Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
2. [eiser] ,
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Leeuwarden, verweerder
de Minister voor Rechtsbescherming, de Minister.
Procesverloop
Overwegingen
In aanmerking nemende dat:
Artikel 3INBRENG
In de maatschap wordt ingebracht door de maat sub 1:
In de maatschap wordt ingebracht door de maat sub 2:
In de maatschap wordt ingebracht door de maat sub 3:
Kennis, arbeid en vlijt.
In de maatschap wordt ingebracht door de maat sub 4:
Kennis, arbeid en vlijt.
Artikel 6 AANSPRAKELIJKHEID EN BEVOEGDHEDEN
Comparanten treden op als beherende maten en zijn elk voor een evenredig deel aansprakelijk.
Artikel 9TAAKVERDELING
De voor de maatschap te verrichten werkzaamheden zullen door de maten in onderling overleg worden vastgesteld.
(…)
2. De maten zullen ten minste eenmaal per jaar in een onderling overleg de volgende zaken
bespreken:
(…)
Artikel 15 VERDELING VAN HET JAARRESULTAAT
eiseresgenoten winst uit de maatschap (zie 1.11). Dit heeft tot gevolg dat ook bij een in de hoofdzaak ongegrond beroep dit winstaandeel alsnog had moeten worden gecorrigeerd. In zoverre heeft verweerder navorderingsaanslagen IB/PVV gehandhaafd waarvan duidelijk was dat deze in deze rechtelijke procedure geen stand zouden houden. Dat verweerder ter zitting heeft gesteld dat hij bij het uitblijven van een beroepsprocedure zou zijn overgegaan tot ambtshalve correctie van deze navorderingsaanslagen maakt dat niet anders. Voormeld verwijt is echter pas ter zitting