In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiser tegen de bestreden uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar beoordeeld. Eiser heeft voor de jaren 2020 en 2021 een aanslag voor de Onroerendezaakbelasting (OZB) ontvangen voor zijn appartement. De heffingsambtenaar heeft de waarde van de woning vastgesteld op € 410.000,- per 1 januari 2019 en € 437.000,- per 1 januari 2020. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze WOZ-beschikkingen, maar de heffingsambtenaar heeft deze ongegrond verklaard. Eiser is hiertegen in beroep gegaan.
De rechtbank heeft de beroepen op 21 december 2022 behandeld tijdens een hybride zitting, waarbij eiser fysiek aanwezig was en de gemachtigden van de heffingsambtenaar via Teams deelnamen. Eiser heeft aangegeven dat hij een oplossing wil voor zijn conflict met de gemeente, dat onder andere gaat over een kettingbeding in zijn koopakte en het onderhoud van het mandelige terrein. De rechtbank kan echter alleen de rechtmatigheid van de bestreden uitspraken op bezwaar beoordelen, die betrekking hebben op de WOZ-waarde van de woning.
Eiser heeft aangevoerd dat de bestreden uitspraken op bezwaar geen juridische bewijskracht hebben omdat deze niet zijn gewaarmerkt. De rechtbank verwerpt dit argument, aangezien de wet geen eis stelt voor een dergelijke waarmerking. Eiser heeft ook verzocht om een afzonderlijke WOZ-beschikking voor zijn mandelige aandeel in het openbare gebied rondom zijn appartementencomplex. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar geen afzonderlijke WOZ-beschikking kan nemen voor dit mandelige aandeel, aangezien dit deel uitmaakt van de woning. De rechtbank bevestigt eerdere uitspraken waarin is geoordeeld dat het mandelige aandeel niet als een afzonderlijk WOZ-object kan worden beschouwd.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed en is openbaar uitgesproken op 22 december 2022. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.