ECLI:NL:HR:2005:AR2760
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over schadevergoeding en buitengerechtelijke kosten in brandverzekeringzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 januari 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [Eiseres], vertegenwoordigd door advocaat mr. T.F.E. Tjong Tjin Tai, en FORTIS CORPORATE INSURANCE N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. M.H. van der Woude. De zaak betreft een geschil over schadevergoeding na een brand in een bedrijfspand van [Eiseres] op 9 februari 1995. [Eiseres] had een brandverzekering afgesloten bij de rechtsvoorgangster van Fortis en vorderde schadevergoeding van ƒ 1.135.810,--, gebaseerd op een taxatie door experts. Fortis weigerde echter de schade te vergoeden, stellende dat de brand het gevolg was van opzet van [Eiseres].
De rechtbank te Amsterdam heeft in eerdere vonnissen de vorderingen van [Eiseres] gedeeltelijk toegewezen, maar Fortis heeft in hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Gravenhage de vonnissen bestreden. Het hof heeft de vorderingen van [Eiseres] in hoger beroep bekrachtigd, maar de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten afgewezen. [Eiseres] heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad, die de zaak heeft beoordeeld.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de vordering tot schadevergoeding terecht was toegewezen, maar dat de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten niet kon worden toegewezen, omdat deze kosten onder de regels van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vallen. De Hoge Raad heeft het beroep van [Eiseres] verworpen en haar in de proceskosten veroordeeld. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de interpretatie van schadevergoeding en buitengerechtelijke kosten in het kader van verzekeringsrecht.