ECLI:NL:HR:2001:AD5329
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- P.J. van Amersfoort
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cumulatie van onroerendezaakbelastingen en woonforensenbelasting door gemeente Bergh
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, betreffende een aanslag in de woonforensenbelasting van de gemeente Bergh voor het jaar 1997. De belanghebbende, die buiten de gemeente Bergh woont, heeft een gemeubileerde recreatiewoning in de gemeente. Aan haar is een aanslag opgelegd in de onroerendezaakbelastingen wegens het gebruik van die woning, gevolgd door een aanslag in de woonforensenbelasting omdat zij de woning meer dan negentig dagen beschikbaar hield in 1997. Na bezwaar tegen de aanslag heeft het Hoofd van de afdeling Financiën van de gemeente Bergh de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de gemeente, waarop belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de Gemeentewet gemeenten de bevoegdheid geeft om zowel onroerendezaakbelastingen als woonforensenbelasting te heffen. De Hoge Raad oordeelt dat er geen wettelijke grondslag is die verbiedt dat beide belastingen naast elkaar worden geheven, en dat de stelling van belanghebbende dat dit in strijd is met beginselen van behoorlijke wetgeving niet kan worden ondersteund. De Hoge Raad wijst erop dat de mogelijkheid van ongelijke behandeling van belastingplichtigen die niet in de gemeente wonen, voortvloeit uit de wetgeving en dat er geen discriminatie plaatsvindt in de zin van de Grondwet. De Hoge Raad concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten.