Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
rechtshelper: mr. P. Zeeman als jurist werkzaam bij Jongejan Wisseborn gerechtsdeurwaarders.
1.De procedure
- de producties 1 tot en met 28 van [eiser] ,
- de producties 1 tot en met 8 van [gedaagde] ,
- de mondelinge behandeling van 7 oktober 2025, waarvan door de griffier aantekeningen
zijn gemaakt,
- de pleitnota van [eiser] ,
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De kern
3.De achtergrond3.1. [eiser] en [gedaagde] hebben op 2 oktober 2018 een kredietovereenkomst gesloten voor de financiering van een door [eiser] op grond van huurkoop aangeschafte bedrijfsauto, een Mercedes-Benz Sprinter uit 2012 (hierna: de bedrijfsauto). Het op grond van deze overeenkomst verleende krediet bedroeg € 33.559,-. Dit krediet moest door [eiser] in 60 maandelijkse termijnen (5 jaar) worden afgelost.
betalingsachterstand)in het CKI van het BKR laten registreren. Er was toen een betalingsachterstand van 3 maanden. [gedaagde] heeft deze voorgenomen registratie vooraf in een brief aan [eiser] aangekondigd.
De verzekering van [eiser] heeft de schade niet uitgekeerd, omdat [eiser] ( [bedrijf] ) bij het afsluiten van de verzekering in strijd met de waarheid heeft verklaard dat:
In het kader van dit faillissement is een dwangakkoord gesloten dat door de rechtbank
Oost-Brabant bij beschikking van 25 oktober 2022 bindend is verklaard. [gedaagde] heeft op grond van dit dwangakkoord 5% van haar vordering tegen finale kwijting betaald gekregen en heeft de restschuld (inclusief vertragingsrente) van € 26.582,35 moeten afboeken.
de kredietverstrekker heeft€
250,- of meer moeten afboeken) in het CKI van het BKR laten registreren. Ook is toen
27 oktober 2022 als werkelijke einddatum vermeld.
4.4. De beoordeling
De verwerking van persoonsgegevens in het CKI moet volgens rechtspraak van de Hoge Raad [1] worden getoetst aan artikel 6 lid 1 onder f AVG [2] .
in dit geval [gedaagde]) de verwerking van de persoonsgegevens in het CKI staken. Dat hoeft alleen niet als de verwerkingsverantwoordelijke dwingende gerechtvaardigde gronden voor de verwerking aanvoert die zwaarder wegen dan de belangen, rechten en vrijheden van de betrokkene. (artikel 21 lid 1 AVG).
Dat dit het geval is, volgt uit de volgende door [gedaagde] aangevoerde omstandigheden in samenhang bekeken.
Datum Bedrag Achterstand1-11-2018 559,30 0
1-11-2019 storno 2
13-1-2023 1.270,48
Het is verder heel vervelend dat de woning alleen met een steile trap kan worden bereikt, maar die omstandigheid weegt minder zwaar dan het belang van [gedaagde] bij handhaving van de A-3 codering.
- salaris rechtshelper € 553,50
€ 178,00+ verhoging zoals vermeld in de beslissing
totaal € 1.445,50
Er is voor salaris rechtshelper de helft toegekend van het salaris dat een advocaat zou hebben gekregen.