Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 mei 2022;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
Bij de beoordeling of de stellingen voldoende concreet en onderbouwd zijn en of het verweer voldoende gemotiveerd is weegt mee dat beide partijen al zeer lange tijd – in elk geval sinds de opt-out door [gedaagde] in 2007 – weten dat over de totstandkoming van de overeenkomst en de afwikkeling daarvan een gerechtelijke procedure gevoerd zal (kunnen) worden, zodat van hen verlangd mag worden de voor hun procespositie relevante informatie en stukken te hebben verzameld en bewaard.
- een kopie van het aanvraagformulier van 19 april 2001 op naam van [gedaagde] , waarop een stempel is geplaatst met de tekst
“ [onderneming] B.V., [A] (…)”en [.] -nummer [nummer] is ingevuld,
[.] [nummer] - [onderneming] B.V.,
-een brief van [A] van 4 april 2001gericht aan [gedaagde] , voorzien van het logo van [onderneming] , waarin te lezen is:
‘(…) Naar aanleiding van mijn bezoek aan u op 30 maart 2001 treft u bijgaand aan de uitwerking van het door u gekozen product ten behoeve van de studie van uw zoon [B (voornaam)] .Allround Effect: (…)’,
- een ongedateerde brief van [A] , accountmanager, gericht aan de heer en mevrouw [gedaagde] , waarin te lezen is:
“(…) Bijgaand treffen jullie het contract aan voor de studievoorziening van [B (voornaam)] . (…). Gelieve I exemplaar te ondertekenen (2 handtekeningen, lessee : Mer. [gedaagde] ) en gaarne direct terugsturen.
conclusie4.15. Uit het voorgaande volgt dat niet ten volle kan worden vastgesteld dat Dexia niets meer aan [gedaagde] is verschuldigd. Wat Dexia nog wel aan [gedaagde] is verschuldigd, kunnen partijen inmiddels berekenen. De voor vergoeding in aanmerking komende schade bestaat uit de door de afnemer betaalde inleg (termijnbetalingen en eventuele aflossingen) en het niet vergoede gedeelte van de (fictieve) restschuld. Daarnaast dient rekening gehouden te worden met te verrekenen genoten voordelen, waaronder dividenduitkeringen, fiscale voordelen en een eventueel in aanmerking te nemen batig saldo uit voorgaande overeenkomsten. Een en ander volgens het door Dexia overgelegde financiële overzicht waarvan de juistheid door [gedaagde] niet of onvoldoende gemotiveerd is betwist. In het geval reeds eerder een schadevergoeding door Dexia is betaald, geldt ten aanzien van de verrekening daarvan hetgeen is overwogen in de beslissing van de Rechtbank Amsterdam van 25 november 2021 (ECLI:NL:RBAMS:2021:7910).
3 februari 2017 (ECLI:NL:HR:2017:164). Een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten is niet aan de orde. Niet gebleken is dat er meer of andere werkzaamheden aan de orde zijn geweest dan die, welke genoemd zijn in het arrest van de Hoge Raad van 12 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:590.
€ 132,00