In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 22 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting ZOwonen, een woningbouwvereniging, en de heffingsambtenaar van de gemeente Beek over de opgelegde aanslagen voor rioolheffing voor het belastingjaar 2013. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar onvoldoende inzicht heeft gegeven in de raming van de dotatie aan de voorziening onderhoud riolering, die in de begroting van de gemeente voor 2013 is opgenomen. De rechtbank constateert dat er geen duidelijke toelichting is gegeven over hoe de hoogte van deze dotatie is bepaald en hoe deze zich verhoudt tot de lopende en toekomstige investeringsprojecten. Hierdoor is de rechtbank van mening dat de verordening, op basis waarvan de aanslagen zijn opgelegd, als onverbindend moet worden beschouwd. Dit betekent dat de aanslagen niet op een toereikende wettelijke grondslag berusten en de rechtbank vernietigt de aanslagen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de heffingsambtenaar in zijn besluitvorming niet heeft voldaan aan de vereisten van transparantie en inzichtelijkheid, wat leidt tot de conclusie dat de aanslagen niet in stand kunnen blijven. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, de aanslagen herroepen en de heffingsambtenaar veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht.