ECLI:NL:RBLIM:2015:4889

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 juni 2015
Publicatiedatum
10 juni 2015
Zaaknummer
AWB - 13 _ 1503u
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schadevergoeding wegens geluidsoverlast door AWACS-vliegtuigen

In deze zaak hebben eisers, die geluidsoverlast ondervinden van overvliegende AWACS-vliegtuigen, verweerder verzocht om schadevergoeding. Verweerder heeft dit verzoek afgewezen en het bezwaar van eisers tegen deze afwijzing niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers geen schadeveroorzakend besluit aan hun verzoek om schadevergoeding ten grondslag hebben gelegd, waardoor niet is voldaan aan het vereiste van processuele connexiteit. De rechtbank oordeelt dat de afwijzingsbrief van verweerder niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft de bezwaren van eisers terecht niet-ontvankelijk verklaard en ziet geen ruimte om te anticiperen op artikel 4:126 van de Awb, dat nog niet in werking is getreden. De rechtbank verklaart het beroep van eisers ongegrond en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK limburg
Zittingsplaats Maastricht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB/ROE 13/1503
uitspraak van de meervoudige kamer van 10 juni 2015 in de zaak tussen
1. [naam], te [woonplaats],
2. [naam], te [woonplaats],
3. [naam], te [woonplaats],
4. [naam], te [woonplaats],
5. [naam], te [woonplaats],
6. [naam], te [woonplaats],
7. [naam], te [woonplaats],
8. [naam], te [woonplaats],
9. [naam], te [woonplaats],
10. [naam], te [woonplaats],
11. [naam], te [woonplaats],
12. [naam], te [woonplaats],
13. [naam], te [woonplaats],
14. [naam], te [woonplaats],
15. [naam], te [woonplaats],
16. [naam], te [woonplaats],
17. [naam], te [woonplaats],
18. [naam], te [woonplaats],
19. [naam], te [woonplaats],
20. [naam], te [woonplaats],
21. [naam], te [woonplaats],
22. [naam], te [woonplaats],
23. [naam], te [woonplaats],
24. [naam], te [woonplaats],
25. [naam], te [woonplaats],
26. [naam], te [woonplaats],
27. [naam], te [woonplaats],
28. [naam], te [woonplaats],
29. [naam], te [woonplaats],
30. [naam], te [woonplaats],
31. [naam], te [woonplaats],
32. [naam], te [woonplaats],
33. [naam], te [woonplaats],
34. [naam], te [woonplaats],
35. [naam], te [woonplaats],
36. [naam], te [woonplaats],
37. [naam], te [woonplaats],
38. [naam], te [woonplaats],
39. [naam], te [woonplaats],
40. [naam], te [woonplaats],
41. [naam], te [woonplaats],
42. [naam], te [woonplaats],
43. [naam], te [woonplaats],
44. [naam], te [woonplaats],
45. [naam], te [woonplaats],
46. [naam], te [woonplaats],
47. [naam], te [woonplaats],
48. [naam], te [woonplaats],
49. [naam], te [woonplaats],
50. [naam], te [woonplaats],
51. [naam], te [woonplaats],
52. [naam], te [woonplaats],
53. [naam], te [woonplaats],
54. [naam], te [woonplaats],
55. [naam], te [woonplaats],
56. [naam], te [woonplaats],
57. [naam], te [woonplaats],
58. [naam], te [woonplaats],
59. [naam], te [woonplaats],
60. [naam], te [woonplaats],
61. [naam], te [woonplaats],
62. [naam], te [woonplaats],
