Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 augustus 2022 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
het Centraal Administratie Kantoor (CAK), verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
.
Rechtbank Limburg
In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, gedaan op 26 augustus 2022, wordt het beroep van eiser tegen de verschuldigdheid van de eigen bijdrage voor zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) beoordeeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde eigen bijdrage van € 543,75 per maand voor de maanden in het zorgjaar 2019, en stelde dat hij in die periode geen of onvoldoende zorg had ontvangen. De rechtbank constateert dat de zorgaanbieder, Radar, heeft verklaard dat eiser nog steeds zorg met verblijf ontvangt en dat de zorgregistratie juist is. Eiser heeft onvoldoende onderbouwd dat de geleverde zorg niet kwalificeert als Wlz-zorg, en de rechtbank oordeelt dat verweerder terecht het standpunt heeft ingenomen dat eiser een eigen bijdrage verschuldigd is.
De rechtbank behandelt ook de vraag of de invordering van de eigen bijdrage gematigd of geheel kwijtgescholden had moeten worden. Eiser stelt dat dit onredelijk is, maar de rechtbank oordeelt dat er geen wettelijke basis is voor kwijtschelding van de eigen bijdrage en dat verweerder voldoende heeft toegelicht dat er geen aanleiding is om de invordering te matigen. Eiser heeft bovendien niet aangetoond dat hij in een financiële noodsituatie verkeert. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser de volledige eigen bijdrage moet betalen over de periode van 8 juli 2019 tot en met oktober 2019.