Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
U dient als directeur/eigenaar van de door u beheerde bv deze bv mede te verbinden voor de nakoming van alle uit deze bijstandverlening voortvloeiende verplichtingen (art. 30 Bbz-2004).
U dient het bedrijfskapitaal Bbz in te brengen in de bv die u exploiteert, onder dezelfde voorwaarden en condities, als die waaronder de Bbz-lening is toegekend. Inbreng via de rekeningcourant van u en uw bv is niet toegestaan.
1. Dhr. [eiser]
2. Mevrouw [echtgenote]
3. Mevrouw [naam] ,
1. De bovengenoemde schuldenaren zijn wegens aan hem op grond van het bepaalde in artikel 20 Bbz 2004 geleende gelden schuldig aan de schuldeiser een bedrag van € 100.000.
2. Het toegekende bedrijfskapitaal dient [eiser] aan te wenden conform de specificatie vermeld in paragraaf 4.2 en bijlage 2.
3. De hoofdsom van de lening dient te worden terugbetaald in 60 maandelijkse termijnen met € 1.666,67 (exclusief rente) per maand, ingaande 1 december 2012. De betaling van de verschuldigde aflossingstermijnen dient te geschieden door middel van automatische overboekingen.
4. De schuldenaren verbinden zich een rente te betalen van 8% per jaar vanaf de dag dat het krediet beschikbaar wordt gesteld. De rente wordt 2 maal per jaar berekend. u ontvangt over de betaling automatisch bericht.
U dient als directeur/eigenaar van de door u beheerde bv deze bv mede te verbinden voor de nakoming van alle uit deze bijstandverlening voortvloeiende verplichtingen.
U dient het bedrijfskapitaal Bbz in te brengen in de bv die u exploiteren, onder dezelfde voorwaarden en condities, als die waaronder de Bbz-lening is toegekend. Inbreng via de rekening-courant van u met uw bv is niet toegestaan.”
Levensvatbaarheidsonderzoek inzake [eiser] en mevrouw [echtgenote]”, is onder andere opgenomen:
1.SITUATIE ONDERNEMER EN AANLEIDING AANVRAAG
3.COMMERCIËLE ANALYSE
4.FINANCIËLE ANALYSE
Het rekening-courantkrediet bij ING kent een kredietlimiet van € 50.000 (huidig saldo € 50.000 negatief; er is geen inperkingsverplichting. De rente bedraagt circa 10% en is variabel. De bedrijfsinventaris is verpand aan de bank.
geheelvoor eiser, zijn echtgenote en de bv. Er is daarom geen sprake van een zekerheidsstelling door de bv maar van medeschuldenaarschap.
- De lening ziet op het doorlenen van een lening verstrekt door bzf aan eiser verstrekt op grond van het Bbz 2004;
- Bzf kan niet als een willekeurige derde geldverstrekker beschouwd worden omdat zij leningen verstrekt vanuit een andere doelstelling, namelijk bijstandsverlening;
- De bank – wel een willekeurige derde geldverstrekker – wilde geen extra krediet verschaffen omdat ze het risico te groot vond vanwege het gebrek aan zekerheden;
- Ten aanzien van de geldverstrekking door eiser en zijn echtgenote aan de bv is geen schriftelijke overeenkomst opgemaakt;
- Er zijn tussen eiser en zijn echtgenote en de bv geen afspraken gemaakt met betrekking tot aflossingen;
- Er zijn door de bv geen zekerheden gesteld aan eiser en zijn echtgenote;
- De overeenkomst tot geldlening met bzf bevat wel zekerheden, namelijk de hoofdelijke aansprakelijkheid van eiser en zijn echtgenote voor de schuld;
- Ten tijde van de geldverstrekking was het vermogen van de bv zwaar negatief en draaide de bv al enige jaren met verlies. Het eigen vermogen op 31 december in de jaren 2010, 2011 en 2012 was respectievelijk € 20.413 negatief, € 127.438 negatief en € 213.475 negatief. Het resultaat in de jaren 2010, 2011 en 2012 was respectievelijk € 48.954 negatief, € 115.296 negatief en € 86.037 negatief.