63. [naam], te [woonplaats],
64. [naam], te [woonplaats],
65. [naam], te [woonplaats],
66. [naam], te [woonplaats],
67. [naam], te [woonplaats],
68. [naam], te [woonplaats],
69. [naam], te [woonplaats],
70. [naam], te [woonplaats],
71. [naam], te [woonplaats],
72. [naam], te [woonplaats],
73. [naam], te [woonplaats],
74. [naam], te [woonplaats],
75. [naam], te [woonplaats],
76. [naam], te [woonplaats],
77. [naam], te [woonplaats],
78. [naam], te [woonplaats],
79. [naam], te [woonplaats],
80. [naam], te [woonplaats],
81. [naam], te [woonplaats],
82. [naam], te [woonplaats],
83. [naam], te [woonplaats],
84. [naam], te [woonplaats],
85. [naam], te [woonplaats],
86. [naam], te [woonplaats],
87. [naam], te [woonplaats],
88. [naam], te [woonplaats],
89. [naam], te [woonplaats],
90. [naam], te [woonplaats],
91. [naam], te [woonplaats],
92. [naam], te [woonplaats],
93. [naam], te [woonplaats],
94. [naam], te [woonplaats],
95. [naam], te [woonplaats],
96. [naam], te [woonplaats],
97. [naam], te [woonplaats],
98. [naam], te [woonplaats],
99. [naam], te [woonplaats],
100. [naam], te [woonplaats],
101. [naam], te [woonplaats],
102. [naam], te [woonplaats],
103. [naam], te [woonplaats],
104. [naam], te [woonplaats],
105. [naam], te [woonplaats],
106. [naam], te [woonplaats],
107. [naam], te [woonplaats],
108. [naam], te [woonplaats],
109. [naam], te [woonplaats],
110. [naam], te [woonplaats],
111. [naam], te [woonplaats],
112. [naam], te [woonplaats],
113. [naam], te [woonplaats],
114. [naam], te [woonplaats],
115. [naam], te [woonplaats],
116. [naam], te [woonplaats],
117. [naam], te [woonplaats],
118. [naam], te [woonplaats],
119. [naam], te [woonplaats],
120. [naam], te [woonplaats],
121. [naam], te [woonplaats],
122. [naam], te [woonplaats],
123. [naam], te [woonplaats],
124. [naam], te [woonplaats],
125. [naam], te [woonplaats],
126. [naam], te [woonplaats],
127. [naam], te [woonplaats],
128. [naam], te [woonplaats],
129. [naam], te [woonplaats],
130. [naam], te [woonplaats],
131. [naam], te [woonplaats],
132. [naam], te [woonplaats],
133. [naam], te [woonplaats],
134. [naam], te [woonplaats],
135. [naam], te [woonplaats],
136. [naam], te [woonplaats],
137. [naam], te [woonplaats],
138. [naam], te [woonplaats],
139. [naam], te [woonplaats],
140. [naam], te [woonplaats],
141. [naam], te [woonplaats],
142. [naam], te [woonplaats],
143. [naam], te [woonplaats],
144. [naam], te [woonplaats],
145. [naam], te [woonplaats],
147. [naam], te [woonplaats],
148. [naam], te [woonplaats],
149. [naam], te [woonplaats],
150. [naam], te [woonplaats],
151. [naam], te [woonplaats],
152. [naam], te [woonplaats],
153. [naam], te [woonplaats],
154. [naam], te [woonplaats],
155. [naam], te [woonplaats],
156. [naam], te [woonplaats],
157. [naam], te [woonplaats],
158. [naam], te [woonplaats],
159. [naam], te [woonplaats],
160. [naam], te [woonplaats],
161. [naam], te [woonplaats],
162. [naam], te [woonplaats],
163. [naam], te [woonplaats],
164. [naam], te [woonplaats],
165. [naam], te [woonplaats],
166. [naam], te [woonplaats],
167. [naam], [woonplaats],
