Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 februari 2024;
- een herstelexploot van 6 maart 2024;
- de incidentele conclusie ex artikel 843a Rv, tevens conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie;
- de conclusie van antwoord in het incident, tevens conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie, tevens houdende incidentele conclusie ex artikel 843a Rv,
- de conclusie van antwoord in het incident, tevens conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie, tevens akte uitlating producties.
2.2. De feiten
3.De vordering en het verweer in de hoofdzaak en in de incidenten
4.4. Beoordeling van de vorderingen in de hoofdzaak en in de incidentenalgemeen4.1. Het gaat in deze zaak om een financieel product dat tussen 1990 en 2003 in Nederland ongeveer één miljoen keer is verkocht, namelijk een effectenleaseovereenkomst. Kenmerk van dit product is, dat de afnemer van het product met geleend geld belegt. Na het instorten van de aandelenmarkt zijn vele afnemers geconfronteerd met restschulden en andere verliezen. In de afgelopen 15 à 20 jaar zijn in Nederland hierover duizenden procedures gevoerd, waarbij Dexia vaak één van de procespartijen was. Door belangenbehartigers van afnemers en vertegenwoordigers van aanbieders van deze producten is, in het kader van de WCAM, een regeling getroffen, die bij beschikking van het Gerechtshof Amsterdam van 25 januari 2007 algemeen verbindend is verklaard. Enkele tienduizenden afnemers hebben deze regeling niet geaccepteerd en tijdig een opt-out-verklaring ingediend, onder wie [gezamenlijke eisers] .
Bij de beoordeling of de stellingen voldoende concreet en onderbouwd zijn en of het verweer voldoende gemotiveerd is weegt mee dat beide partijen al zeer lange tijd – in elk geval sinds de opt-out door [gezamenlijke eisers] in 2007 – weten dat over de totstandkoming van de overeenkomsten en de afwikkeling daarvan een gerechtelijke procedure gevoerd zal (kunnen) worden, zodat van hen verlangd mag worden de voor hun procespositie relevante informatie en stukken te hebben verzameld en bewaard.
- een kopie van de overeenkomst AEX Plus Effect Maandbetaling 20 jaar van 6 maart 2001 met contractnummer 23101081, voorzien van het adviseursnummer:
ATP01128- [naam tussenpersoon],
- een kopie van de overeenkomst AEX Plus Effect Vooruitbetaling van 11 oktober 2001 met contractnummer 39084072, voorzien van het adviseursnummer:
ATP01128- [naam tussenpersoon],
€ 135,00