Uitspraak
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
gevestigd te Utrecht,
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
23 december 2022.
Hoge Raad
In deze zaak hebben verzoekers, vertegenwoordigd door hun advocaat M.J. van Basten Batenburg, cassatie ingesteld tegen de beschikking van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 december 2020. De zaak betreft de registratie van kredietgegevens door Rabobank in het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) van de Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR). Verzoekers hebben in 2011 een consumptief krediet van € 70.000,-- van Rabobank ontvangen en een hypothecaire lening van € 1.100.000,-- van Aegon. Na financiële problemen en een schuldhulpverlening hebben verzoekers verzocht om de verwijdering van de registratie van kredietgegevens door Rabobank. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, en het hof heeft deze beslissing bekrachtigd, met als argument dat de registratie plaatsvond op basis van een wettelijke verplichting onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De Hoge Raad heeft echter geoordeeld dat de registratie niet op deze grondslag kan plaatsvinden en dat verzoekers wel degelijk recht hebben op gegevenswissing en bezwaar. De beschikking van het hof is vernietigd en de zaak is terugverwezen voor verdere behandeling.