ECLI:NL:RBMNE:2022:4094
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van gemeente Almere over niet-ontvankelijkheid bezwaar WMO
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het besluit van 21 februari 2022 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, waarin het bezwaar van eiseres ongegrond werd verklaard. Eiseres had op 22 februari 2021 een melding gedaan voor de omzetting van haar zorgaanbieder en ontving een Persoonlijk Ondersteuningsplan (POP1). De indicatie van eiseres liep op 31 maart 2021 af, waarna een verlenging werd afgegeven tot 31 maart 2022. Eiseres tekende op 6 maart 2021 voor een nieuw plan (POP2) waarin de ondersteuning werd vastgesteld op 2,5 uur per week. Eiseres maakte op 25 juni 2021 bezwaar tegen het besluit van verweerder, maar dit bezwaar werd als te laat ingediend beschouwd, omdat de bezwaartermijn op 7 juni 2021 afliep. Verweerder verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, wat eiseres aanvocht.
De rechtbank oordeelt dat eiseres niet tijdig bezwaar heeft gemaakt en dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Eiseres stelde dat zij niet op de hoogte was van het aantal uren ondersteuning, maar de rechtbank concludeert dat zij dit had kunnen weten, aangezien het aantal uren in het POP2 was vastgelegd. De rechtbank wijst erop dat eiseres het POP2 heeft ondertekend en dus op de hoogte was van haar recht op 2,5 uur ondersteuning. De rechtbank komt tot de conclusie dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. J.A. Schuman, rechter, en is openbaar uitgesproken op 31 augustus 2022.