ECLI:NL:RBLIM:2023:6820
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de Verordening forensenbelasting en het gelijkheidsbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 22 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de forensenbelasting. Eiser, die zijn hoofdverblijf in Ridderkerk heeft, is aangeslagen voor de forensenbelasting in de gemeente Echt-Susteren voor het belastingjaar 2022. De aanslag van € 1.230,- is gebaseerd op de WOZ-waarde van zijn woning, die is vastgesteld op € 243.000,-. Eiser is van mening dat de heffing in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, omdat hij vindt dat de WOZ-waarde niet de hoogte van de forensenbelasting zou moeten bepalen. Hij stelt dat hij meer belasting betaalt dan andere eigenaren van woningen met een lagere waarde, terwijl zij in gelijke mate gebruik maken van gemeentelijke voorzieningen.
De rechtbank heeft de Verordening forensenbelasting getoetst aan het gelijkheidsbeginsel en geconcludeerd dat de heffing niet in strijd is met dit beginsel. De rechtbank overweegt dat de wetgever gemeenten de bevoegdheid heeft gegeven om zelf heffingsmaatstaven te kiezen voor gemeentelijke belastingen, en dat het aan de gemeenten is om deze maatstaven in te vullen. De rechtbank stelt vast dat de forensenbelasting een directe belasting is die wordt geheven van niet-ingezetenen die gedurende meer dan negentig dagen per jaar een woning beschikbaar houden.
De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van feitelijk en rechtens gelijke gevallen tussen niet-ingezetenen en toeristen, en dat het onderscheid in belastingheffing tussen deze groepen logisch voortvloeit uit de wetgeving. De rechtbank concludeert dat de aanslag terecht is opgelegd en verklaart het beroep van eiser ongegrond. Eiser heeft geen recht op proceskostenvergoeding.