Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
REAAL Schadeverzekeringen N.V.,
1.De procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de mondelinge behandeling d.d. 24 september 2020;
- de pleitnota van [verzoeker] .
2.De feiten
24.Uitsluitingen
47.Omvang van de schadevergoeding
standpunt innemen:
3.Het verzoek
primair:
4.De beoordeling
volledigzou vergoeden. Daartoe is het volgende van belang. REAAL heeft na het ongeval op 9 december 2016 aan [verzoeker] laten weten dat zij - bij gebreke van nadere informatie over de toedracht van het ongeval - nog geen uitspraak kan doen over de WAM-aansprakelijkheid. Niet gebleken is dat REAAL nadien op enig moment tegenover [verzoeker] (alsnog) aansprakelijkheid onder de WAM heeft erkend, laat staan dat zij te kennen heeft gegeven dat zij onder de WAM de volledige schade van [verzoeker] zou vergoeden. Uit de omstandigheid dat REAAL, anders dan artikel 4 van de Gedragscode Behandeling Letselschade voorschrijft, niet binnen drie maanden een onderbouwd standpunt over de WAM-aansprakelijkheid heeft ingenomen, mocht [verzoeker] in de gegeven omstandigheden niet afleiden dat REAAL zijn schade onder de WAM volledig zou vergoeden. Datzelfde geldt voor de omstandigheid dat REAAL [verzoeker] voorschotten heeft betaald tot een bedrag van € 32.500,00, nu voldoende aannemelijk geworden is dat deze voorschotten onder de SVI-polisdekking aan [verzoeker] zijn uitgekeerd, waarbij de aansprakelijkheidsvraag niet speelt. Bij e-mail van 30 oktober 2019 heeft REAAL uitdrukkelijk aangegeven dat er geen WAM-dekking bestaat. Dit standpunt heeft REAAL bij brief van 3 januari 2020 nog eens herhaald. Ook op grond daarvan mocht [verzoeker] niet van volledige schadevergoeding onder de WAM-verzekering uitgaan.