ECLI:NL:RBNNE:2014:2308
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toelaatbaarheid van verhogingen in onroerende-zaakbelastingen ten behoeve van ondernemersfonds
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 29 april 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, eigenaar en gebruiker van een onroerende zaak, en de heffingsambtenaar van de gemeente Meppel. De eiser had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen onroerende-zaakbelastingen (OZB) voor het jaar 2012, die waren opgelegd op basis van een wijzigingsverordening van de gemeenteraad. De eiser betwistte de rechtmatigheid van de verhogingen in de OZB-tarieven die bestemd waren voor de financiering van een ondernemersfonds, en stelde dat deze verhogingen leidden tot onredelijke en willekeurige belastingheffing, en discriminatie tussen ondernemers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeenteraad de bevoegdheid heeft om tarieven vast te stellen en dat de belastingrechter niet kan oordelen over de tarieven, tenzij deze leiden tot onredelijke belastingheffing. De rechtbank oordeelde dat de tarieven in overeenstemming waren met de wettelijke bepalingen en dat er geen sprake was van discriminatie, aangezien er onderscheid wordt gemaakt tussen ondernemers die in een niet-woning hun onderneming drijven en die vanuit een woning opereren. De rechtbank concludeerde dat de beroepsgronden van de eiser falen en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.