Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
- [medeverdachte] en [verdachte] op [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijn afgestapt;
- het donker was en dat zij in eerste instantie verdekt stonden opgesteld;
- zij hun capuchon op hadden en hun gezicht niet te zien was;
- zij aanzienlijk langer zijn dan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ;
- zij op een luide en schreeuwende toon zeiden: "hoeveel money heb je bij je?" en "Maak je zakken leeg.”;
- [slachtoffer 1] vervolgens zijn zakken heeft leeggemaakt.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
- [verdachte] heeft zich schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht, een poging tot afpersing in vereniging en het voorhanden hebben van een mes ter voorbereiding van het plegen van een misdrijf;
- Bij de poging tot afpersing is geen geweld gebruikt;
- [verdachte] had geen opzet om [slachtoffer 1] van het leven te beroven;
- De oriëntatiepunten van het LOVS (Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht) voor deze feiten of wat daarbij het dichtst in de buurt komt, zijn de volgende:
- De maximale straf die aan [verdachte] (14 jaar) kan worden opgelegd is volgens de wet één jaar jeugddetentie;
- [verdachte] heeft forse gevolgen ondervonden door de dreiging in zijn richting en de maatregelen die daarom genomen moesten worden;
- [verdachte] is niet eerder in aanraking gekomen met politie en justitie.
Benadeelde partijen
Elk van de benadeelde partijen heeft – op grond van artikel 6:166 Burgerlijk Wetboek (BW) – hoofdelijke veroordeling van de toe te wijzen bedragen gevorderd, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2019 en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een jeugddetentie voor de duur van 100 dagen.
45 dagenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
[naam 3]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien hoofdelijk, aldus dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd, tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
20.000,00(zegge: twintigduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2019.
[naam 4]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien hoofdelijk, aldus dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd, tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 30.000,00 (zegge: dertigduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2019.
[naam 5]tot vergoeding van affectieschade af en verklaart zijn vordering tot vergoeding van shockschade niet-ontvankelijk. De vordering tot vergoeding van de shockschade kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.