Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van
[naam 1] [naam 2] en [naam 3]’, te [plaats] , eiseres (gemachtigde: mr.drs. C.C. van Harten),
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 1 juni 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een stille maatschap en de staatssecretaris van Economische Zaken over de oplegging van een bestuurlijke boete wegens overschrijding van de gebruiksnorm voor dierlijke meststoffen, zoals vastgelegd in de Meststoffenwet (Msw). De eiseres, een melkveehouderij, kreeg op 2 februari 2016 een boete van € 27.083 opgelegd, welke later werd verlaagd tot € 26.656 na een gedeeltelijke gegrondverklaring van het bezwaar. Eiseres stelde dat de boete onterecht was opgelegd en dat deze gematigd had moeten worden. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht de normoverschrijding had vastgesteld en dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor de toepassing van de derogatie. De rechtbank concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen reden was voor matiging. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken van eiseres af.