Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een aantal samenhangende zaken met betrekking tot administratieve sancties opgelegd voor het overtreden van een geslotenverklaring. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boetes beroep ingesteld, nadat de officier van justitie het beroep ongegrond had verklaard. De zitting vond plaats op 23 februari 2021, waar de gemachtigde van betrokkene en de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig waren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedragingen waarvoor de boetes zijn opgelegd, zijn verricht, maar heeft ook geconstateerd dat de opeenstapeling van boetes leidt tot een onevenredig hoog totaalbedrag. De kantonrechter heeft in lijn met eerdere uitspraken geoordeeld dat de tweede en daaropvolgende boetes moeten worden gematigd tot 50% van het oorspronkelijke bedrag. In dit geval werd het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard, en de boete met CJIB-nummer 231087148 werd gematigd tot € 70,00. De officier van justitie werd veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten, die in totaal € 3.204,00 bedragen voor alle samenhangende zaken. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige handhaving van verkeersvoorschriften en de mogelijkheid tot matiging van boetes in geval van opeenstapeling.