ECLI:NL:RBMNE:2019:3615
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kwalificatie van mandelig aandeel in het kader van de Wet WOZ en de waarde van de woning
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 5 juli 2019, staat de kwalificatie van het mandelig aandeel van eiser in het openbare gebied rondom zijn appartementencomplex centraal. Het openbare gebied is gemeenschappelijk eigendom van de eigenaren van de woningen in het gebied. Eiser, eigenaar van een appartement, betwist dat zijn mandelig aandeel als een apart object in de zin van de Wet WOZ moet worden beschouwd. Hij stelt dat verweerder, de heffingsambtenaar van de gemeente, ten onrechte het mandelig aandeel bij de WOZ-beschikking voor zijn woning heeft betrokken.
De rechtbank oordeelt dat het mandelig aandeel van eiser niet los van zijn woning kan worden gezien. Het recht op een mandelig aandeel is onlosmakelijk verbonden met het eigendom van de woning. De rechtbank verwijst naar relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek en eerdere uitspraken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, die bevestigen dat het mandelig aandeel een kenmerk van de woning is en niet als een afzonderlijk object kan worden behandeld.
De rechtbank concludeert dat verweerder het mandelig aandeel terecht heeft betrokken bij de WOZ-beschikking voor de woning van eiser. De waarde van de woning is niet te hoog vastgesteld, en het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.