In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 16 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting ZOwonen, een woningbouwvereniging, en de heffingsambtenaar van de gemeente Beek over de opgelegde aanslagen voor rioolheffing voor het belastingjaar 2014. De rechtbank oordeelt dat de gemeente onvoldoende inzicht heeft gegeven in de raming van de dotatie aan de voorziening onderhoud riolering, die in de begroting voor 2014 is opgenomen. De rechtbank constateert dat de begroting geen toelichting biedt over de hoogte van deze dotatie en de relatie met lopende en toekomstige investeringsprojecten. Hierdoor is de rechtbank van mening dat de gemeente niet het vereiste inzicht heeft verschaft over de lasten en baten van de rioolheffing, wat leidt tot de conclusie dat de verordening onverbindend is. Dit betekent dat de aanslagen die aan eiseres zijn opgelegd, niet op een toereikende wettelijke grondslag berusten. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres gegrond, vernietigt het bestreden besluit en herroept de aanslagen voor de in de gemeente Beek gelegen percelen. Tevens wordt de gemeente veroordeeld tot het vergoeden van het betaalde griffierecht en de proceskosten van eiseres.