2.5.In de leveringsakte is daarover het volgende opgenomen:
“
Blijkens de hiervoor (…) koop-/aannemingsovereenkomst heeft verkoper voorts aan koper verkocht een onverdeeld aandeel in de mandelig uit te geven gronden, zoals bedoeld in artikel 5:60 van het Burgerlijk Wetboek. Koper is er mee bekend dat in verband met het nog in ontwikkeling zijnde “ [D] ”, de mandeligheid voor het totale plangebied zal worden gevestigd uiterlijk twee (2) maanden nadat definitief is komen vast te staan hoe de inrichting van het “ [D] ” zal luiden.
In verband hiermee verleent koper hierbij onherroepelijke volmacht, met het recht van substitutie, aan verkoper om:
a. voor en namens koper de akte van levering te ondertekenen waarbij vorenbedoeld aandeel aan koper geleverd zal worden;
b. voor en namens koper het onverdeeld aandeel in de mandeligheid te aanvaarden;
c. voor en namens koper alle voorwaarden en verplichtingen, welke verbonden zijn aan de mandeligheid namens koper te aanvaarden en zich tot stipte naleving daarvan te verplichten,
en er voorts mee in te stemmen dat de gesubstitueerd gevolmachtigde van verkoper tevens optreedt namens koper.
Onder gestanddoening omtrent hetgeen aan koper is opgelegd omtrent de doorverkoop van het verkochte, is het koper gedurende de termijn waarbinnen het hiervoor bedoelde mandelig aandeel niet aan hem is geleverd niet toegestaan zijn medewerking te verlenen aan de vervreemding en levering van het verkochte aan een derde, zulks op straffe van een direct opeisbare boete gelijk aan de tussen verkoper en koper overeengekomen koop-/aanneemsom inclusief omzetbelasting, zulks te behoeve van verkoper.
Het hiervoor bedoelde verkoop- en leveringsverbod, doch onder gestanddoening van hetgeen koper is opgelegd omtrent de doorverkoop van het verkochte, geldt niet indien de hiervoor bedoelde derde een gelijkluidende onherroepelijke volmacht, met het recht van substitutie, verleent aan verkoper. (…)
LEVERING
Ter uitvoering van het bovenstaande levert de eigenaar hierbij aan koper, die bij deze aanvaardt, het aan hem, ieder voor de onverdeelde helft, toekomend mandelig aandeel, van:
het een/zevenhonderd drieënzestigste (1/763ste) onverdeeld aandeel in het perceel kadastraal bekend gemeente Amersfoort sectie [Y] nummer [001] met het daarbij behorende onverdeeld aandeel in de mandelige percelen kadastraal bekend gemeente Amersfoort sectie [Y] nummers [002 t/m 018] (…)
REGLEMENT
Blijkens de hiervoor genoemde akte op eenendertig juli tweeduizend zeven verleden
voor genoemde notaris [K] gelden voor de onderlinge rechtsverhouding van de
deelgenoten met betrekking tot de mandelige zaak de navolgende regelingen, woordelijk
luidend als volgt:
"Het aandeel
Artikel 1
1. Het aan een deelgenoot toebehorende aandeel is een van zijn voormelde erf
afhankelijk recht. Levering en bezwaring van het erf treft op gelijke wijze het
aandeel.
2. Een aandeel kan niet afzonderlijk van het erf worden overgedragen aan een of meer
van de overige deelgenoten.
3. De verkrijger van een aandeel is verplicht onverwijld van zijn verkrijging mededeling
te doen aan degene die met het beheer van de mandelige zaak is belast.
4. De verkrijger en de vervreemder zijn hoofdelijk aansprakelijk voor hetgeen de
vervreemder terzake van de mandelige zaak aan een of meer van de overige
deelgenoten of aan het bestuur verschuldigd is.
5. Onder deelgenoot wordt voor dit reglement tevens verstaan diegene die van de
mandelige eigenaar een recht tot gebruik heeft verkregen.
Verdeling
Artikel 2
Zolang de mandeligheid bestaat, kan geen van de deelgenoten verdeling van de
mandelige zaak vorderen.
(…)
Kettingbeding
Artikel 8
Iedere deelgenoot is verplicht - namens de overige deelgenoten - een overeenkomst te
sluiten met degene die hem onder bijzondere titel opvolgt in zijn rechten op de
mandelige zaak, welke tot gevolg heeft dat die rechtsopvolger en de overige
deelgenoten over en weer gebonden zijn aan artikel 7 en artikel 8 en de op basis van
artikel 6 lid 6 en artikel 7 genomen besluiten.
(…)
Einde mandeligheid
Artikel 10
De mandeligheid eindigt:
a. wanneer de gemeenschap van de mandelige zaak eindigt;
b. wanneer de bij deze akte aan die zaak gegeven bestemming wordt opgeheven bij
een tussen alle deelgenoten opgemaakte notariële akte, gevolgd door inschrijving in
de openbare registers;
c. zodra het nut voor elk van de erven is geëindigd.
(…)”