168. [naam], te [woonplaats],
169. [naam], te [woonplaats],
170. [naam], te [woonplaats],
171. [naam], te [woonplaats],
172. [naam], te [woonplaats],
173. [naam], te [woonplaats],
174. [naam], te [woonplaats],
175. [naam], te [woonplaats],
176. [naam], te [woonplaats],
177. [naam], te [woonplaats],
178. [naam], te [woonplaats],
179. [naam], te [woonplaats],
180. [naam], te [woonplaats],
181. [naam], te [woonplaats],
eisers,
en
de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, verweerder
(gemachtigde: mr. drs. R.G.P. van Slijpe).
Procesverloop
Bij brief van 15 maart 2013 heeft verweerder het verzoek van eisers om schadevergoeding afgewezen.
Bij besluit van 13 mei 2013 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eisers tegen voornoemde brief niet-ontvankelijk verklaard.
De vereniging Stop Awacs Overlast (de vereniging) heeft namens eisers tegen dit besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Op 23 april 2014 is in deze zaak een comparitie gehouden.
De vereniging heeft vervolgens bij brief van 29 april 2014 kenbaar gemaakt dat zij niet meer optreedt als gemachtigde van eisers.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 april 2015. Eisers 1, 2, 3, 7, 8, 18, 19, 32, 33, 45, 47, 48, 53, 54, 56, 66, 73, 74, 77, 78, 82, 89, 92, 93, 95, 98, 100, 101, 102, 103, 108, 112, 114, 115, 116, 123, 126, 143, 144, 151, 152, 153, 154, 157, 158, 167 en 174 zijn in persoon verschenen. Prof. mr. A.Q.C. Tak heeft namens een groot aantal eisers, die dit aan de rechtbank hebben kenbaar gemaakt, ter zitting het woord gevoerd. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Overwegingen
1. Bij brief van 22 januari 2013 heeft de vereniging namens eisers aan verweerder verzocht een vergoeding van € 1.500,00 voor iedere in de bijlage van deze brief genoemde eiser en voor ieder van zijn gezinsleden voor ieder jaar van door deze eisers geleden AWACS-overlast. Volgens eisers is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) bij herhaling uitgesproken (namelijk in de uitspraken van 18 juli 2007, ECLI:NL:RVS:2007:BA9833 en van 7 april 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BM0231) dat al jarenlang sprake is van zeer ernstige overlast voor eisers als gevolg van de (door de Nederlandse Staat mogelijk gemaakte en toegelaten) AWACS-vluchten vanaf Geilenkirchen (D). Door deze overlast zijn eisers getroffen in hun rechten zoals die worden beschermd door de artikelen 3 en 8 van het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, aldus eisers.
2. Vervolgens heeft verweerder het in de vorige rubriek genoemde besluit genomen. Bij het bestreden besluit heeft verweerder verwezen naar een eerder gedaan verzoek van de vereniging om vergoeding van schadevergoeding van de immateriële schade als gevolg van AWACS-overlast.
Bij uitspraak van 30 november 2012 (ECLI:NL:RBMAA:2012:BY5234) heeft de rechtbank Maastricht het beroep in deze zaak gegrond verklaard en het bezwaar van de vereniging niet-ontvankelijk verklaard. Verweerder heeft in de lijn van deze uitspraak de bezwaren van eisers eveneens niet-ontvankelijk verklaard.

