Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
2.De zaak in het kort
€ 27.077,54 (strafzaak).
€ 121,00 inclusief kosten, maar dat tussen partijen geen overeenstemming is bereikt over de omvang van het aantal uren [5] ,
voorwaardelijk, als [ged.conv./eis.reconv.] wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag aan [eis.conv./verw.reconv.] , dan wel dat de rechtbank voor recht verklaart dat [eis.conv./verw.reconv.] rechtsgeldig heeft verrekend:de veroordeling van [ged.conv./eis.reconv.] om de deken van het arrondissement Amsterdam, op straffe van een dwangsom, te instrueren dat het verschuldigde bedrag uit het aangehouden depot aan [eis.conv./verw.reconv.] voldaan dient te worden en om daartoe alle overige noodzakelijke medewerking te verlenen,
3.De beoordeling in conventie en reconventie
feitelijkegrondslag. Als de feitelijke grondslag die eiser aan zijn vorderingen ten grondslag legt twee keer dezelfde is, dan geldt de eerste zin van 3.1.3: gezag van gewijsde kan worden ingeroepen ongeacht wat gevorderd wordt (dus ongeacht de rechtsgronden, ook wel de juridische grondslag genoemd). In de zaak die leidde tot voormeld arrest van de Hoge Raad was sprake van een nieuwe feitelijke grondslag. Daar kon gezag van gewijsde niet tegen worden ingeroepen.
- meer subsidiair een eventueel andere door de rechtbank ambtshalve aan te vullen grondslag.
Voor zover [eis.conv./verw.reconv.] ook ten aanzien van deze vordering een beroep op het arrest van de Hoge Raad van 19 november 1993 heeft gedaan, slaagt dit net als bij de vordering over de erfeniskwestie niet. [eis.conv./verw.reconv.] had alle elementen die nodig zijn voor het kunnen toewijzen van zijn vordering wel gesteld, maar – zoals de rechtbank heeft geoordeeld – alleen wat betreft de hoogte van de vorderingen zijn vorderingen niet, althans onvoldoende, onderbouwd. Nu aan het vonnis van de rechtbank Amsterdam gezag van gewijsde toekomt, betekent dit dat dit geschilpunt niet opnieuw in deze procedure ter discussie kan worden gesteld. Ook deze vordering wordt afgewezen.
is veroordeeld voor het stichten van de brand (…). Aan de benadeelde partij, oma moederszijde, moest door [naam 1](de vader van [ged.conv./eis.reconv.] , toevoeging rb)
een bedrag betaald worden (…) Tijdens het leven van oma, heeft het CJIB die vordering (…) tevergeefs op [naam 1] trachten te verhalen. Mr. [eis.conv./verw.reconv.] is na het overlijden van de oma in overleg met de vereffenaar getreden, om de vordering die de nalatenschap op [naam 1] had te kopen. [ged.conv./eis.reconv.] / [naam 2] won het door mr. [eis.conv./verw.reconv.] voor [ged.conv./eis.reconv.] / [naam 2] gedane bod. De vordering (…) kon bevrijdend gekocht worden voor € 13.000,-. De winst die mr. [eis.conv./verw.reconv.] voor [ged.conv./eis.reconv.] / [naam 2] daarmee boekte was € 57.000,-. Toen de vereffenaar betaling verlangde van de € 13.000,- bleek dat de vader van [ged.conv./eis.reconv.] / [naam 2] tijdens zijn detentie de spaarcentjes van [ged.conv./eis.reconv.] / [naam 2] verbrast had. Uiteraard was mr. [eis.conv./verw.reconv.] die daarom door [naam 1] gevraagd werd niet bereid een lening te verstrekken aan [naam 1] . [ged.conv./eis.reconv.] / [naam 2] heeft mr. [eis.conv./verw.reconv.] uiteindelijk vermurwt. Dus als er verrekend wordt, dient er en rekening gehouden te worden met het bedrag dat sowieso betaald dient te worden voor (…) € 13.000,- zijnde het bedrag dat mr. [eis.conv./verw.reconv.] aan [ged.conv./eis.reconv.] / [naam 2] geleend heeft (…)”.