ECLI:NL:RBGEL:2025:2575
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening met terugwerkende kracht op basis van de Participatiewet
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om bijstand met terugwerkende kracht op grond van de Participatiewet (Pw). Eiser had op 14 december 2022 een aanvraag ingediend voor bijstand voor de periode van 1 juli tot 7 december 2022, nadat zijn aanvraag voor een WW-uitkering door het UWV was afgewezen. Laborijn, de instantie die verantwoordelijk is voor de bijstandsverlening, heeft de aanvraag afgewezen met het argument dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een terugwerkende kracht rechtvaardigden. De rechtbank heeft op 21 februari 2025 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en de bewindvoerder aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat Laborijn in redelijkheid heeft kunnen afzien van het toekennen van bijstand over de gevraagde periode, omdat eiser zich pas op 19 december 2022 officieel had gemeld voor bijstand. De rechtbank oordeelt dat de keuze van eiser om eerst een WW-aanvraag in te dienen en pas later bijstand aan te vragen, voor zijn eigen rekening en risico komt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen recht heeft op bijstand met terugwerkende kracht en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.