In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Holland het beroep van [bedrijf] B.V. tegen de toekenning van een Ziektewetuitkering aan haar werkneemster, die ziek is gemeld vanwege zwangerschapsklachten. De werkneemster is per 1 maart 2022 in dienst bij eiseres en heeft zich op 4 juli 2022 ziek gemeld. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (Uwv) heeft de Ziektewetuitkering toegekend op basis van een dagloon van € 64,94, vastgesteld volgens de regels van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen. Eiseres betwist de hoogte van het dagloon en stelt dat het Uwv ook het loon van de werkneemster bij een andere werkgever had moeten betrekken in de berekening.
De rechtbank heeft het beroep op 2 november 2023 behandeld en concludeert dat het Uwv de berekeningsmethode uit het Dagloonbesluit terecht heeft toegepast. De rechtbank oordeelt dat de wetgever bij de wijziging van de Ziektewet een bewuste keuze heeft gemaakt om alleen het loon uit de laatste dienstbetrekking mee te nemen. Eiseres heeft geen grond om te stellen dat het Dagloonbesluit buiten toepassing moet worden gelaten, ondanks de nadelige gevolgen voor haar. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en het betaalde griffierecht niet terugkrijgt.
De uitspraak is gedaan door rechter H.E.L. Grooten en is openbaar uitgesproken op 8 december 2023. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.