3.Hiertegen hebben eisers beroep ingesteld.

4. De rechtbank dient allereerst ambtshalve de vraag te beantwoorden of de afwijzing van het verzoek om schadevergoeding een besluit bevat in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waartegen bezwaar openstaat bij verweerder en vervolgens beroep bij de rechtbank. Bij de beantwoording van deze vraag is volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (zie onder meer de uitspraak van 6 april 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BQ0281) in schadezaken van belang of is voldaan aan de vereisten van de zogenaamde materiële en processuele connexiteit.
Aan het vereiste van materiële connexiteit is voldaan, indien de beweerdelijk geleden schade is veroorzaakt binnen het kader van de uitoefening door het bestuursorgaan, dat de schadebeslissing neemt, van een door dat orgaan aan het publiekrecht ontleende bevoegdheid. Alleen in een dergelijk geval levert een schriftelijke beslissing omtrent schade die niet is gebaseerd op een in een wet of een beleidsregel voorziene specifieke schadevergoedingsregeling, in beginsel een zogenaamd zelfstandig of zuiver schadebesluit op.
De eis van processuele connexiteit houdt in dat een bestuursrechter slechts bevoegd is tot kennisneming van een beroep tegen een zuiver schadebesluit, indien die rechter ook bevoegd is te oordelen over een beroep tegen de beweerdelijk schadeveroorzakende uitoefening van de publiekrechtelijke bevoegdheid zelf. Dit betekent dat de bestuursrechter slechts bevoegd is kennis te nemen van een beroep met betrekking tot een dergelijk zuiver schadebesluit, indien de gestelde schadeoorzaak een besluit is waartegen bij die rechter beroep kan worden ingesteld.
5. Eisers hebben in beroep betoogd dat verweerders vergelijking met het vorige schadevergoedingsverzoek niet opgaat, omdat het hier gaat om andere partijen (voorheen was het de vereniging en nu individuele personen) en andere materie (de vorige zaak ging om een passende financiële regeling te treffen en nu gaat het om schadevergoeding). Volgens eisers is er wel degelijk sprake van een voor beroep vatbaar besluit.

6.De rechtbank is van oordeel dat dit betoog faalt.

Eisers hebben geen schadeveroorzakend besluit aan hun verzoek om schadevergoeding ten grondslag gelegd.
7. Gelet hierop stelt de rechtbank dan ook vast dat alleen al om die reden in ieder geval niet is voldaan aan de processuele connexiteit. Derhalve heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat zijn brief van 15 januari 2013 niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. Verweerder heeft bij het bestreden besluit terecht en op goede gronden de bezwaren van eisers niet-ontvankelijk verklaard.
8. Ten aanzien van het betoog van eisers dat er in vergelijking met het vorige schadeverzoek sprake is van andere partijen en een andere materie en verweerder dus ten onrechte heeft verwezen naar de hiervoor vermelde rechtbankuitspraak van 30 november 2012 in de eerdere aanvraag over vergoeding van schade door de vereniging, overweegt de rechtbank dat dit verschil niks afdoet aan het hierboven in rechtsoverweging 4 omschreven toetsingskader dat voldaan moet worden aan de vereisten van de zogenaamde materiële en processuele connexiteit. Verweerder heeft in zijn besluitvorming terecht kunnen verwijzen naar de rechtbankuitspraak van 30 november 2012, nu deze redenering ook in het onderhavige verzoek om schadevergoeding op gaat. Het gaat er immers om dat een onderliggende publiekrechtelijke bevoegdheidsuitoefening ontbreekt.
In hoger beroep heeft de Afdeling op 14 augustus 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:754) deze uitspraak bevestigd, zodat de rechtbank van de juistheid van haar oordeel op dit punt kan uitgaan.
9. Voor zover de woordvoerder van een aantal eisers, prof. mr. A.Q.C. Tak, ter zitting heeft verzocht om toekenning van nadeelcompensatie middels anticipatie op het bepaalde in artikel 4:126, van de Awb stelt de rechtbank vast dat dit artikel thans nog niet in werking is getreden (zie het besluit van 22 april 2013, Stb. 2013, nr. 162). Naar het oordeel van de rechtbank zou de anticiperende toepassing van artikel 4:126 van de Awb afbreuk doen aan de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever om voornoemd artikel nog niet in werking te laten treden, omdat er eerst aanpassingswet- en regelgeving tot stand moet komen. De rechtbank ziet dan ook geen ruimte om het verzoek van eisers te honoreren.

10.Het beroep van eisers is ongegrond.

11.Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R. Kluin (voorzitter), en mr. E.P.J. Rutten en
mr. K.M.P. Jacobs, leden, in aanwezigheid van mr. D.H.J. Laeven, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 juni 2015.
w.g. D.H.J. Laeven,
griffier
w.g. R. Kluin,
voorzitter
Voor eensluidend afschrift:
de griffier,
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.