Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 28 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. De zaak betreft een overtreding van de gesloten verklaring in beide richtingen op een weggedeelte dat bestemd is voor bepaalde categorie voertuigen. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zitting vond plaats op 18 januari 2022, waarbij de gemachtigde van betrokkene niet aanwezig was. De vertegenwoordiger van de officier van justitie handhaafde de beslissing en stelde dat betrokkene zich als weggebruiker bewust moet zijn van de bebording. Betrokkene had meerdere boetes ontvangen, maar de officier van justitie stelde dat dit geen invloed had op de huidige zaak.
De kantonrechter overwoog dat de standaardmatige matiging van boetes, zoals eerder vastgesteld in een uitspraak van 21 oktober 2014, niet meer recht doet aan de individuele omstandigheden van elk geval. De kantonrechter concludeerde dat de matiging van 50% voor de tweede en volgende boetes niet meer toegepast kan worden zonder rekening te houden met de specifieke omstandigheden van de betrokkene. De kantonrechter oordeelde dat er geen reden was voor matiging in deze zaak, omdat betrokkene niet voldoende onderbouwd had waarom matiging gerechtvaardigd zou zijn. Het beroep werd ongegrond verklaard en er werden geen proceskosten toegewezen.