ECLI:NL:RBNNE:2019:1154
Rechtbank Noord-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van rente over teruggaaf belasting op personenauto's en motorrijwielen (BPM) en griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 4 april 2019 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de vergoeding van rente door de Belastingdienst aan eiser, die een teruggaaf van belasting op personenauto's en motorrijwielen (BPM) had ontvangen. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de beschikking belastingrente van 21 oktober 2013, waarbij hem € 4 aan rente was vergoed over een teruggave van € 641. De rechtbank oordeelde dat de Belastingdienst in strijd met het Unierecht had gehandeld door niet de juiste rente te vergoeden, aangezien de verplichting tot vergoeding van rente al bestond voordat artikel 28c van de Invorderingswet in werking trad. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en gelastte de Belastingdienst om de rente te vergoeden conform artikel 28c IW over de periode van 11 november 2011 tot en met 24 juni 2012. Tevens werd vastgesteld dat de redelijke termijn was overschreden en werd de Belastingdienst veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser. De rechtbank benadrukte dat de heffing van griffierecht niet in strijd was met het Unierecht, maar dat in dit geval de redelijke termijn was overschreden, wat door verweerder werd erkend. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.