Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
Uitspraak van de meervoudige kamer van 24 december 2021 in de zaak tussen
Stichting Wonen Limburg, gevestigd te Roermond, eiseres,
Procesverloop
de geraamde lastenstelt zij dat niet alle opgevoerde lasten zijn aan te merken als lasten ter zake. De in de begroting als last opgenomen post “Uitbestede onderhoudswerkzaamheden” ad € 772.900,- heeft betrekking op investeringen. Deze nieuwe investeringen worden in één keer ten laste van de exploitatie gebracht. Deze handelswijze is door de gemeente vastgelegd in het Meerjaren Investerings Programma 2011-2014) en in het Gemeentelijk Rioleringsplan van de gemeente Brunssum (hierna: het GRP). Hieruit leidt eiseres af dat de gemeente vervangingsinvesteringen direct ten laste van de exploitatie brengt en deze investeringen voor 2014 begroot heeft op € 772.900,-. Dit is in strijd met de basisregel die artikel 59 van het BBV hanteert, namelijk investeringen in het riool activeren en afschrijven. In het jaar dat de gemeente de vervangingsinvestering realiseert, moet zij de investering voor de volle omvang activeren. Dit volgt uit artikel 62, eerste lid, van het BBV. Het bedrag dat de gemeente in de voorziening “Vervanging riolering” heeft opgespaard middels de (via het tarief geïnde) spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen kan op grond van artikel 62, tweede lid, van het BBV daarop in mindering worden gebracht. Op zich is het instellen van een schommelfonds toegestaan. De gemeente Brunssum spaart echter niet op begrotingsbasis. De gemeente brengt de vervangingsinvesteringen direct ten laste van de exploitatie, wat volgens eiseres een onjuiste methode is. Verweerder heeft ook geen begrotingstukken overgelegd waaruit zou blijken dat er wel sprake is geweest van een dotatie aan de voorziening riolering. Volgens eiseres bedragen de gecorrigeerde lasten € 3.104.100,-.
de geraamde batenen het gelijkheidsbeginsel komt de rechtbank niet meer toe. De beroepsgrond over het stellen van préjudiciële vragen over de gestelde strijdigheid met artikel 59 juncto artikel 62 van het BBV heeft eiseres ter zitting ingetrokken.