Op 14 januari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eisers, eigenaren van panden in Haarlem, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem. De zaak betreft een last onder dwangsom die aan eisers is opgelegd voor het in stand houden van zes appartementen in een pand dat oorspronkelijk als één bovenwoning was vergund. De rechtbank oordeelt dat eisers in overtreding zijn van de Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond 2022 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) omdat zij zonder de benodigde vergunningen de woning hebben verbouwd tot meerdere zelfstandige appartementen. De rechtbank concludeert dat er geen concreet zicht op legalisatie bestaat, aangezien de verbouwing in strijd is met het bestemmingsplan en de vergunningplicht die is ingevoerd. Het beroep van eisers wordt ongegrond verklaard, en de last onder dwangsom blijft in stand. De rechtbank overweegt dat de handhaving niet onevenredig is, ondanks de financiële gevolgen voor eisers, omdat zij als professionele verhuurders op de hoogte hadden moeten zijn van de geldende wet- en regelgeving. De rechtbank wijst erop dat de gemeenteraad de vergunningplicht heeft ingevoerd om de schaarste aan eengezinswoningen te bestrijden en dat de belangen van de gemeente zwaarder wegen dan de belangen van eisers.