Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 30 april 2024 in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
.Hoewel dit voor eiseres heel vervelend uitpakt, heeft de staatssecretaris geen mogelijkheid om van het minderjarigheidsvereiste voor medenaturalisatie af te wijken. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
dein de verlening aan de ouder, hetgeen inhoudt dat die aanvraag wordt ingediend ná het niet verkrijgen van de medenaturalisatie. De staatssecretaris wijst er verder terecht op dat artikel 10 van de RWN geen ruimte biedt om van het in artikel 11, eerste lid, van de RWN neergelegde minderjarigheidsvereiste af te wijken.
Vast staat dat de moeder van eiseres aan de voorwaarden voor verkrijging van het Nederlanderschap voldeed en dat ten aanzien van de moeder ook geen nadere vragen zijn gesteld. Dit betekent dat al eerder op het verzoek van de moeder kon worden beslist en dat eiseres nog als minderjarige met haar moeder mee had kunnen naturaliseren.
Zoals hiervoor is overwogen kan dat echter niet meer worden hersteld in deze procedure. De rechtbank zou eiseres graag een definitieve oplossing en daarmee duidelijkheid willen bieden, maar dit behoort in deze situatie niet tot haar mogelijkheden. De rechtbank moet zich namelijk beperken tot het beoordelen van het door de staatssecretaris genomen besluit. De rechtbank benadrukt echter dat, zoals de staatssecretaris ook al heeft aangegeven, een nieuwe door eiseres in te dienen aanvraag om verlening van het Nederlanderschap een zeer grote kans van slagen heeft. De rechtbank wil de staatssecretaris daarbij ook meegeven om, als eiseres die aanvraag indient, deze aanvraag voortvarend op te pakken en haar eventueel vrij te stellen van de te betalen leges. Zoals hiervoor weergegeven, is het immers in belangrijke mate aan de staatssecretaris te wijten dat eiseres niet is meegenaturaliseerd. Voor zover de staatssecretaris bij de beoordeling van die nieuwe aanvraag op grond van artikel 11, vijfde lid, van de RWN, ondanks het voorgaande, alsnog aan eiseres het documentvereiste wil stellen, geeft de rechtbank de staatssecretaris op voorhand het volgende mee. De omstandigheid dat eiseres geen paspoort kan overleggen is terug te voeren op de weigering van haar vader om in contact te treden met de autoriteiten van zijn land van herkomst. Ongeacht de redenen die de vader daarvoor heeft, zal de staatssecretaris moeten beoordelen of het evenredig is om dit handelen van de vader aan eiseres tegen te werpen door vast te houden aan het documentvereiste. Verder kan er ook niet aan voorbij worden gegaan dat eiseres in 2018 getracht heeft in Mongolië een paspoort te verkrijgen maar dat zij dit niet heeft verkregen, omdat zij in Nederland is geboren en haar vader bij de aanvraag niet aanwezig was. Haar moeder en meerderjarige zus hebben toen wel een paspoort verkregen.