogte van die brutowinstpercentages bestaat onzekerheid, aangezien deze gebaseerd zijn op een theoretische omzetberekening van verweerder en deze dus zelf al schattingen zijn. Dat de brutowinstpercentages overeenkomen met branchecijfers zoals die uit de systemen van verweerder volgen, vermindert deze onzekerheid niet, omdat verweerder desgevraagd ter zitting onvoldoende duidelijkheid heeft verstrekt over de wijze waarop die branchecijfers tot stand zijn gekomen. Verweerder heeft onder andere geen duidelijk antwoord kunnen geven op de vraag of inkoopbonussen in die branchecijfers zijn meegenomen of niet. De inkoopbonussen zijn aanzienlijk. Hierdoor is onduidelijk of de brutowinstpercentages van eiseres kunnen worden vergeleken met die van de branche-cijfers, zeker nu in de theoretische omzetberekening de inkopen als basis worden gebruikt voor de berekening van de verkopen.
in de jaren 2012 tot en met 2015sprake is geweest van een (groot) bierlek van 2.920 liter per jaar. De tijdens het hoorgesprek getoonde foto’s en Whatsapp-gesprek heeft eiseres in beroep niet overgelegd zodat de rechtbank de inhoud daarvan niet kan beoordelen. Datzelfde geldt voor de opgemaakte rapportages. Daarbij komt dat het lek in 2018 geconstateerd is en – in hetgeen eiseres omtrent de controle van de leidingen in 2017 heeft gesteld – geen aanleiding gevonden kan worden om er vanuit te gaan dat het bierlek al bestond in de jaren 2012 tot en met 2015.
nietmeer zijn opgenomen. De rechtbank merkt verder op dat in de berekeningen van verweerder het door eiseres gestelde eigen gebruik en de weggevers effectief volledig meegenomen zijn als behaalde omzet, welke omzet bovendien (voor wat betreft de omzetbelasting) is aangemerkt als zijnde belast tegen het hoge tarief. Het komt erop neer dat verweerder de verkoopwaarde van de omzet-laag weliswaar berekent zonder de weggevers en het eigen verbruik, maar door vervolgens die verkoopwaarde af te trekken van de
totaletheoretische omzet (op basis van alle inkopen), komen deze drankjes toch weer in de omzet(-hoog) terecht. Bij het herrekenen van de oorspronkelijke correcties naar de resterende correcties is hiermee rekening gehouden.
€ 18.887 =
€ 18.160 =
€ 18.160 =
€ 18.160 =
€ 2.342 =
€ 5.683 =
€ 8.995 =
€ 8.410 =
per aangiftetijdvaksprake is van in absolute en relatieve zin aanzienlijke verschillen tussen de volgens de aangiften verschuldigde belasting en de werkelijk verschuldigde belasting. [6] Reeds om deze reden kan geen omkering van de bewijslast plaatsvinden wegens het niet doen van de vereiste aangifte.
weldat sprake is van grove schuld. Gelet op het aantal en de omvang van de (ernstige) gebreken in de administratie van eiseres is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van een in laakbaarheid aan opzet grenzende mate van verwijtbaarheid en ernstige nalatigheid. Met het oog op de aard van de onderneming acht de rechtbank het bijzonder slordig en nalatig dat er geen goede kasadministratie was, geen goede voorraadopname werd gedaan en de omzet hoog-laag niet goed werd geregistreerd. Naar het oordeel van de rechtbank is het daarom aan de grove schuld van eiseres te wijten dat de aanslagen IB/PVV voor de jaren 2012 en 2015 tot te lage bedragen zijn vastgesteld. Verweerder heeft dus bij de navorderingsaanslagen over deze jaren terecht boeten opgelegd.