Verweerder moet bij de aanwending van zijn bevoegdheid, ingevolge artikel 5:46, tweede lid, van de Awb, de hoogte van de boete afstemmen op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten. Daarbij moet rekening worden gehouden met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd. Ingevolge de verplichting hem opgelegd in artikel 19d, derde lid, van de Wav, heeft verweerder beleidsregels vastgesteld waarin de boetebedragen voor de overtredingen zijn vastgesteld.
De rechtbank stelt vast dat de Beleidsregels boeteoplegging Wav 2010 (hierna: de Beleidsregels 2010) per 5 november 2011 zijn ingetrokken en vervangen door de Beleidsregels boeteoplegging Wav 2011, welke per 1 mei 2012 zijn ingetrokken en vervangen door de Beleidsregels 2012. De Beleidsregels 2012 zijn ten opzichte van de Beleidsregels 2010 wat betreft de hoogte van de boetenormbedragen ongewijzigd gebleven. In artikel 10, eerste lid, van de Beleidsregels 2012 is bepaald dat in andere gevallen dan waarin de eerdere artikelen van de Beleidsregels voorzien, de bestuurlijke boete per overtreding met 25%, 50% of 75% kan worden gematigd, afhankelijk van de aard en de ernst van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid en de evenredigheid. Dit artikel is in 2011 aan de beleidsregels toegevoegd. Blijkens de Nota van Toelichting bij de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 oktober 2011, nr. AI/AMF-MO/2011/16886, tot vaststelling van de Beleidsregels boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen (Stcrt. 4 november 2011, nr. 19841) biedt artikel 9 (in de Beleidsregels 2012 vernummerd tot artikel 10) de mogelijkheid - naast de concreet omschreven situaties in de artikelen 2 tot en met 8 - om de bestuurlijke boete in individuele omstandigheden te matigen. Daartoe kan aanleiding zijn als de overtreding minder ernstig is dan wel sprake is van verminderde verwijtbaarheid.
Met ingang van 1 januari 2013 zijn de Beleidsregels boeteoplegging Wav 2013 vastgesteld, waarbij de boetenormbedragen zijn verhoogd en waarbij de Beleidsregels 2012 zijn ingetrokken. Uit artikel 11 van deze beleidsregels vloeit echter voort dat op overtredingen die zijn begaan op uiterlijk 31 december 2012 de Beleidsregels 2012 van toepassing zijn.
Naar het oordeel van de rechtbank betreft artikel 10 van de Beleidsregels 2012 ten opzichte van de Beleidsregels 2010 een verruiming van de matigingsgronden en aldus een beleidswijziging in gunstige zin voor eiseres. Reeds daarom heeft verweerder terecht de Beleidsregels 2012 aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd. Dat verweerder in de beleidsregel heeft verwezen naar artikel 19, derde lid, van de Wav en niet naar artikel 19d, derde lid, van de Wav acht de rechtbank geen beletsel voor toepassing van de beleidsregels. Zij is van oordeel dat sprake is van een kennelijke verschrijving, nu verweerder met deze beleidsregel heeft beoogd invulling te geven aan de in laatstgenoemd artikellid gegeven discretionaire bevoegdheid.
Het betoog van eiseres faalt derhalve.
9. Eiseres heeft betoogd dat haar bestuurder niet of te laat op haar zwijgrecht is gewezen en ook de werknemers op hun zwijgrecht gewezen hadden moeten worden.
Voorts betoogt eiseres dat de verkregen documenten en verklaringen niet gebruikt mogen worden omdat de controleurs na controle van gegevensbestanden al bleek van beboetbare overtredingen en niet de garantie is verstrekt dat de gegevens niet gebruikt zullen worden bij de vervolging.