ECLI:NL:RBNHO:2014:9808
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Gedeeltelijke gegrondverklaring van beroep tegen verkeersboete voor oprijden van busbrug met geslotenverklaring te Zaanstad
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 oktober 2014 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd voor het oprijden van de busbrug de Binding te Zaanstad, terwijl daar een geslotenverklaring gold. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de sanctie van € 130,00 terecht was opgelegd, maar heeft besloten het sanctiebedrag met 50% te matigen. Dit besluit was gebaseerd op het feit dat betrokkene meerdere sancties had ontvangen voor vergelijkbare overtredingen, en de kantonrechter wilde voorkomen dat het totaalbedrag aan sancties onevenredig hoog zou zijn.
De procedure begon toen betrokkene in beroep ging tegen de beslissing van de officier van justitie, die het eerdere beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 7 oktober 2014 was de vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de argumenten van betrokkene en de officier van justitie gehoord en beoordeeld. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging, het oprijden van de busbrug, voldoende was vastgesteld door de verklaring van de verbalisant en camerabeelden.
De kantonrechter heeft ook de geldigheid van de cameraregistratie en de zichtbaarheid van de verkeersborden beoordeeld. Hij concludeerde dat de bebording duidelijk was en dat de camera's op een juiste manier waren geplaatst. De kantonrechter heeft de sanctie uiteindelijk gematigd tot € 65,00, met handhaving van de administratiekosten, en verklaarde het beroep gedeeltelijk gegrond. Betrokkene heeft recht op terugbetaling van het teveel betaalde bedrag. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open binnen zes weken.