Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 januari 2014 met producties 1 tot en met 36,
- de conclusie van antwoord van 30 april 2014 met producties 1 tot en met 11,
- de akte inbreng producties van 30 april 2014 van de zijde van Stichting WAG en woningcorporaties met producties 37 tot en met 38C alsmede met een aanvulling op de reeds bij dagvaarding overgelegde producties 23, 27 en 30,
- de akte overlegging producties van de zijde van NAM van 28 mei 2014 met de producties 12 en 13,
- de conclusie van repliek van 3 september 2014, tevens houdende een akte wijziging/vermeerdering van eis met producties 39 tot en met 53,
- de conclusie van dupliek van 11 februari 2015 met de producties 14 tot en met 18,
- de dagvaarding van 9 oktober 2014 met producties 1 tot en met 43,
- de conclusie van antwoord van 11 februari 2015 met de producties 1 tot en met 18,
- de akte inbreng producties van 11 februari 2015 van de zijde van woningcorporaties met producties 44 tot en met 46 alsmede met een aanvulling op de reeds bij dagvaarding overgelegde producties 35 en 43,
2.De feiten
- is de enige maatregel die op korte termijn genomen kan worden én waarvan het effect
- geeft een evenredig effect: bijvoorbeeld een 40% gasproductievermindering van 50 naar 30 miljard m³ per jaar zal leiden tot 40% minder verwachte aardbevingen per jaar een navenante reductie in de kans op een aardbeving groter dan 3,9.
- een productiemaximum voor het gehele Groningenveld van 39,4 miljard Nm³ per jaar;
- een productiemaximum voor de Loppersumclusters van 3,0 miljard Nm³ per jaar;
- een productiemaximum voor de clusters in de regio Zuid-West van 9,9 miljard Nm³ per jaar;
- een productiemaximum voor het cluster Eemskanaal van 2,0 miljard Nm³ per jaar;
- een productiemaximum voor de clusters in de regio Oost van 24,5 miljard Nm³ per jaar.
3.Het geschil
in de zaak C/19/103209 / HA ZA 14-029
4.De beoordeling
nietconcreet (dus bij verkoop) kan worden berekend. Dat betekent echter niet dat de stichting niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Het is immers geen vereiste dat zij de belangen behartigt van iedereen die is aangesloten. De stichting behartigt de belangen van dat deel van haar deelnemers die hun woning niet verkocht hebben.
zelfgeen commerciële belangen heeft. De vordering van Stichting WAG in de onderhavige procedure strekt in elk geval niet ter bevoordeling van De Haan Advocaten & Notarissen [13] . Het tegengaan van stichtingen die “louter commercieel gedreven zijn”, zoals in de Memorie van Toelichting wordt aangevoerd als reden voor de wijziging van artikel 3:305a, lid 2, BW, is hier dus niet aan de orde. [14] Vrijwel direct na de oprichting is bovendien een onafhankelijk bestuur aangesteld (waarvan mr. De Haan dus geen deel uitmaakt). Bovendien kan het bestuur de deelnamevoorwaarden aanpassen (artikel 9 van de statuten). Het bestuur kan, onafhankelijk van De Haan Advocaten & Notarissen, de verplichte overeenkomst met dit advocatenkantoor schrappen en/of een ander advocatenkantoor kiezen.
omvangvan de waardevermindering onder invloed van deze maatregelen nog niet vast staat en dat er aldus goede en/of kwade kansen zijn die van invloed kunnen zijn op de omvang van de waardevermindering, doet evenmin af aan het
bestaanvan die waardevermindering.
dientte worden berekend acht de rechtbank niet toewijsbaar. De methode van schadeberekening kan in deze procedure immers niet voor alle betrokken woningen vastgesteld worden omdat de situatie zich door verkoop van de woning kan wijzigen. Indien dat het geval is ligt het in de rede om de schade in de vorm van waardevermindering concreet te berekenen. Uitgangspunt in het schadevergoedingsrecht is immers dat niet meer schade wordt vergoed dan in werkelijkheid wordt geleden.
dientte worden berekend niet toewijsbaar acht. Overigens heeft NAM ter gelegenheid van de pleidooien gemeld dat de woningcorporaties dit soort concrete schade daadwerkelijk ter vergoeding kunnen aanmelden.
5.684,00(4,0 punten × tarief € 1.421,00)
452,00(1,0 punten × tarief € 452,00)